
 
        
         
		ren zij  afzonderlijke  beambten,  zie passim. 
 Wageningen,  doox  o t t o   IX  tot  stad  verhe-  
 ven,  bl.  14.  Muntmeestersrekening  ge-  
 daan  binnen  dezelve,  bl.  126. 
 Wapen  van  Gelderland  (Oorsprong  van  het  
 tegenwoordige),  bl.  391. 
 Wapenhelm  (Geldersche),  bl.  85. 
 Wapenschild  van  Gel/re  of  Gelderland,  bl.  
 16.  Het  onde  beschreven,  bl.  9. 
 Wasschen  (Manten)  en  daardoor  in  waarde  
 verminderen,  bl.  214,  215. 
 Wassenberg  door  den  Duitschen  Keizer  aän  
 Graaf g e r h a r d   gegeven, bl.  6 ; schijnt het  
 zelfde  te  zijn  als  Wassenberg,  vermeld  op  
 bl.  125. 
 Weerdijn,  b l .   242.  Zie. Waardijn. 
 Weert  (Munten  van),  bl.  424. 
 W e i d e n   ( J o h a n   v ä n   d e r )   o f   W e y d e n ,   b l .   
 121,  811. 
 W e l l   ( O t t   v a n ) , Statholder v ä n   k a r e l   van  
 JEgmond,  b l .  SÖ9. 
 Well in  Limburg  (Geldersche munten gevon-  
 den  te),  bl.  8Ú. 
 W e N o e s l a u s   en  J o h a n n a ,   Hertogen  van  
 Brabmd,  bL  51.  Hunne  munten ,  bl. 
 .  276. 
 Wenlensis  civila  (.Moneta).  Opschrift op eene  
 munt,  bL  63.  " 
 Wereldbol öp munten  (Afbeelding van  den),  
 bl.- 156. 
 Westphaten  (Creytsch of Kreits van) ,  bl. 228;  
 het  Veemgerigt  aldaar  bemoeit  zieh  ook  
 met  muntvervalsching,  bl.  436. 
 W e v e l i k h o v e n   (Munt  van  den  Utrecht-  
 schen  Bisschop  E l o r i s   v a n ) ,   b l .   6 8 . 
 W i c h m a n .   Naam  van  eenen  Gouwgraaf in  
 Gelderland,  b l .   5 .   v 
 WijcJc  (Munt  geslagen  te),  bl.  319. 
 Wijngaardblad  op  munten,  bl.  167. 
 W i j s   (De  Heer  K .   G .   J.  d e )   te  ’sHerto-  
 genbosch,  Numismaticus,  bl.  .386,  393,  
 413. 
 Wytpenninghe,  Zie  op  Albus  en. öp  Wit-  
 pefmingen. 
 Willem arnemi.  Opschrift op eene munt, bL 31. 
 W i l l e m  , Hertog vcm  GuliJc, Momboir (Munt  
 van),  bl.  53.  | 
 W i l l e m   I I ,  Roomsch-Koning,  Graaf  van  
 Holland,  bl.  15.  . 
 W i l l e m   I , v66r de opvolging in GuliJc  (Munten  
 van Hertog), bl.  54—59. 
 W i l l e m   I  (Munten  van  Hertog) ,  na  de  opvolging  
 in  GuliJc,  bl.  59—65. 
 W i l l e m   I I  of den RijJcen  (Munten  van Hertog) 
  ,  bl.  165—168 ;  eene  muntevaluatie  
 door  hem  uitgevaardigd,  bl.  429. 
 W i l l e m   IV  en V  (Munten  der Hollandsche  
 Graven,  bl.  278. 
 W i l l e m  V  (Munten van den Henegouwschen  
 Graaf),  bl.  34,  39. 
 W i l l e m   van Friesla/nd  (Graaf),  schoonzoon  
 van  o t t o   I ,   Graaf  van  Gel/re,  bl.  H. 
 W i l l e m s ,   Uitgever  van  J a n   v a n   h e e l u ,  
 bl.  19. 
 Winst  op  de  mv/nt.  Aldus  heette  de  slei-  
 schat,  bl.  115.  Winst  op  het  versmelten  
 van  munten,  bl.  214. 
 Winterslagting  (Ossen  voor),  bl.  117. 
 Wisch  en  Baar.  Een  der Bannerheeren van  
 Gelderla/nd,  bl.  22. 
 Wissel  en  munt,  bl.  43.  Verordeningeii  
 daarop,  bl.  390,  enz. . 
