
 
        
         
		maanden  na  het  vorige,  te  Brussel  uitgevaardigde  plakaat  op  de  munten: 
 » A1  eest  zoe  dat wy  by  diversche  onse  opene brieffven  van  ordonnantie  ende  
 »placcate  op  groote  merokelieke  pene  daer  toe  gestelt,  ernstelicken  verboden  
 »ende geinterdiceert hebben,  dat  nyemant  van wat  state,  qualiteyt ofte  conditie  
 »hy  waere,  eenige  van  onse  goude  ende  silvere  penningen  oft  andere  geeva-  
 „ lueert  zynde  by  de moderatie  hier  bevoirens  [d.  i.  in  vroegere  jaren]  by  wyle  
 » Hoich-lofflicker  gedachtenisseri  den  Keyser  onsen Heere  ende Vader gemaeckt  
 »ende  gepubliceert  op  ’t  stuck  ende  loop  van  der munte  van  herwertsovere  off  
 »die  continuatie  daer  nae  gevolcht,  soude  moegen  transporteren  in  eenighe  
 »vreemde  munte  ’t  zy  in  specie, masse off lyngoens,  Des  nochtans  nyet  tege-  
 »staende  is  t’onser  kennisse  ghekomen,  dat  diversche  cooplüyden  soe  duyt-  
 » sehe  [d.  i.  Nederlandsche]  als . andere om hun eygen prouffyt te doene, als noch  
 » dagelycx  lancx  zoe meer  doen  vueren  ende  transporteren  in  de munte  van  Ny-  
 »megen,  Batenborgh,  Deventer,  Thoren,  Reckem  ende  andere,  onse  vurschre-  
 »ven  goude  ende  silvere penningen,  zoe  in  specie  als in masse  ende  lyngoene,  
 »daer  van  by  den voernoemden  van-Nymegeny-Batenborgh,  Deventer,  Thoren;•  
 »Reckem  ende  andere  onse  naebueren,  hen  vervorderende  munte  ;te  slaene,  
 »andere  quade  munte  geslagen  wordt,  waer  duer  al  ons  goet  gout  ende  silver  
 »dageliox  in  de  viirschreven  munten  verkeerdt  ende  gheconsommeert  wort,  t  
 »welck  grootelicx  tendeert  tot  cleynicheyt  van  onser hoicheyt  ende  auctoriteyt,  
 »ende  tot merckelicke  schaede,  naedeel  ende  prejuditie van-  onse  goede  onder-  
 »saten:  van  herwertsovere,  mitz  wellicke  wy  gheenssins  en  willen'off dencken  
 »,’t  selve  voirder  te  lyden  off  toelaeten  onder  dissimulatie:  SOE  EEST,»  en  
 hierop  volgt  een  zeer  scherp  verbod  tegen  het  brengen  van  eenig  Lands: gouden  
 of  zilveren  geld  naar  de  gemelde Munthuizen,  ’t  zij  gesmolten  of ongesmolten;  
 alles weder,  even  als  vroeger,  onder bedfeiging  van  zeer zware  straffen  vpor  de  
 overtreders,  al  werden  ze  zelfs  eerst  zeer  lang  daama  aehterhaald.  Zie  Geldersch  
 Placaetboeck,,h\.  244,  245. 
 In  den  jure  1560  was  het  kwaad  weder  zoodanig  toegenomen ,  dat  op  den  
 2 Mei diens  jaars  van wege  den  Koning  een  nieuw  plakaat  te Brussel werd  uit-  
 gevaardigd, waarvan wij  den  hoofdinhoud hier, weder met  deszelfs eigene'woorden  
 ,  meenen  te  moeten  laten  volgen: 
 » Al eest soe  dat  i n ’t beginsel  van  dese leste voirlede oirloge [tegen Erankrijk] 
 »ende S successivelicken  de  selve  geduerende  wylen  hoich-loffelicker  gedachten  
 »Heer  Kaerle,  des  naems  Roomscher  Keyser  de  vyfte,  onse  Heere  ende Va- 
 „ ¿[er _  begerende  te  Versiene  tegens  die  grote  öngeregeltheyt,  wesende  o p ’t 
 » stuck  van  der  munte  in  desen  landen —  uyt  saecken  van ’t  rysen  ende  ver-  
 »hogen  van  den  gouden  en  silveren  penningen  tegens  die  vurgaende permissie  
 »in  andere  onse  Nederlanden  uytgegaen,  hadde  doen uytroepen  ende publice-  
 »ren  voele  ende  diversche  placaeten, op  den  prys  ende  loop van der voerschreven  
 » munten  in  de  selve  Landen,  Ende  hoewel  dat wy oick  sedert  hy  andere  onse  
 » brieven  van  placaete  ende  ordonnantie  in  den  voirschreven  onsen anderen  Lan-  
 »den  scherpelicken  verboden  ende  geinterdiceert  hebben  egeene nieuwe  munte,  
 »nyet  geevalueert  noch  toeghelaeten  synde,  by  de moderatie  daer  te  voiren  by  
 » syner  Majesteyt  gemaeckt  op  den  voerschreven  prys  ende  loop  van  der mun-  
 »ten  ofte  by  de  continuatie  daer nae  gevolcht,  te  moegen ontfangen  off uytge-  
 »ven ,  En  sonderlinghe  de  gheene  geslagen  by  den  Muptmeester  der Stadt  van  
 »Nymegen,  off de  gheene  geslagen  by  de  drie  Steden van  Overyssel: Deventer,  
 »Campen  ende  Swol,  den Bisschop  van Ludiek,  Grave  van  den.Berch,  Heere  
 » van  Batenburch,  Daelbroeck  ende  Rgckum,  off  de  gheene  geslagen  by  den  
 »Heere  van  Gronsfelt,  ende Abdisse  van-Thoren,  aide dergelycke,  Des  noch-  
 »tans  niet  teghenstaende  syn wy  behoirlicken  gheinformeert, Dat  sonder’t selve  
 »te  achten  off  aensiene  die  ordonnantie,  en  syn  nyet  alleenlyck  onderhouden  
 »Ofte  achtervolcht,  maer  dat  erger  is,  diversche  gouden  en  silvere  penningen  
 »syn  te  meer verhoocht,  ende  al noch  daeghelix  verhogen  in  onse  voirschreven  
 »Landen  van  herwartsovere  seer  verscheiddick,  Te weten,  de  goude  Realen  in  
 » eenighe plaetsen tot  drie  gulden  thien  ende  elff stuvers,  ende  in  andere  plaet-  
 »sentot  twaelff ende  dertien  stuvers  [dit was,, gelijk wij  boyen.gezien;hebben,  
 eene  munt  van  zeer  fijn  goud,  en  bij  welker  omsmelting  tot  stukken  van  veel  
 lager  allooi.,  naar  evenredigheid veel  te  hoog  in  koers ,  aldus  voordeel  te  behalen  
 was}cende  andere  stucken  nae  advenandt,  Waer  by  de  witte munte  (sonder-  
 » linghe1 de; gheene  die  men  voer  ’t  daghelix  gebruyck  meest  yan doenp heefft),  
 »verborghen  blyft,  tot  seer  groote  ongherieve  ende  schade  van  der  gemeente,  
 //Ende  daer  en  boven  diversche  koopluyden  ende  anderen  soe wel  onse  onder- 
 28