
Die halve ende vierendelen nae advenant.
Die Leeuwe , , . . . . . viij seh. ii gr.
Den Henricus nobel . . . . . . . xiiij schill.
Die halve ende vierendeelen nae advenant.
Den Vlaemschcn nobell . . . , xiij schill. viij gr.
Die halve nae advenant.
Die Engelsehe angelotten , . . . . . x sch. iiij gr.
Die derdelen nae advenant.
Die Borgoensche Bijders ende Hongerse dueaten . vii sch. ii gr.
Die derdendeelen ende halve Bijders nae advenant.
Die saluyten, dueaten ende -die Crusaede van Poertegaell vii sch. x gr.
Die tweedelen en derde delen van de saluyten ende halve
dueaten nae advenant.
Die croene mitte sonne , , , , vi sch. vi gr.
Die kroene mitte drie lelien 1 , vi sqh. iiij gr.
Die halve nae advenant. -
Die kroene van Saffoye, jeyne (?) (1) van Bretaegne ende
Boys . , . . vi sch. ij gr.
Die halve van dien nae advenant.
Die dubbele st. mitten tween leeuwen , . , , vz gr,
Die halve näe advenant.
Die oude Johannes braspenning . . . . iiiz groqt,
Die halve nae advenant.
Die Johannis ende Antonis van Brabant (2) - , , iii groot.
Die Philippus penning van Nhaemen (3) . . ii gr. vi ds.
Den penning van Brussel (4), van Valenchiennes, die Wil-
(1) Ziju het rime’s? aldus genaamd naar de afbeelding der Vorstin?
(2) Deze zijn de munten, afgebeeld op de PI. XII en XIH der door ons uitgegevene
Munten van Braband en Limburg.
(3) Wij betuigen deze muni niet te kennen,
(4) Deze is de dasgenaamde Brusselaar, gedurende de onlnsten van 1480, enz. geslagen,.
of wel, lettende op het volgende: van ValencMennes, eene mnnt van Jan van Braband , geslagen
te Brussel en afgebeeld in hef. boven aangehaalde werk op PI. XIV, äM’ 6.
helmus thuin van Hollant ende die Pransche blancken ii groot vi ds.
Die Saffoyse blancke . . . . , . . ii gr.
Die penn, mitten twee leeuwen, geheyten groten , i st. vi mijten.
Die halve Philippus ende Carolus . . . . . iz st.
Ende alle andere grote mitten 3 lelien vur dese munten geslagen i st.
Die Cleefsche Johannes braspenning (I) . , . . . iiz.
Die Cleefsche penn, geheyten de Swane (2) . . . iiz.
Die dubbell st. geslagen toe Ludick mitten wapen van Borbon
ende mitten twee leeuwen, ende oock diegene, die
den Bisschop van Ludick tegenwoerdich doet slaen mitten
wapenen van Hueme (3) ende te gelijek die dubbell st.
• mitten twee leeuwen geslegen t’Utrecht (4) tstuck . vz groot.
Die halve van dien nae advenant ende alle dit gereepkent
-nha dese Vlaemsche muntte.
Noch anno 1485 opten Kersavondt die valuatie gepubliciert.
Den gülden mitten St. Andrieskruis . . . . v sch.
Den gülden leeuw . . . . . vj sch. vi gr.
Den rijder . . . . . . . vj sch. iiij gr.
Den Vlaemschen nobel • • • . . . . xii sch.
Den Henricus nobell van Engelant . . . xij sch. iiij gr.
Die halve ende vierendeelen nae advenant.
Den nobell mitten rosen . . . . . xiiii schell.
Den angelot . . . . . , . ix sch, iiij gr.
Die halve ende vierendeele van den nobell nae advenant.
(1) Munt yan den Hertog Johannes Senior.
(2) d. i. met de afbeelding van de Zwaan, het zinnebeeid van Kleef, volgens de be-
kende overleveriug.
. (3) Men vindt ze .alle afgebeeld in het werk van d e b e n e s s e b k e x d b a c h , Histoire Numismatique
de Liège.
(4) Afgebeeld door den Heer b a l f o o b t in het Tÿdschrift vomr Oudheden en Statistiei
van Utrecht, later door ons in de Afdeeling Utrecht van dit werk uit te geven {Munten der
Bisschoppen, von het Gewest eu van de Stad Utrecht, in teekeningen reeds voorhanden).
51