
1 695.
■pi
i:..*' .
' l ’ I W . "I
L U D O V I C U S M A G N U S , R E X C H R I S T IA N I S S IM U S .
L O D EWT K DE GROOTE, A L L E R CH R I S T E L T K S I E
KONING.
Op de tegenzyde is Holland in dc gedaante van eene op ’t ftrandzittende vrouwc veibeeld
welke, verb.iasd wegens het vcrbranden van het in 't verfchiet gezienc fchip, de handen ten
Hemel hcft j tulTchen dit om’ en opichrifc i
I N C E N S æ A U T C A P T æ H O S T ium N A V es O N E R a r i ie X X X ,
B E L L i c s I I I , A D T E X E L L A M M D C X C V I .
DERT IG K O O P V A A R D E R S E N D R I E 0 0 R L O G S C H E E P E N
D E R V T A N D E N B T T E X E L G E N O OME N OF
V E R B R A N D 1696.
( i) E u r o p .
M erku r.
I l . f t u k ,
j694* pag
hemm(i) Oogftmaand des zelvcnjaarsnog
tot den adellyken ftand verhefte, even gelyk
hy hem tc voorc reeds met de ridder-
’* jyke waardigheyd van Sint Lodewyk had
belchookcn. Eenigen zagen die met nydige
oogen aan,jamen vondt’er die zyne bc- 16^6.
drccvcne zeedaadcn gccnen grootcrenrocm — — -
dan dien van den befaamdcn zecroovcr
Stortzenbeker toeleydcn; als uyt deezea
penning is a f te meeten.
Dat hier maar drie oorloglcheepen ge-
noemd worden, niettegenftaande Jan Bart
alle v y f degeleydcrs had veroverd, komt
daarvandaao , d a t, als de zynen met het
naajaagen der koopvaarders bezig waaren,
acht uytloopende Staatfche oorlogichee-
pen door hem ontdekt wierden, welke ge-
fchikt waaren om deOoftcrfche vloot te
geleyden , en verftaande ’t vooigevalle
gevechr, hec naar den vyand wendden.
Znlks de Fran?oifen niet wel doenlyk oor-
deelende alle de gcnoroene pryzen cc können
me^Heepeo, die voor ’t grootfte gc-
WEurop. deelte aan den vlam ten befte (i)gaven,en
i.ftuk*r manfchap der genome geleyders op hec
1Ö96. pag. kleynfte deeden overgaan, mcc laft van hen
onder ’c bcreyk van ’ t kanon te voigen;
’c gene z y zoolang deeden toc dat de aan-
nadercnde Staatfche oorloglcheepen onder
den Hopman Meynard dc Oude hen gcle-
genheydgavcn om, alle zeyien byzetten-
de , her in ’ c Vlie te ontkomen. Invoege
de beroemde Johan Bart met grooter roem
dan voordeel in de Franfchc havens te rug
keerde. . Dees te Rotterdam , o f gelyk
anderen willen u ytSilezie,en een laag geflacht
geboorcig, had zieh van jongs af op
de vaart, om een beteten ftaat op zoo woc-
ftehoodftoffe aan te treffen, ftaande dees
oorlog eerft in den dienft der Vereenigde
Geweften bc^eeven en aidaar het bevel over
cenen brandet gevoerd. Dan by ’tvergee-
ven der zceampten zieh niet zoodaanig
ziende gevorderd dan h y wel meende,dat
zyn gehouden gedrag verdiende, o f wel dat
hy hoopte elders een veel berer geluk te
zullen aancreffen ,zo o verlict h y eyndelyk
den Sraacfchen dienft, cn begaf zieh in dien
van den Franfchen Koning, Alwaar door
zyne veelvuldige kaperycn, ftoute onderneemingen,
en welvolvoerde aanflagen zyn
naam eerlang eenen zoodaanigen opgang
maakte, dat die Koning hem nietalleen
tot bevelhebber over een zyncr oorlogfcheepen
aanftclde , maar z e lf hec hoog
gebied over een goed getal oorlogfcheepen
zoonu zoodan met eenen zeer gocden
uytflag opdroeg. Zulks h y onder anderen
mec twintig zeylen in (2) ’c jaar zeftien-
honderdeenennegentig uyr de haven van
Duynkcrke in zee liep, niec tegcnftaande
daarvoor eenentwintig zoo Engellche als
Staatfche (3) oorlogfcheepen op de wacht
! lagen, cn hebbende in ’c Kanaal ftraks
' vier Engelfche Muskovisvaarder veroverd
; en eenige koolhaalders verbrand, wendde
hyhet naar dc Hollandfche haringbuyzen,
j door eenen bygeleyder beveyligd. WeL
: ken hy en nog tien buyzen (4) eerlang
hebbende veroverd, aan de vlam ren befte
gaf. Drie jaaren daarnaa, ce weeteu den
negenentwincigften van Zomermaand, taftte
h y met zcven oorlogfcheepen eenen brander
cn eene Snaanw, ruflchen de Maas ea
Texel twaalf mylen zeewaart, acht Hollandfche
oorlogfcheepen onder den Schout-
bynachc Hidde de (5) Vries aan, welken
bezig waarcn om eenc Zweediche cn
Deenfche koopvaardyvloot te onderzocken,
om te zien o f z y ook mec verboode koop-
manfchappen voor Vrankryk bevragt was,
en had her geluk van hcc fchip van den
Schoutbynacht en nog twee anderen ce veroveren,
en dusdcaankomendeZwecdfche
en Deenfche koopvaardyvloot, zesenzcs-
tig fcheepen fterk, die met oorlogsvoorraad
cn graanen voor zynen Koning gelaa-
den was, in behoude haven te (6 )g e le y -
den, Zoo grooce betoonde dapperhcyd
liet de Koning niet onbeloond, invoege hy
hem
( i ) Europi
Merkur,
III. fluk,
1691. pas;
71.
