N E D E R L A N D S C H E
16 9t
t; if ! ' ,i,
I "Ï::
‘1!
' f t
f fl ,
• if f
I'
I. De beeldenis van den nieuwen Luykfcben Kcrkvoogd ftaat, in Kcurvorftlyk gcwaad, op dc
voorzyde vau den eerften, en daarrondom in den rand:
JO S E PH u s C L EM e n s
A R c h I E P i s c o p u s E T E L e c t o r C O L o n i e n s i s ,
E P is c o p u s R A t i s b o n n e n s i s E T L E O D i e n s i s ,
a d m i n i s t r a t o r B E R c h t o l s g a d e n s i s ,
D u x B A V a r i æ .
y O S E F K L EMEN S
J A R T S B I S S CHO P E N K E U R F O R S T F A N K E U L E N ,
BI S S CHOP F A N R E G ENS BURG E N LUYK,
B E f F IN D F O E R D E R TE BERCHTOL SGAT ,
HERTOG TE BE YERE .
; M R ek De tegenzyde vcrbeeldt de ark door den Aartsvader Noacb op bevel van God gcbouwd, wel-
Mofcs ke naar maare zieh de watercn der zondvloed (r) verheftcn, ook te hooger zeUs boven dc hoogfte
kap-7. bergen veiheven wierdc» waarom in den bovenrand ftaat:
S U R G I T , S U R G E N T IB U S U N D I S .
Z Y RYST, B Y ’Y R Y S S EN D E R WATEREN.
II. De voorzyde van den tweeden voert, rondom het borftbeeld van den nieuwen BiiTchop,
in den rand deezen tytel ;
J O S e p h u s C L E xM e n s , D e i G r a t i a E L E C t o r C O L o n i e n s i s ,
U T R IU S Q u e B A V a r i æ D U X .
yOSEE K L EME N S , DOOR GODS G E N A D E K E U R F O R S T
F A N K E U L E N, HERTOG F A N B E Y D E N
DE B E YEREN .
Tuflchen
Tuflchcn vier blaazcnde ftormwinden is eene kerk op eene fteyle rots gebouwd, wclke in ’c
midden van ccne zccr bcroeidc zee onbewccgelyk ftaat» onder dcezc Ipiciik: —
R E C T E , C O N S T A N T E R E T F O R T I T E R .
R E G T , S TANDFAS T IGLYK , E N STERKLYK.
Op den voorgrond van hec ruggeftuk leeft men voorts nog deeze gcwyde fpreuk, tôt op-
fchritt :
b e n e F U N D A T A è s t S U P R A F IR M A M P E T R AM .
Z Y IS WE L G E G R O N D F E S T O P E E N E FASTE
STEENROTS.
III. Dces laatfte en grootfte is den voorgaanden in alles gelyk, uytgezonderd dac geéne kerk op
de in zee geziene fteenrots, noch opfchritc op den voorgrond der tegenzyde gefteld is, zulks hy
geen nadere beichryving vereyfchc.
G elyk de nieuw gekoozen Luykfche
BiiTchop ftraks aan de Vereenigde Staaten,
mids die ten zynen voordccie alle hun
vermoogen hadden ingcipaunen, zoo gaf
h y ook aan den Koning van Engeland van
zyne verkiezing kennis. Eene tyding
voorwaar die by beyden niet dan met hec
uyterfte genoegen kon worden ontfangen,
mids die zieh verzekerd hidden, dat dces
jonge Kerkvoogd>naar’c doorluchcig voorbeeld
van zynen voorzaat, niet minderdan
zyn Broedcr de Keurvorft van Beyere het
gemeen welvveezcn van Europa zoude be-
harcigen, mec z ieh , naar raaace van hec
aangroeijen zyncr magt, ook mec des te
meer naadruks tcgen Vrankryk teverklaa-
reu. Oodertuflchcn nadcrde dc tyd om tegen
dat ryk den veldtogt te opeuen, zulks
Koning Willem, hebbende by het Parlement,
volgens zyne aan den Staat gedaane
(OLavrey bdoftcn, doorgedrongcn, van ( i ) in dit
der'*^com* krygsmagtcn te land te vermeerdeiv.'
ioU ' ren, en voorts allczyne rykszaaken iuEn-
- geland geregeld, zieh den zcfticnden van
Bloeimaand te fchccp begaf ,om ondcr geleyde
van v y f Nederlandfche oorlogfchee-
HiiU'An- gcweft over te ( z ) fteeken.
glet. tom. By ’ t te fchccp gaan was hem de wind
toi. vry gunftig, doch die veranderde op den
volgenden morgen, alswanncer dc Koning
lIIl.Lfeel .
zieh maar omtrent zes uuren van de Hoi-
landfche kuft bcvondc. Wac moeitc men
OndertuiTchen aauwendde om die te bereyken,
zoo waaren alle poogingen, mids
de fterke tegenwind ,te vergeeflch, cn des
fcheen alles gefchaapen om, o f aidaar, op
hoope van eenen voordeeliger wind, nog
lang ce zullcn moeten vcrtoeven o f, om
’c gevaar der vyandlyke rooffcheepen re
oncgaan, weer te rug naar Engeland cekce-
ren. De ftaatszaaken nogthans vereyfchtcn
eene fpoedige overkomft zyner Majefteyt,
zulks die,om meerder fpocd cc maaken,in
gezeldfchap van cenige Lords in eenen roci-
boot (3 ) ovcrging,om door ’cftcrk roeijen
den oever van dc Oranjcpolder ce berey- i.ftuk,*
ken. En zekerlyk die gelukce: want, naa >^94.pas*
de Koning zieh op dceze wys cuiTchen de ^
zevcn en acht uuren aan de onftuymige
zcegolven, en alle ongemakkenvan’tweer
en den wind had bloot gefteld, ftapte die op
den hoek van Holland aan land , hicldc het
avondmaal by den Heer van Rynenburg
te Naaldvvyk , cn vertrok voorts naar ’ s
Graavenhaage , daar hy tuiTchen een en
twee uurcn des nachts aankwam. Deezc
tweede overkomft zyner Majefteyc, hoewcl
nice zoo gcvaarlykdan de eerfte, vinde
ik echter op deezen penning verecu-
wisd.
Cc Hec