
marck twee oncen, ende in de busse xcviij penninghen, sisalia affgetogen, rest net thien
hondert dertich maïoken ses oncen, ten prijse van viel stuyvers voer heerliok recht op elek
marck wercx, comp,t . • • • • ii« vig.'- iii*‘UTItem
dese negemannekens zijn gewegen ende bevonden te swaer int gewieht op eie
merck een engelsohen SOi aes, ergo hier . . . • • • n7et-
6® Somme per se.
Somme van allen den ontfange deser rekeninghe beloopt ter somme van
ÿra yc lxxjguld- V8^u?xer*f
#
BESCHWJTOIG TA» EEIHGE GEDIRENBE 1IET DKL'KKE» TA»
DIT WEKK. 0»TTANGE»E, OP DE DEIDÈ EAATSTE
PEATE» TOORKOIHETDE, MT»TE».
¡Yadat wij, tijdens de derde redactie van dit werk, alle ons bekende Kabinetten
nogmaals nagezien of aan de bezitters derzelve beieefde uitnoodigingen
gerigt hadden, lieten wij met de gravure in steen der teekeningen, alsmede
inet het drukken van den tekst eenen aanvang maken.
Wij zonden steeds zoo vele proefplaten, als wij slecbts van den graveur kon-
den bekomen, näar alle zijden, om de aandacht der Numismatici bij voorkeur
op Gelderland te bepalen. Hierdoor gebeurde het, dat men bij de ontdekking
van vroeger niet bekende of niet opgemerkte stukken, de beleefdheid had ons
die van tijd tot tijd toe te zenden. Däaruit ontstonden de Platen. XXIX en
XXX, die ons Supplement bevatten.
Voor zoo verre het ons mogelijk was , hebben wij bij het drtikken van den
tekst naar de N08 van- PL XXIX verwezen: maar zulks kon door ons niet geschieden
met de munt N° .4, waärvan ons de besclirijvi/ng door den Heer d e c o s t e r
te Mechelen welwillend werd toegezonden; ook, niet met de laatste munt op deze
plaat, ons veel te laat geworden om daarvan in den tekst melding te kunnen
maken.
Wij willen dan geregeid datgene nog van de Platen XXIX en XXX be-
sphrijven, wat vroeger niet door ons in den tekst is kunnen vermeld worden.