
:¡ ü:
I li.
!■ ■
'i ■'
' 1
| ' 7 | ,,i.
iíl „ím!
T f íg x .
V I C T O R IÆ P R O E M IU M A G A L L i s R E P O R T A T um.
DE P R I S D E R O V E RW I N N I N G E O P D E F R A N C O I Z E N
B EVO CHTEN.
XXV. De voorzyde van deezen voert het kopftuk van den Franfchen Koning omzoomd door
dit randfchrift :
L U D O V I C U S M A G N U S R E X .
KONING L O D EWT K D E GROOTE.
De zcifJe Koning, zltcende op dc tegenzyde in ’ c midden der zee fchreijclmgs op eene hoorn-
ilak, houdt in zync rechter hand eenen gebrookcn drietand» onder dit randfchrift;
E X T Ü L E R A T C O R N U A , SED P E R I I T SA LO .
M D C X C I I .
z r V E RHE F T E WE L HA A R E HOR ENS , MA A R
D I E K R OM P E N I N DOOR 'T ZO UTE
WATER. i6pz.
XXVI. o p de voorzyde van den voorlaatftcn leeft men, rondom het gelaurierde kopftuk van
Koning Willem, in den rand deeze tytels;
G U L I E L M ü s I T I , D e i G r a t i a M a g n æ B R I T a n n i æ , F R a n c i æ
E T H I B e r n i æ R E X , F i d e i D e f e n s o r
P i u s , A u g u s t u s .
W I L L E M D E I I I , DO O R GODS G E N A D E KO N IN G VAN
G R O O T B R I T T A N J E , V R A N K R Y K E N l E R L A N D ,
GODVRUGT IG EN DO O R LU CHT IG B E S CHER ME
R DE S GELOOFS.
Op de andere zyde is in den rechteren hock onder eene middagzon het fchip B R I T T A N -
N l A, waarop dc Admiraal Ruifcl het bevel gevoerd heeft, verbeeld, even als in den flinkeren
eene ondergaande Zon nevens het zinkende Franfche fchip DE K O N ING LY KE ZON,
’t gene dc Franfchc Admiraal Tourville gevoerd had. Het om- en opfchrift luydt aldus:
SO L O R I E N S F U G A T O C C ID E N T E M , D i e | MAJI.
M D C X C I I .
DE O P G A A N D E Z O N V E R J A A G T D E O N D E R G
A A N D E D E N 'A d a g F A N BLOE I -
MA AND. ißpi.
XXVII. De laatfte en klcynfte eyndelyk voert rondom het kopftuk van Koning Willem in
den rand deezen tytel :
G U L IE L M U S I I I , D E I G R A t i a .
W I L L E M DE I I I , DO OR GODS GENADE .
O p de t eg e nz y d e ziet racn het Franfchc Admiraalsrchip de K O N I N G L Y K E ZO N ioo!
’t vuur vetteeren en daarotn deeze fpreuk gclfeld in den bovenrand ;
IG N I B U S IM P A R .
Z Y K A N T E G E N S 'T V V V R NIET .
1 591 .
( 0 Europ.
Merk.
III. (luk,
j fpi . pag.
96.
.) Europ.
a
A-lerk.
III .Ilu k ,
1692. pag.
99.
