
B l . 2 ?
Iii II :.i
ï6ç6. Her flibbcrig geluIc ftaat op de tegenzyde opecn rad, en werpt ondcr de toegcvloeide menlg-
te zyne gaaveii le grabbel i binnen die randfchrift:
D I V I T I S A L T E R N A S E T P A U P E R I S A C C I P E S O R T E S .
ON T F AN G DE E E U R T E L IN G S CHE L O T E N V A N D E N
R T K E N E N ARMEN .
II. De kleynfte is van goud en voert eenen gckroonden dubbelen arend, zyndc het wapcn der
ftad op dc eene, cn dit opfchrift op de andere zyde;
S O R T E S A R E N A C E N S E S M D C X C V I .
A RNHEMS CHE L O T E N 1696.
( i ) Europ.
Merkur,
l . f tu k ,
16,6. p,g.
(z) Europ.
Merkur,
l .f tu k ,
1696. pag.
194.
Dat ieders lot o f noodlot, by de Heyde-
ncD als eene Godheyd geeerd en by de
Chriftcnen als eene enkele voorfchikking
Gods gehouden, den menfch niec altyd even
gunftig z y , jad e hoogfte en wclberaamfte
voorneemens alcemets verydelt cn dwars-
boomt,leert de dagelykfchc ondervinding,
cn gaf dit jaar door ’c ontdekken van een
fnood verraad tegen Koning Willems leeven,
daarvan weder een zeer zonderling ;
Voorbceld. Op hoope dac die wel zoude '
gelukkcn,liad men in Vrankryk federt eenigen
tyd langs alle de zeekuften ongemeene
toebereydzelcn tot het doen eener landinge
in Engeland gemaakr. Vier-of vyfhonderd
fcheepen,bequaam om de manfchap ( i ) ,
paarden en noodigen voorraad over te voe-
ren, midsgaders dertig oorlogfcheepen om
ze te geleyden, toc dac eynde in verfcheydene
havens uyrgeruft; cn achttien regementen,
onder’c beleyd van den Markgraaf
vanHarcourt, in alien fpoed naar Kales eu
Duynkerke doen afzakken, om Koning Jakob
, die reeds in de eerfte ftad was ( i )
aangeland, mec den aanvang van Lente-
maand en de hulpe der vloekverwanten in.
Engeland op dien troon ce herftellen. Der.
tig waaren deeze omtrent fterk,en van zins
om Koning Willem, als hy naar Rich-
mont ter jagc ging, o f ciders omzich te
verluftigen uytreedc , in ’c doortrekken
van de eene o f andere naanwte te vcrmoor-
den. Dit moeft te paard gefchieden; waartoe
reeds vyftig waaren ingekogc en twee
der vloekverwanten naar ’r hof gczonden,
om bytyds door den eerften vau de aankomft
der lyftrouwanten , en door den
tweeden van ’ c aaunadercn des Konings
verwittigd zynde,op die beyden gelykcr-
hand, volgens beraamde orde, aan tc vallen,
en ,n a a 't volvoeren desmoords,door
’c aanfteekcn (3) vau fciuvuuren op dekus-
ten van Douvre, de gereedleggende Franfche
vloot wifle kondfchap van den vol-
voerden aanflag te geeven. Een- en andermaal
had die voorncemen geenen voortgang
gehad, mids de Koning door eenige opge-
komene beletfelen van de gewoonlyke ver-
luftiging was weerhouden geworden. Dierhalven
(4) hadden z y eyndelyk vaftgefteld,
hec belegde fchelmftuk op den vyfdcn van
Lcntemaand, als de Koning naar dekappel
zoude ryden , tuflchen dc twee poorten
vau Sint Jamespark ce verrichten, totdat
eynde twee paarden doodfchietendc, dus
den doortogt te belemmeren, en,mids de
volgende lyfwachters om de naauwte aidaar
niet zouden können doorgeraaken,op
den Koning onverhinderd aan te vallen.
Maar die, in den voorgaanden nacht, doot
eenige mecwuftigen van dit voorneemen
gewaarfchouwd , b leef, hoewel half iu
weerwil eu niet als op ’ c krachtig aanraa-
den van den Graaf van Portland, o p ’ t hof,
mids hy om dc gruuwlykheyd van ’cfchelmftuk,
aan de aangebragte ontdekking niet
konde gcloof flaan. Dan dien zelven dag
zeventien der meeplichtigen en federt nog
verfcheydene anderen zynde gevangen ge-
Domen, twyfelde niemand nu meer aan
de waarheyd van het aangebragte verraad,
wiens ontdekking, den aanflag in Engeland,
even geiyk de cegenwinden den toclcg der
gereedleggende Franfche vloorc verydeld,
cn dit weer aanleyding toc her maakcn vau
dcezc drie pcnningCD gegeeven heeft.
}. Bin.
¿ I f “''
I. ftuk ,
1696. pag;
i94r
(4)Europ4
Merk.
I ,flu k ,
1696, pjgJ
I93î
I. Binnen’ t randfchrift van *s konings gewoonlyke tytelen, ftaat op dc voorzyde des zelfs
Iturierde borftbeeld,gedekt door een fchild, waarop in eene zonncftraal de naam J E H O V A H
(HEERE) binnen deczc fpreuk, gefteld is:
N O N L Æ D Ï T U R , Q U EM T E G O .
HY W O R D T N I E T B E L E D I G D , D I E N IK BESCHUT.
Zes vrouwen, zyndc het zinnebeeld van’t gefmeede vioekvcrwantfchap, zyn op de tegenzyde,
voorzien met flangen, toortfen, en pookcn (betekcnende vergift, geweld en moordcry) om op
*t leeven van Koning Willem toe tc leggen, doch die door de koorden, dat is het bedwang van
cenc hoogcrhand , welke zy oni haare halzen hebben en die in ccnc wolk te famen gchechc zyn,
Worden betcugeld en daarvan weerhouden i waarop bel randfchrift zinfpceldt :
D E X T R A L A T E N S C O E R C E T , M D C X C V I .
E E NE V E R B O R G E H A N D B E T EÜG EDT ZE, lös«.
II. De voorzyde van den tweeden voert bet ongelaurierde borftbeeld van den belaagden Vorft,
binnen deezen tytel;
W IL H E Lm u s I I I , D e i G r a t i a M A G n æ B R I T a n k iæ , F R A N c iæ
E T h i b e r n iæ R E X .
n u ‘Deel. T t fVlLf
i