 Wisselaars,  hun  gewoon ambt,  bl.  185; waren  
 in  de  zestiende eeuw  zij  die  het kleine  
 geld  onder de  gemeente  bragten,  bl.  243 ;  
 Eene  instructie  voor  hen,  bl.  244.  Toe-  
 zigt  over  de wisselaars,  aldaar. 
 Wit (Munt  die  te) werd  bevonden, bl.  327. 
 Wit porseieinen  leeuwen,  bl.  89. 
 Witpenningen,  bl.  420. 
 Witte munte.  Benaming  des  zilveren gelds  
 bl.  217. 
 Witte paauioen,  bl.  37. 
 Wochey  {Bubbel).  Muntsoort, bl.  136,141,  
 417. 
 Woechy  {Bubbel).  Zie  Woechey. 
 Woeringen  (Veldslag  van),  bl.  19. 
 rL. 
 Zalt-Bommel.  Door  wièn waarschijnlijk tot  
 Stad  verheven,  bl.  14  en  35; munt aldaar  
 geslagen,  bl.  34;  aldaar  bestond  reeds,  
 als  villa,  eene Munt,  bl.  35;  de  voordeelen  
 daarvan  aan  den  Utrechtschen  Bisschop  
 geschonken,  aldaar',  onderzoek naar  
 den  naamsoorsprong,  bl.  35,  36;  aldaar  
 zijn waarschijnlijk eenige munten  van Her-  
 togin  m e o h t e l d   geslagen,  bl.  46;  zie ver-  
 der  bl.  414,  428. 
 Z a n d e r   v a n   B a t e n b o r c h .  Zie  B a t e n - 
 BORCH. 
 Zand/mjJc  (Sanctus  vicus)  aan  Gelderla/nd ge-  
 komen,  bl.  22. 
 Zassen  (Hertoch  van),  bl.  126,  was  a l -   
 b r e c h t   van  SaJcsen. 
 Zautboemel  (Múntmeester  te),  bl.  206. 
 Zautbomelensis  (Moneta).  Opschrift  op  eene  
 Geldersche  munt,  bl.  35. 
 Zeeland  (Wapen  van)  op  muntén,  bl.  199. 
 Zestienveldig wapenschild,  bl.  177. 
 Zevengrootpewning,  bl.  199. 
 Zevenstuiverspennvng,  bl.  199. 
 Zilwerdeelen  (Dusgenoemde  zilveren  munt,  
 bijkans  zonder),  bl.  159.  . 
 Zilveren  oort,  bl.  210. 
 Ziberen  reaal  (Groote),  bl.  98. 
 Zon  (Kleine)  op  munten,  bl.  169. 
 Zon/neJcroon,  bl.  169,  193.. 
 Zoutbranden (Het)  of Selbarnen  zoude  zijnen  
 naam  aan  Zalt-Bommel  gegeven  hebben,  
 bl.  35. 
 ZwdrNederlamd  (Evaluatie  van  munten in),  
 bl.  152. 
 Zuwer muntmateriaal  (Gebrek  aan), bl.  155. 
 Zutfania.  Oude  spelling  van  Zutphen,  bl.  
 11,  noot. 
 Zutphen  (De  Curtis).  Hare  Heeren  waren  
 Dynasten,  bl.  7 ,  doch  zonder muntregt; 
 ,  aan  deze plaats municipaalregten  verleend,  
 bl.  10.  Aldaar  werd  in  de twaalfde  eeuw  
 munt  geslagen  met  den  Utrechtschen  of  
 Deventerschen  stempel,  bl.  11.  Onder  
 k a r e i .  van  JEgmond werd  hier  in  de  laat-  
 ste  jaren  der  vijftiende  eeuw  gemunt,  bl.  
 120;  Naam  des Muntmeesters,  bl.  302. 
 Zutphen  (Graaf van).  Zie  op  Graaf;  Heeren  
 van —,  bl.  4,  noot,  7;  Munthuis  en  
 Muntmeester  te  bl.  120; Muntteeken  
 van  Zutphen,  bl.  428. 
 Zware  en  Ugte  muntstuihen,  bl.  245. 
 Zwarte  corten,  bl.  169. 
 Zwarte  munt,  bl.  96. 
 Zwolle  (Gulden pennmk op maniere van eenen  
 enJcelen  Rijngulden  der  Stad),  bl.  119;  
 de Muntmeester  h e r m a n   v a n   Na s s a u   uit  
 die  stad  in  dienst  van  den  Gelderschen  
 Hertog  overgegaan,  bl.  308.