
I ' 'ff
' 5 : . i : /
''
i l ■: ■ ' ''
,1
i
1697. De Czaar zieh op zoo zonderlinge wys
--------- ccn wyl in Holland hebbende opgchoudco,
flak in ’c gezelfchap van alleen veertien oi
vyfrien perzoonen mer drie oorlogfcheepen
cii ecu jagc, onder ’ c bcleyd van den Ou-
m S ’’"'’' deradmiraal Micchel, (i ) naar Engeland
I .f t u k , over, alwaar Koning Willem het hof der
1698. pag, Koninginne Weduwe.’t gene opden Teems
zyn uytzigc hecfc, toc zyn verblyf iiec
vcrvaardigen; maar zyn Czaarfche Maje-
fley t willcnde zich mede onbekend in dat
ryk ophouden, bedankte daar voor den
Britfchen Vorft en nam haar b ly f in cen
gemeen huys, digt by de fcheepstimmer-
wcrf, alwaar z y zich in de fcheepsbouw-
kunde ocffende, evengelyk z y in Hollaud
gedaan had. Dc Magiftraat van Londen.
weecende hoe dc Czaar die alles deed om
eenc grondige kennis van de fchcepsvaart
te bekomen, liec in eenen arm van den
Teems een ipiegeJgevecht van verlchcyde-
ne jagren houden, om hem dus te doen
zien, op welke wyze de oorlogsvloocen in
ordc gefchaard worden, ten ftryd komen,
cn in vcrfcheydene fmaldeelingen ilagle-
veren, deinzeu en wyken. Een diergelyk
vermaak had hy ook te Portsmouth, alwaar
twee Efquaders tegen elkander in een
fpiegelgevecht lloegeD,en by die gelegenheyd
alles vertoonden, wat in eenen vollen
zeeflag voorvalc. Des zynde wel voldaan,
en door Koning Willem met een Vorftlyk
MerkSr°^’ jagt» vocrende dertig ftukken, en (z )v an e e -'
I . f t u k , ’ ne ongemeene waarde, befchonken, keerde
1Ö98. pag. f e r g g n a a r Holland, alwaar zyne Gezanten
een- en audermaal de Vereenigde
Staaten verzogcen,dewyl hun meefter thans
was genoodzaakt de wapenen tcgen den (3)
gemeenen vyand der Chriftcnen te vocren,
en des ook werklyk bezig was eene vloot
van ruym zcvcntig oorlogfcheepen en over
de hondcrd galeijen te laaten bouwen, om
die in dc Zwarte zec ce gebruyken, van
hem met ecnig geld (4) cn icheepsbehoefte
tc willen bylpringCQ. En hoewel die op
ccne zeer bcleefdc wy ze (y) wierdc afge-
weezen, mids de groote Ichulden waarin
de Staat door den laatftgcvocrden oorlog
geraakt was, zoo vonden z y echter goed,
als de Czaarfche Gezanten naamaals af-
fcheyd namen, van aan hen en hun gcvolg
twaalf goude ketenen, ieder mcc cenen
gouden penning voorzien, en gezamenrlyk
over de (6) twintigduyzend guldens waar-
dig, re bcfchenken. Die gefchiedde den
achtentwintigften van Wynmaand, zynde
door de Heeren van ElTen, Groenincx,en
Kniphuyzen van hun verblyf mec een grooc
geral KarrofTen van Staat te hoof gehaald
(7) en van daar weer te rug gebragt. Naa
’t vertrek zyner Gezanten bleef de Czaar
zelf niec lang in ’s Graavenhaage, want
hebbende den Magiftraat dier plaats bedankt
voor dc aangeboode vreugdetekenen,
wclke men aidaar voor zyne afteyze wilde
aanrechten, vertrok hy ren hoogfte ver-
Doegd wegens zyne gedaane oncdekkingen
ce rug naar zyne Staaten. Gelyk dit gezanr-
fchap het doorluchtigfte was, ’c gene raen
ooic in de Vereenigde Geweften vau eenigen
Koniug ontfangen had, mids die z e lf onder
het gevolg was, zoo gaf de verre reys van
zoo grooten Vorft ook aanleyding tot het
maakcn van deezen gedenkpenning.
(3}Rsfol.
der Staat.
uencr.
loOft.
'Ö97.foI.
SîJ.
(4)Relol.
derStaaten
Gener.
14 Oft.
1697.
fol- 534.
(S'yReiOl.
dcrSiaaten
Gener.
isO ft .
fol, 536.
en 18 0(ft
(6) Refoi.
derStaaten
Gener.