Deczc overwinning cer zee behaald,
gelyk ze zoo grooc gecal van gedenkpen-
iiingen heeft voorcgcbragc, onrftak ook
geene mindere begeercc in ’c verbonde leger
om aan Vrankryk hcc veroveren van
Namen door ccn niec min gelukkig gc-
vechc ce land beraald ce zetcen. Dierhalven
had Koning Willem niec als naar gelegeo-
heyd gezochc om mec deu vyand handge-
meeu ce worden : eu zynde vcrwiccigd
van den waaren toeftand des Franfchen
légers , ’c gene zieh by Steenkerke had
neêrgeflaagen , des eyndelyk bcflooten,
hec zelve aidaar, onaaugezien hcc voordeel
van den grond, hec kofte wac hec wilde
te bevechten. T o t dac eynde brak het
verbonde heir den derden van Oogftmaand
( i ) met den opgang der zonne in twee
hoofddeelen op , en uaderde in die ordc den
vyand, welke op eenen afgebroken grond
tuflchen vcrfcheydene heggen en hoogten
was gelegerd. De Hertog van Wirtem-
berg, die over de voorhoede van ’c ver-
bondc leger het bevel had, trok door z e ker
bofch, ’c gene dat der Françoizen dck*
te eu nam eene der hoogten in bezic,
mids de overige door de Franfchc benden
bezet gehouden wierden. Alhier planere
hy omtrent e lf uuren hec aangcvocrde kanon
, cn hebbende van den Koning drie
uurcn daarnaa ( i ) bevel toc het doen van
den aanval gekrcegeu, liec hy ten fpoc-
digfle tien Bataillons längs de rechter hand
voortrukken , terwyl onder hec bcleyd
van den Heer Fagcl zeven andere hec zelfde
aan de flinker hand deeden. Dusbeyden
gelyklyk aanvallende hadden z y ook bey-
dcn hec zelfde geluk. Want hebbende de
vyandcn van hunne hoogten vcrdreeven
verovcrden z y hun gefchut cn beukerycn,
ja maakren dus plaacs aan de volgende
benden om voortrukkende zieh tegens den
vyand meer en meer te können uytbreyden.
Dc Koning op ’t ontfangen van zoo
gunftig nieuws zondt dierhalven aanftonds
aan den Hoofdbevclhebbcr Mackay bevel
om mcc zyne onderhoorige flagorden dc
reeds zoover doorgedronge benden onder
Wirtembcrg cn Fagel te onderftcunen.
Straks ruktc die toc dat eynde voort, doch
eerlang eenc ongeliikkige koegcl hem z c lf
uyc hec leeven , cn dewyl op den zclvcu
tyd (3 ) de Ondcrbevelhebber Tettau door
ceue ontfaoge wonde buyten ftaat van ’c
bevel ce voeren geftcld wicrdc, maakten
de aangevoerde bcudcn,ontblootvan hunne
twee Hoofdbcvclhebbcren,ccue vcrkecrde
bcwecgingmec in dc plaatsvan dc doorge-
drongene'bcnden ce ondcrfteuuen zieh ge-
lykerhand ter rechter zyde uyc brey-
den. Die dierbaar oogenblik nam de vyand
waar; want, zynde verftcrkt mec eenige
duyzend ruyters , die zieh onder (4)
Bouflers immidels b y ’ c Franfche leget
vcrvoegd hadden, ftortte alle hecFranlche
voctvolkop de weynige Staatfche benden,
die de hoogten nu b y ’c half uur hadden in-
gehouden, en des, by gebrek van ’ t veror-
dende onderftand , genoodzaakt wierden
ce wyken. Koning Willem trachtte federt
wel dceze wanorde te herftcllen en deed
het vyandlyke voecvolk op de hoogten
cen-cn andermaal aantaften. Maar alle z y ne
(3)Europ;
Merk.
I l l. ilu k ,
ißpz.
pag. 101,
poogingen waaren vrugcloos, hy kon
(4) Europ’
Merkur.
lll.Ilu k ,
1692.
pag. 8s.
den verlooren grond nooic weer herwiri-
nen, en vondt des goed aan de nog in 'c
gevecht zynde benden omtrent zes uuren
(S) ’s avonds hec teken rot den aftogt te
geeven om in de vcrlaate legerplaars tc rüg
tc trekken. Dit gefchiedde in zoo goede
orde, dat de Hertog van Luxemburg, gee-
ne kans ziende om met vrugt op de aftrek-
kende achcerhoede te ftorten , zieh ver-
noegde eenige benden, tot getuygen van
dc goede voorzorge des Konings, vanvet
ftechts te laaten voigen. De Franfchc Ko-
ning, die mct het behouden van’c flagveld
zieh de glori der overwinninge aanmaatig-
d e , beval dierhalven den tienden van
Oogftmaand in zyne hoofdkerk te Parys
den (ö) Ambrofiaanfchcn lofzang te zin*
gen, wordcnde door de Hooge fchoolder
opfchriften naamaals dcswcge ook de
drie volgende penningen gemaakt.
I l l . i lu k ,
1Ö92. pag.:
100,
(6) Europ.’
Merkur.
III. iluk ,
1692. pag.
96,