
Il iüi
1; .1... 48 N E D E R L A N D S C H E H I S T O R I P E N N I N G E N . I. Boek. 4?
iir
il
üi üiüi
II
Iii:! :üi!
!( 'ùY
■
i6^i . 1691.'
I. Op de voorzyde van den cerflcn is het gelaurierde borftbeeld des Franfchen Konings zeer
iicrlyk m hec harnas gellempelJ, en dac weer omvangen door die randfchrift:
L U D O V I C U S M A G N U S . R E X C H R I S T IA N I S S IM U S .
L O D EWY K D E GROOTE , A L L ER CHR I S T E -
L YKSTE KONING.
Aan den voet van eenen bekranften hcllebaard, zyn op dc tegenzyde vcrfcheydene krygswapenen
en voorgrond beftempeld cn vaandels opeen geftapelJ,cn de bovenrand met dit om* en opfchrifc
;
D E H I S P A N I S , A N G L I S , G E R M A N I S E T B A -
T A V I S AD S T E N K E R C A M .
M D C X C II.
Z E E G E OP D E S P A N J A A R D S , E N G E L S C H E N , DÜYT-
SCHERS E N H O L L A N D E R S B E VOCHTE TE
s t e e n k e r k e . 1692.
is mS t e c n 'ty t c î” '’"^' ™ konings kopftuk beftempeld
LU -
L U D O V I C U S M A G N U S , R E X C H R I S T IA N I S S IM U S .
l o d e w y k d e g r o o t e , A L L ER CHR I S T E -
L YKS TE KONING.
Een Franfch foldaat vclt op de tegenzyde met zynen opgeheven degen cenvoctkncchtdcrRonJ^
genootcn tufichen dit om- en opfchrift :
V I R T U S P E D I T U M F R A N C O R Ü M , P U G N A A D S T E N K
E R C A M . M D C X C I I .
D A P P E R H E Y D v a n ’T F R A N S CHE V O E T V O L K
I N 'T G E V E CHT B Y S T E E N KERKE
. 1S92.
III Dc laatfte, met het zelfde kopftuk als de tweede op de voorzyde beftempeld, heeft op
dc rugzyde ook de zelfde verbeelding als die van den eerften , en vcreyfcht daarom gecne mcuwe
befchryving.
lll.f tu k ,
1692. pag.
Cl) Europ.
Merk,
l l l .f tu k ,
1692, pag.
Wat ook van dc grootheyd dcczer ovcr-
winuinge z y , dc Hertog van Luxemburg
tien ftukken kanon hebbende gewonnen
en flèches v y f veudelcn aan den ( i ) Ko*
ning können toezcndcu , ontzag zieh niet
van aan den zelven in zynen afgevaardig-
den brief ce bekennen, dac hcc voecvolk der
Bondgenooten in zeer goede orde den aftogt
ni. ftuk,
1692. pag.
96.
(4) Europ.
Merk,
l l l.f tu k ,
1691. pag
93*
gedaan , cn hy des beft geoordceld
had zieh met geene vrugrelooze vervol-
ging Qz) op te houden. Des onaaugezien
becuygde de Franfche Koning , aan deu
Aartsbiflchop van Parys cot hec laaten ziu-
gen van den Ambrofiaanfchcn lofzang
ichryvende, dac zyne benden een goed gedeelte
van der Bondgenooten voecvolk
hadden verflaagcn, daar van zesduyzend
op de plaats geveld en, tegens de gemelde
getuygenis van zyncn eygen Hoofdbevel-
hebber ,de overige zouden op de vlugt (3)
gedrecven hebben. En hocwcl men dcwe-
derzyds in ’c licht gegecvcne lyften zoo
van de doodcn als vandc gequetften, waar
uycbleek dac het verlics'aan Vraiftcryks
zyde (4) grooter geweeft was, zoude können
verdacht houden, zoo gaf hcc opvol-
rekeniug had gevonden. Want dewyl dc
Koning van Engeland cn de Keurvorft van
Beyere alles aanvvendden om eerlang mct
den zelfden vyand andermaal handgemecn
te worden, zoo vondt die goed zyne grove
gende gedrag zoo van de ccne als andere
zyde genoegzaam te kennen, wie by dit
laatfte gehouden gevecht hcc minft zyne
pakkaadje, den zevcnden dag naa’t laatfte
gevecht, weg te zenden, en in den volgenden
nacht omtrent twee uuren met de
uyterftc ttilte cn zoo gcoote haaft zync Ic-
gerplaats tc verlaaten, dac hy (5) alle de (5)Europ;
zicke gevangenen, welke hy in denzeegen-
ryken vcldflag bekomen had, mocft ach- 1692. pag,
ccrlaacen , om den aanval van Koning WiU
Icin te onrgaan, welken die Vorft op z y ne
achterhocde, in ’t overtrckken eener
beeke, meende te doen, en waarom z yn
leger zieh al had op den weg begceven,
doch’t gene, mids het bericht vandcrFran-
9oizcn aftogt zeer laac was ingekomen,
ook ter befterade plaatfe twee uuren te
laat kwam. Deeze flillc aftogt cn dat een
ovcrwinnend leger federe genoodzaakt was
het overige van den veldtogt bcdry vcloos te
flyten, deed de flaatkundigen welbegrypcn
dat dc Franfche Haan den Leeuw uyt zyne
klaauwen volgens deezen penning,dat is (6 ) ^<55 L„.rcy
den moed der aanvalieren uyt hec gelcede
verlies, ce wel gekend hadden, om zieh
in een twcede gevecht weder in te laaten. 713*