
l i
■life
f
1704. Voorts leeft men tot lof zyner Kcyzerlyke Majefteyt (i) nog deeze fpreuk van den Maniuaan-
fchcn Hcldendichter op de dikte des pennings:
( iW i ig .
Æn. lib.
i k . 548.
&S49. Q U O J U S T IO R A L T E R
N E C P I E T A T E F U I T , N E C B E L L O M A JO R E T A R M I S . .
N I EM A N D D AN Z Y I S R E CHT V A A R D I G E R N O CH GROOTER
G EWE E S T DO O R D E Z A C T MO E D IGHETD, NOCH DO OR
D E N OO R LO G E N DE WA P ENEN .
f l ) Europ.
Merk.
I l . f lu k ,
1704- pag-
244-
(3) Europ.
Merkur.
I l. f tu k ,
1704. pag.
247.
Naa de verovering van Ulm trok de
Baaoderheer van Thungen mec zyncondcr-
hoorigc bendcQ naar den Ryn en vervoegde
( i ) zich b y ’t groot legcr, ’t gene ondcr
het oppergezag van den Hertog vau
Mariboroug het beleg van Landou dekte,
want die ftad was reeds deu dertienden
van Herfftmaand bercod geworden. De
Roomfch Koning, om dat beleg perfoon-
ly k bytewooneu, was ook elf dagen voor
die berecning van Weenen derwaart vertrokken,
zulks dc Prins van Savoije ende
Hcrtog van Mariboroug hem den twecën-
cwintigfteutuiTchen PhiJipsburg en Landou
te gemoct reedcn, verwelkomden, endoor
het iu't geweer gekomen leger,naar zyn ver-
b ly f f t gene te Ilbesheym vervaardigd was,
onder het losbranden aller beukerycn tegen
de belegerde ftad, geleydden. Voor deu
Engelfchen Hoofdbevelhebber bragt hy
cencn brief (3) van den Keyzer zynen Vader
mede, in welken hy den Hertog van
Mariboroug niet alleen wegens zyne betoonde
dapperhcyd en goed beleyd bedankte,
maar in erkentenis der zelven hem onder
hec getal der Ryksvorften verhefcc.
Vao welken brief, naa hem mec deezen
nieuwen tytel begroet te hebben, de inhoud
van woord toc woord dusdaanig
was. .Veer gaarn noem ik it met deezen
naam en ß e l u, uyt myne eyge beweeging, onder
het getal van de Vorßen des ryks,
V gent de grootfte eer van Tuytfchland
is. Ik doe dit ook niet zoo zeer uyt
opmerking van den ouden adeldom uws
doorluchtigften geftachts, als ter oorzaa-
ke van de uytfteekende dienften , welken
gy aan my , myn doorluchtig Huys en
aan het Keyzerryk gedaan hebt. Hier
mede heb ik openlyk willen te kennen
geeven, hoe zeer ik my verfchuld ken aan
de Koninginne van Grootbrittanje , we-
gens dat zy my zulken aanmerkelyken byftand
heeft gezonden ill Zwaben, en z e l f
ook in Beijere, alwaar myne zaaken en die
des ryks in eenen zeer moeijelyken ftaat geraakt
waaren, door den opftand van den
Keurvorft van Beijere ter gunfte des Konings
vau Vrankryk : midsgaders aan ti
z e l f , wegens dat gy haare bevelen met zoo
veele voorzigtigheyden {4)geluk hebt uytge- f*») Europ.
voerd. Niet alleen defaam maar ook alle de it.'ftik,
Legcrhoofden myner krygsbenden,die mede- »704-pag;
ge zellen van uwen arbeyd geweeft zyn, en '
deel aanuwe overwinningen gehad hebben,
zeggen openlyk uyt, dat men de goede gevolgen
van deezen veldtogt voornaamlyk aan
uwe raadftagcn en dapperheyd, gelyk ook
aan de kloekmoedigheyd der Engelfchen en
andere krygsbenden, welken onder uw bev
e l geftreeden hebben, verfchuld is. Z y
zyn zoo groot en de overwinning by Hoogfted,
in 't byzonder, is zoo aanmerkelyk,
dat de voorgaande eeuwen niet gezien hebben,
dat ooit eene diergelyke behaald is.