2 4 0 Û.
« S Î S .
(7)ReroI.
der Staat.
Gener.
18 OÆ
1697.
fol.jöi;
De gekurierde beeldenis van den Moskovifchen Vorft ftaat op de voorzyde, omzoomd door
dit randichrift ;
P E T R u s A L E X E I E W I C X , D e i G r a t i a M a g n æ
m o s c o v i æ t z a r .
P E T E R A L E X I S Z O O N , DOOR GODS G E N A D E C Z A A R F A N
GROOT MOSKOF I E .
Op de tegenzyde is hy aïs een reyzende Herkules afgebeeld, tulTchen dit om-en opfchrift:
P E R .
P E R L U S T R A T T E R R A S A n n o M D C I I IC E T M D C I IÇ
HY B E Z I G T IG T DE L A N D E N IN ’T J A A R
1697 E N i6p8.
Z yn vertrek uyc ’sGraavenhaage gefchiedde
met een binnenjagt over Delft,
alwaar hy de deftige wapenhuyzen der
Staaten van Hollaud met zeer veel oplcc-
tendheyd bezigtigde, cn hcc jagt voor hec
kruydhuys der Algemeene Staaten, ’t gene
een vierdedeeluurs buyten die ftad aan
de Schie legt, deed ftil houden, en door
twee Heeren zyns gevolgs den verraaarden
Antoni Leeuwenhoek verzockeojom zieh
in een der volgende vragcfcheepen met z y ne
weergalooze vergrootglazcn by hem te
vervoegen; dewyl hy ze lf in ’c doorvaa-
ren aau zyn huys wel zoude gekomen hebben
, by aldien dac, om den toevloed der
menigte te ontvlugcen, met voordacht uiet
was achtergelaaten. De verzogte Heer
dan vervoegde zieh derwaart cn had de
eer van onder andere zeldzaame ontdek-
kingen, den wonderlyken omloop des
bloeds in eene aaIeftaart,door’cmiddel z y ner
zonderlinge vergrootglazcn, tot 200
groot genoegen des Vorfts, te doen be-
Ichouwen, dat zoo in deeze als andere be-
ipiegelingen by de twee uuren wierden ge-
ficeten, en de Czaar voor zyn vertrek
den gemelden Leeuwenhoek, wegens ’t
laaten zien van zoo overkleyne voorwer-
pen, by handtafting ook van zyn e zoaderlinge
dankbaarheyd verzekerde. Hoe
grooten naam zieh de voorgemelde lief-
hcbber door zyne uytgegeevenefchriften,
wegens zyne zeldzaame ontdekkingen verkreegen
heefc, is alom bekend; des zal
’t ons genocgzyn hier in ’cvoorbygaanaan
te merken dac die toc aller Vorften hoven
van Europa was doorgedrongen. Invoe-
gc Auguftus, Koning van Poolen; Fredc-
rik de I , Koning van Pruyfeu; Karel en
Joris Köningen van Grootbrittanje; en
een overgrooce menigte van mindere Vorften,
Prinfen, Grooten en Afgezanten,
bchalven een onnoemclyk getal van gclct-
terde perloonen der Chriftenheyd, om zync
zeldzaame ontdekkingen te belchouwen,
zieh te Delft ten zynen huyze zoonu
zoodan vervoegd hebben. Ulrik, Hertogvan
Wolfenbuctel,hcefc hem met zyne
beeldceuis, in zilver gedrukt, evengelyk
ook anderen met andere tekcnen hunner
hoogachcinge befchonken. Onder andere
is ook dees gedenkpenning op bevel van
den Heer Antoni Cink , Hoogleeraar in
de Natuurkunde in de Hooge fchool van
Loven , ’t zyner ontftervelyke eere gemaakt,
endoor my aan hem op eene plcg-
tige wy ze volgens ’t ontfange bevel over-
handigd.
De voorzyde bevat het kopftuk des grooten mans, die een zoon was van Philips (i) Leeuwen- (j)Befchr;
hoek en Margrictc Bel, te Delft den vierentwintigften van Wynmaand des jaars zeftienhonderd- van Delft
tweeendertig gebooren. By zyne gemaalinne Barbara de Mey teelde hy drie Zoonen en twee 101.765.
Dochters. Van welke hy echter alleen Maria Leeuwenhoek op zyn overlyden, den zesentwintig- (j^Bcfchr;
ften van Oogftmaand des jaars (i) zeventienhonderddriecniwintig voorgevallen, ongchuuwd heeft
- .jnDdh
achtergelaaten. In den rand ftaat voorts;
fol. 768.
;