
‘ i|' ff'i; ''-'ï-;:'"'"I
i "•'¡i f
i p i i f # ! -
■•"T.,
1697. D. De tweede, die een legpenning van Langedok is, verbeeldt op dc eene zyde in ’t ver-
— fchiec dc veroverde ftad, cn voorwaart op ccnen vierkanten voetftal het borftbeeld van den Fran-
Ichcn Koning, boven wiens hoofd eene nevensviiegende Overwinning den verkreegen lauwerkrans
houdt» nevens dit op- en randfchriit :
L U D O V I C O M A G N O , V I C T O R I P E R P E T U O .
A A N D E N G ROOT EN L O D EWY K D E N E EVWIGDUU-
R E N D E N O V E RWIN N A A R .
Waar cn hoe dccze overwinning bchaald is, geefc dit opichrifc van den voorgrond tc kennen :
B A R C IN O C A P T A .
B A R S E L Q N E IN G E N O M E N
Op dc tegenzyde zîct men eenen Franfchen krygsknecht den grooten ftandaarddes ryks torfen,
omvangen door dit randfchrift ;
F ID E L I S , SEMPERCajUE PARATA.'
G E T R OUW E N A L T YD B E R E ÌD .
Wie dceze gctrouwe is, geefc die opfchriifc van den voorgrond te kennen:
O C C I T A N I A ïtfÿS.
L A N G E D O K _ï69^.
C r)Mcm ;
& N egot.
Sccrec.du
C om te
d ’Harrach
to n i.I .
p a g . 88.
( i)M em .
& Negot.
Secret, du
C om te
d ’H arrac h
tom .I .
p a g . io j .
(3 ) Mem.
& Negot.
Becret.du
C om te
d 'H a n a c h
tom . I.
pag. 134.
li!
(4Ì M em.
& N eg o t.
S e c r.d u
C om te
d ’Harrach
tom . I.
pag. 138.
Als de tyding van dit verlies te Madrit
kwam, was de verbaasdheyd ( i ) op de
aanzigcen aller Hovelingen te leczen. Die
genen,welken de Duytfche naam was haac-
iy k geworden, door ’c quaadgebruyk dat
de gemelde Duytfche Graavin,door’ c ver-
koopeu (x) aller ampten, van de gunftder
(3 ) Kouinginnc maakte, lietenuiet naa van
het gevaar te vergrooten,om dusdebegeerde
erfverklaaring te vertraagen,ja z y wenfchten
nog grooter verwarring, om de Duytfchers,
die ’c bcwind in handen hadden , by den
Koning z e lf verdagc tc maaken. Dees
dus van den eenen verlaaten, en van den
anderen, mids de opgevatte vertwyfeling
geenen raad in zoo hachlyke tydsgeftaltc
könnende bekomen, liep alcemets raadcloos
door £ hof; raeenigmaal vraageode hoe
’ c was dat zyn Z o o n , verftaa den Aarrsher-
tog, nog niec overkwam. De begunftigers
van den Hùyze van Ooftenryk insgelyks
hec gevaar befciTende, waarmede hec ry k ,
by ’ t doen dier verklaaringe, gedreygd
fcheen, verzogcen by den Keyzerlykcn A fgezant
ecncn onderftand van rienduyzend
man tegcn Vrankryk , op wier aankomft
z y zieh fterkmaakten, dat de verzogte ver-
klaariug (4)zoudcgefchieden. Dctraagheyd
van het Keyzerlyke Hof, om hierop een befluyc
te neemen, midsgaders dat men al-
voorensdeLandvoogdy van’t Milaancefch
( j ) aan den Aartshcrtog opgedraagen wilde
hebben, cn naa lang handelensflèches
de helft van het onderhoud der verzogte
hulpbenden aanboodc, deed by veelen de
eerfte achting voor den Aartshcrtog ver-
liezen, by de overigen de reeds ontftaane
vertwyfeling re meer tocneemcn, en des
deezen gewigtigenhandel horten, mids de
Spaanfche Koning nu wat beter was en
Vrankryk, om eenmaal vreede te bekomen
, niec ophiclc van de allervoordee-
ligfte voorwaardcn aau te bieden. En zekerlyk,
hy had nu fédère eenigen ryd zyne
Zendclingen in Holland; de Heer Kailie-
res hieldt zieh daar onbekend op,en boodc
aan, dat zyn Meefter den Prins van Oranje
voor wettigen Koning der Britfchc ryken
zoude erkennen cn aan aile de overige
Bondgenooten zoodaanige voldocning geeven,
waardoor de zaaken van Europa
in dat evenwigt ftonden gebragt te worden,
dat noch het Huys van Ooftenryk, noch
dat van Bourbon immer zoude reden hebben
om zieh over de ongelykheyd van magt te
ontruften. Deeze algemeene verklaaring
door byzondere (6) aanbiedingen federt
zyude beveftigd, bcflooten aile de verbondene
Secr. du
Comte
d ’Harrach
to m .I '
pas. 18+
(i5) Europ;
Merkur.
l. i l u k ,
1697- 120.111 ca
dene Moogendheden daarop in onderhan-
dcling te treedcn. En hoewel de Keyzer
de ftad F ra n k fo r t o f Ments tot handelplaats
gaatn Wilde benoemd hebben, zoo kwam
men eyndelyk overecn, dat de Ftanfche
Afgezanten te Delft, die der verbondene
Vorften in ’s Graavenhaage hnn verblyf
zouden houden, en op het Vorftlyk huys
te R y sw y k ; ’ t gene doot Koning Willems
Gtootvader eertyds gebouwd was, onder
de bemiddeling van den A^ezant des
Zweedichen Konings zouden te famenko- ißqy,
men. Dan als dc onderlinge Afgezanteu
in Holland waarcn aangeland, cn,naa’t houden
van verfcheydenc byzonderc bycen-
komften, dc algemeene vergadering tcgen
den negenden ( i ) van Bloeimaand op het i,ftuk.
H o f by Ryswyk was vaftgefteld, kwam
zyne Zweedfche Majefteyt alvoorc den w Europ,
vyftienden (x) van Vjr2..w2iv .v .. G rasma and tc o verlJyden
: waar van de gedachtenis op deeze 1697. pag.
penningen bewaard wordt.
I. Het zeer fierlyk geharnafte borftbeeld van den ovetlecdcnZweedfchcnKoning is,op de voorzyde
van den eerften, omzoomd door dit randfchrift :
C A R O L U S X I , D e i G r a t i a R E X S U E c iæ , N A T U S D i e 24
N O V b m b r i s A n n o
K A R E L DE X I , DOOR GODS G E N A D E KONING VAN
ZW E E D E , G E B O O R E N D E N 14 L>AG V AN
S L A G TMA A N D I N 'T J A A R lö ff.
Naaft een overprachtig graf ziet men ,op de tegenzyde, hcc Zweedfche ryk, in de gedaante
eener gehclmde vrouwe, zeer trcurig zittcn » van wclke droefheyd, of zy weitig was » het randfchrift
dccze getuygenis geeft :
Z x X LUCTÜS
èW
..