S’e f r '
I l.ftu k ,
1691.
pag.iöi.
{4) Europ.
Merkur,
l ll.f tu k ,
jÄ p i. pag;
119.
n .flu k ,
iÖ94.pag.
SO.
(6) Europ.
Merkur.
I I. flu k ,
i694.pag.
5f-
Hcc geharnafte borftbeeld van den moedigcn zceheld is op de voorzyde omzoomd door dit
randfchrift;
J E A N B A E R T , P Y R A T A G A L L O R U M M A X IM U S .
J O H A N B ART , GROOTST E Z E E R O O V E R D E R
FRANS CHEN.
En dewyl hy met den adcldom was begiftigd wegens ccn beftaan, waarom anderen , die dat
buyten laft van hoogerhand verrichten, met de dood gcftrafc zyn» zoo ftaat onder zyn borftbeeld
:
N O N ID EM OM N IBU S F A T U M .
A A N A L L E N IS HE T L O T N I E T E V E N E E N S .
Op de tegenzyde is de beeldenis van den voorgemelden zecroovcr Stortzenbeker gefteld, welke
(i) op ’c eynde der vecrtiende eeuwe door zyn aangerecht zeerooven toc dat ontzag en vermoo- (1) Bringen
raakte, dat hy eyndelyk zekcr fchip van Rcvel met koper, wafch cn andere koopmanfchap- f* “ Ooft.
pen gelaadcn veroverd hebbende, den cygenaarcn noodzaaktc dc gcnoomene goederen voor acht- vriefl. pag.
duyzend goude Roozennobels te lolTcn. Dan hy eyndelyk cn zevcntig zyner medegezelien ,* ne- 149.
vcns zyn fchip , door eenige tegen hem in zee gebragte Hamburglche fcheepen, onderfteund
door een Vlaacnfch fchip de Bontekoe genaamd, voor de mond der Elve, naa ccn hard gevecht
te Hamburg zynde gevangclyk opgebragt, is aidaar, wegens zyne aangerechte rooverycn, mcc
den zwaarde geftraft » het randfchrift luydc aldus ;
C L A U d iu S S T O R T Z E N B E C H E R , P Y R A T A F AM O S u s
H A M B Ü R G I N E C A T u s A n n o 1401.
K L A U D E S T O R T Z EN B E K E R , B E RÜ CHT Z E E R O O V E R TE
HAMBURG G E R E CHT IN >T J A A R 1401.
Hoe groot naadecl dc Franfche zecbuy-
ters op dusdaanige wys den Nederlandfche
koopliedcQ door ’c neemen hunner fcheepen
toebragtcn, zoo vondc men echter
zechopluyden, als onder anderen nog in
dit jaar den onverzaagden FransWilclchuc,
die, voerende het Fregatfchip de Gulde-
ro ts , ’c gene mec honderdvyfenzcftig
koppen bemand en met vierenveertig ftukken
en twintig baflen gcwapend was, eenen
n n Deel. ^ ^
weergaaloozen heldenmoed in’ t befchermen
van zyns uycreeders goed en fchip liet bly-
ken. Want zynde den achttienden van
Sprokkelmaand deezesjaars mec het zelve,
in gezelfchap van nog cen Frcgat »voerende
vierendertig ftukken en vyftig man,
van Goerce in zee geloopen, zag h y den
volgenden morgen opdc hoogte van Duynkerke
negen vyandlyke fchcepen, zyndc
daar ondcr twee van oorlog, op hen afko-
X x men