inende vuyten viere te schaers op elck marck werekx een half grein, eompt opt geheel
werck vijf marck derthien greyn drye ende een half quart, tot twelf gulden neghen stuyvers
droarck fijns, beloopt ter sommen van . . • - MjKar. gul. xvij.tu,er.;
Somme van den voirachreve hollantsehe penn, . . c lxxiiijS"1' vilj* xiiijm,t- t
SWAEB.TTE COETEN'.
Dese voirachreve meeater particulier heeft oeck .noch doen wercken binnen den tijt deser
rekeninghe aen zvertte corten, loop hebbende voer twee mijten Tlaems, ende van hondert
achtentwintich penningen int troyasche marbk, de quantiteyt van zesse duysent zesse hondert
twee ende vijftich marck, waervan bevonden zijn aen sisaalie hondert acht ende tach-
tentich marck ende in de busse zesse hondert zevenenveertich penninghen, aissalie affge-
trocken, reat noch net zesae duysent vier hondert vier ende tzeventich marck tot eenen
stuver dmarck voir seignouriaige, beloopt ter sommen van iij° xxiijkar- g- xiiij»1»'™-
- De voirgenoemde corten zijn gewegen ençle bevonden te schaera op elck marck werckx
dry derselver penninghen oft zesse mijten Ylaems, compt opt geheel werck ter somme
¿[Kar. ix® Xij•navali
. • • • • • * . .... '"'T'VSomme
van den zwertte coiten . . •_ • . njc IxiiijKar- 8‘ iijs
Somme van allen den ontfange deser rekeninghs ; . : vj.“ v° xcijjg»!* ¡'ä“1'- 1
HU.
■ Eekeninghé Henrick Hahssen ende Heere Arnouts dochtere-, eertijts weduwe wijlen Bey-
niers van Eeinbrugghe, in zijnre tijt, meester partieulier van der munten ons heeren dea
Conincx, beyde van goude ende.van zilvere, in de.stadt van Nyemeghen, m zijnre majes-
teyt lande ende hertoichdomme van Sehe, ende nu ter tijt zijne huysvrouwe, respective
meester ende meestresse van derselver. munte, beyde.oick van goude ende Van zilvere, ende
bij hen in de voirachreve munte gemaect, gemmat ende geslagen van weghen desselfs ons
voirachreve heeren des Oonincx,. Sertshertoge van Oistenrijck , Hertoge van Bourgoingne,
van Bothrycke, van Brabant, van Lemborch,. van Luxemborch, van Gelte fc>, respective
daer toe ende inne .gestelt ende, gecontänneert bij .zekere drye acten van der cameren van
den rekeningen ons voirachreve heeren des Goriincx &f> te Bruessele, d’eene in date den
viijen Septembris xvc achtenvijftich, die tweede. in date den lesten Decembris daer nae voi
gende anno lviij voirachreve, ende die derde in date den xiiij™ may anno xv« teestich, om
die voirachreve jnunte van weghen desselfs ons heeren des Conincx oepen te houden ende
doffioie van dmeesteiscap partieulier derselver munte te bedienen ende texercerene .eenen tijt
ende termijn .van drye;jaeren, deen den anderen eenpaerlyek uervolgende, Inde dat op alle
alsulcke poincten, voirweerden ende conditien meer int lange begrepen in zekere oepene
besegelde brieven van continuatien der selver munten in date, den xixen novembris xvc tween-
vijftich, bij wijlen, onsen heeren den Keysere den voirschreve wijlen Beiniers van Eem-
brugghe verleent ende geexpedieert ende voirts-op de instructie die denselven wijlen,Bey-
niers bij den generael. meester van allen den munten desselfs ons, heeren des Conincx van
herwertsovere geleveijt es geweest, daer af .copie geinsereert staet in des voirgenoemde wijlen
Beyniers Ierste rekeninge, van welqke ypirsehreven acten van continuatien die copieu van
woirde te woirde.hier nae y o e r e den ontfanck deser rekeninge volgen .ende geinsereert staen,
van allen.den wercke, zpe van, goude, silvere als anderen,.dwelck hij oft die voirschreve
zijne huysvrouwe hebben doen wercken, munten .ende slaen, sindeirt den xjeo dach van
augusto anno xvc achtenvijftig totfßn aehsten dach van aprilie anno xvc eenentsestich nae
paesschen, ¡¡dat als doen die oqpeninghe van den busse van den wercke, bij hen respective.
gewracht, alhier in deser voirschreve cameren bij dgn voirsehreven generael meesters geoe-
pent ende gedaen es geweest, als voere den tijt van twee jaeren ende omtrent acht maenden,
welcke rekeninghe gemaect es in guldens tot twintich stuvers den gülden gerekent ende den
stuvere voer twee grooten of aclitenveertich mijten Vlaema, gedaen te Bruessele.
O.YTi'AXOK.
IE E SX E VAN DEN WESCKE VAN P EN N IN G H E N IN G O U D E , T E WET ENE IN GOTJDE B EA L EN .
In den Iersten van -den wercke van den gouden reael, gevalneert op tsestich gtuvers
tstuck, houdende drientwintieh karaten neghen .ende een halff greyn. djn gouts int alloy
ende van zessenveertich.penninghen in den snede int troyasche marck, is bevonden dat men
binnen den voirachreve tijt heeft doen wercken ende munten de quantiteyt van tweentses-
tich duysent acht hondert eenenvijftieh penninghen, waervan bevonden zijn achtervolgende
des wardeyns boeck aen aissalie vier hondert tweendertich penninghen, ende in de busse'
hondert zevenenvijftich penninghen, .sissaHe affgetrocken ende twee marck om dassaye te
maecken, rest net tweentsestioh dnysent drie hondert zevenentwintich penninghen; de selve
penninghen gereduceert in marcken, compt derthien-hoodert vierendevijflich marckenjzeven
onchen neghen ingelschen achtien aes een quaert tot neghen stuvers dmarck gerekent voer
seignouriaige, beloopt,ter somme van- . . . .y.,favul.