Zulks wy ons können vleyen , dat wy
niet alleen de verderftyke poogingen der
vyanden hebben te niet gedaan en de wag-
gelende zaaken van Tuytfchland, of, om
beter te zeggen, van geheel Europa herfteld,
maar dat wy ook wel haaft de vol-
\ome en heele vryheyd van de Chrifte wer-
'eld geiukkiglyk tegen de magt van Vrank-
y k , waarmede zy gedreygd wierdt,we-
ier zullen beveftigd zien. Ik ben verzekerd
iat gy alle uwe zorgen zu lt aanwenden om
tot dat eynde te geraaken, en ik heb niets
meer te doen dan n te verzekeren dat tkal-
tydgereed z a l weezen om u in alle gclegen-
heden de grootfte tekenen van eene zeer erkennende
genegenheyd te betoonen. Ter gedachtenis
deczer vcrheiTingc, waarvan de
brief den achtcntwiDtigften van Oogftmaand
tc Weenen gcdagcekcnd was, is re
Uytrcchc dees gedenkpenning gcmaakt geworden.
if ; , i
i l „
De eenc zyde voerc de gelaurierde knots van Herkules, temmer der gedrochten , tuiTchen drt
oin- en opfchrift :
G L O R IO S A E T Q U Æ L A B O R U M C O N S T I T I T V I C T O R I A ,
A D D A N U B IU M G A L L I S FU S IS .
M D C C I V .
G LOR IR T K E E N D I E R B A A R E O F E RW IN N I N G O F E R DE
F R A N C O I Z E N A A N D E N D O N A U
F E R S L A A G E N 1704.
Op de tegenzyde leeft men, binnen eenen lauwerkrans, dit rocnrryk opfclirift:
C E L S IS S IM O S a c r i R o m a n i I m p e r i i
P R IN C I P I A C D U C I D E M A R L E B O R O U G ,
S E C U L I N O S T R I H E R O I F E L I C I S S IM O ,
G A L L O R U M B A V A R O R U M Q U E V I C T O R I ,
P R O P T E R C Æ S O S , F U G A T O S , S U B M E R S O S ,
C A P T O S C O M M U N E S IM P E R I I H O S T E S S A C R U M .
M D C C I V .
A A N D E N H O O G F E R H E F E N P R IN S F A N 'T H E I L I G
RO OMS CH RTK,
D E N HERTOG F A N MA R L BO R OU G ,
g e l u k k i g s t e n h e l d o n z e r e e u w e
E N O F E RW IN N A A R D E R F R A N C O I Z E N E N B E I J E R S
CHE N TOEG EWTD ;
WE G E N S H I D E G EME E N E F T A N D E N
d e s K E T Z E R R T K S HE E F T F E R S L A A G E N , F E R J
A A G D , F E R D R O N K E N ,
g e f a n g e n 1704.
i
f i i i i
■ . i i . :
■il« '’"■I
Naa ‘t ontfangen van deezen gunftbrief
keerde de Hertog vau Mariboroug weer
naar \ grooc leger, om het beleg vanLan-
dou tc dekken, met aan hec vyandlyke hcc
hoofd te bieden, o v c r ’t welke dc gevlugte
Keurvorft van Beijere cn de Hcrtog van
Villeroy hetgebicd voerden. De eerfte had,
ccr hy mct het overfchot des geflaagen legers
uyt het ryk week, met toelaating van
den Hcrtog van Mariboroug, eenen brief
(i)aanzyue bcdrukte Gemaalin gezonden, (i)Euro^5
welke nevens haare kinderen zichteMun- Merk.^
chen, hoofdftad van Bcijere, ophieldr. pag,
Hier was alles in de uyterfte neêrflagrig. 13»-
heyd, de voorgaande zeegetekeus waarcn
in jammerklagteu veranderd, cn dc vcr-
twyfcldhcyd wegens het aanftaande nood-
lot van den Staat op aller aanzigten te Ice-
F f f f f X z em