
ï 66
i l W I L L E M DE I I I , DO O R GODS G E N A D E KO N IN G F A N
G ROO T B R I T T ANJ E , F R A N K R T K
E N l E R L A N D .
De tegenzyde verbeeldt dc gefchiedenis van David, die, van Zaul vcrvolgd tot in de wocfly-
nen van Ziph, *s nachts by ’i flaapen der lyfwxhters in zyne tent kwam, cn, zonder hem eenig
leed toc tc brengen, flcchts zynen drinkbcker cn zync fpecrc van naaft zync zyde weg nam, en
die beyden tot tcken zyner ingetoogenhcyd aan zynen vergramden Schoonvader, ora hem te
vcrmurwen, vanver vertoonde. Waaruycnu ligtlyk de zinipeeling van dit randfchrift is op tc
maakcn:
P IU S G E N E R IM P IO S O C E R O B O N U M P R O M A L O
R E D D I T , M D C X C V I .
D E G O ED A A R D T IG E S C H O O N Z O O N B E L O O N T HET
^ U A A D ME T GOED A A N D E N G O D L O O Z E N
S CH O O N F A D E R , 1696.
III. De kopftukken van Koning Lodewyk cn Koning Jakcb ftaan op de vooizyde van den
laatften, binnen dit randfchrift:
H E R O D E S A T Q U E P IL A T U S .
H E R O D E S E N P I LATUS .
Mids die bcyden zieh verbonden cn tcgen den Hcer cn zyncn Gezalfdcn verklaard hadden, even
als men bel'chreevcn vindt in
DE H A N D E L IN G E D E R A P O S T E L E N ' T I F HOOEDSTVK.^
H E T 16. FERS.
A C T O R um I V , VERSU 26.
Op de tegenzyde ziet men in ’t verfchiet de gereedgemaakte Franfche vloot, cn voorwaart
binnen eenen tuyn de twee voorgemelde Koningen , ten overftaan van den Jezuit Peter,
die een toonkas in de hand houdt, de uytvoering van het gemelde voorneemcn, hoewel le ver-
geeflch, befluyten} gclyk dit om-cn opfchrift bevcftigt:
ncn om zynen perfoon te befchermen, z y ne
wettige regcering tcgcns Koning Jakob
en alle andere vyanden,zoo binnen als buy-
ten ’r r y k , kragtdaadig onderfteunen, en,
200 zyne Majefteyc door eenc gevveldi-
gc dood wierdt weggerukt, der zelver
¿mkoming op alle haare vyanden eu der
zelver aanhangeren ten ftrengfte wrce-
ken. Dit laatfte fteuudc op eene zeer
(OEurop. plegtige verbiudtcnis, wclke eerft ( i ) iu
’c Lagerhuys, toen in ’t Hoogerhuys was
i’öpö. pag. ontworpen, en door de meefte leden aange-
gaan en oudertckend om , zoo de Koning
doo r moorddaad omkwam, wegens des zelfs
dood op de allerftrengfte w y s , wraak te
zullcn neemen. W elke nieuwe verbindteuis
den twintigften van Grasmaand insgelyks
(i) Europ. ¿oor alle de leden v an ’s Konings (x) Ge-
i S ? heymen Raad, midsgaders door veele in-
1696. pag. Yvoonderca van Schotland ter verzekeringe
vaa ’s Koniogs leeven onderling wierdc aangenomen
, en ondertekcnd. Ten zelven i6<)6.
eyndc verbonden zieh ook honderd jong- ——— •
mans, om den Koning zoo binnen als buyten
’c land als lyfwachters tot befcherming
vau des zelfs leeven enwraakueemingevan
eene geweldige dood, onder zekcr vaandel
ten dienfte te ftaan , waarin nevens
eenige goudemenichen harten totbylpreuk
ftond: Getrouwheyd, (3) Liefde, Eer.
En dewyl z y deezen dienft vryvvillig on- i . S ’,
dergaan hadden , wierden z y daarom pag,
de Koninglyke bende vrywilligers ge-
naamd, en drocgen blaauwe linten mec
eene Engelfche fpreuk doorwrogt op
hunne hoeden. Invoege alle deeze plegtige
verbonden tot meet beveyliging van
’sKonings leeven en wraakneeming van
zyne dood, zoo die op eene geweldige wys
veroorzaakc wierdc, toc hec maaken van
de twee volgende penningen, aanleyding
gegeeven hebben.
fa/i-iifcF ■
I. De voorzyde van den eerften bevat in den rand, rondom het borftbeeld van den Britfchen
Vorft, deezen tytel:
W I L H E L mus I I I , D ei G r a t i a M A G næ B R I T a n n i æ ,
F R A N c iæ e t H I B e r n ï æ R E X .
W I L L E M DE I I I , DO O R GODS G E N A D E KONING F A N
G RO O T B R I T T ANJ E , F R A N K R Y K
E N l E R L A N D .
I R R I T A C O N S P IR A T IO A D V E R S u s G U I L I E L M U M I I I ,
A N G L IÆ R E G E M , 3 M A R T i i 1696.
F E R G E E F S CHE Z A M E N ZW E E R I N G T E G E N W I L L E M D E N IIJ,
KO NING F A N E N G E L A N D , D E N 3 F A N
L E N T EM A A N D 1696.
Koning Willem aldus van de waarheyd
des geraelden verraads en aile zyne om-
ftandigheden zynde verzekerd, verfcheen
dien zelven dag in ’c Parlement, en dccd
0)Hurop. cene(i) aanfpraak aan beyden de huyzen,
I. ftïïj’ waarin hy den gcfmeeden aanilag tegens
1696. zyncn perfoon, het gevangen neemen van
P*s-i9'^- eenige vloekverwanten, en de gercedge-
maaktcroebereydièlen van Vrankryk, toc
het doen vaa ecncn fchielyken inval iu
Grootbrittanje, zeernaadrukiyk vertoonde,
ten eynde z y by zoo dringend gevaar op
bequaame middelen rot handhaaving der gemeene
veyligheyd wilden bedacht weezen.
Ingevolgen deezer bekendmaakinge,belloo-
ren beyde dc huyzen den Koning wegens
dc behoudenis van zynen (x) gehcyligden (i) Europ*
pcrfoon, doo; het tydig ontdekken, geluk
te wenfchcn, onder plegtige vcrzekering, 1696.pig;
dat z y al hun vermoogen zouden infpan-
nen
De tegenzyde verbeeldt het famengeftrikte lint, door de veibondelingcn tot cen blazoenieken op
hunne hoeden gedraagen, waar op onder vier kroonen in ’t Engelfch liaat:
T H E N A T IO N A L A S S O C I A T IO N F O R K IN G
W I L L I A M I I I .
HE T F O L K L Y K E E E D G E NO O T S CHA P FOOR KONING
W I L L EM D E N H L
’t Gene het daar rondom geftelde randfchrift nog meer beveftigd » want het luydt aldiis :
D E S E R V A N D O T A M C A R O C A P I T E C O N J U R A N T .
Z Y Z A M E N ZW E E R E N PFEGENS DE B E P FA AR IN G F A N
ZO O D I E R B A A R L E E F E N .
T t z II-De
■fi
l i ;