
( 1'
Fh s ,
[ i i
U* il
II: :|-'-
v i,.
n ^■
II J;: /:
M il
:iy
i ‘
1 5 2
169Y. Naaft eene fierlylcc opgerechte grafzark zyn verfcheydene tveurende onderdaanen , onder dit
' randfchrift, vcibecld:
M O R IE N S E V A S I T A D A S T R A .
S T E R F E N D E I S Z Y N A A R 'T G E S T A RN Y E OPG E S T E EGEN.
Voorts, om te weecen wanneer dit gefchied was, leeft men op den vierkanten voet van ’t
opgerechte praalgraf:
O B I IT V I I J A N u a r i i M D C L X X X X V .
O F E R L E E D E N D E N 7 F A N L O UWM A A N D 169^.
( i ) Europ.
Merkur.
].Üuk,
1695. pag.
61.
(1) Europ.
Merkur.
I.ftu k ,
1695. pag.
173-
Naa ’c affterven der Koninginne, wierdt
Braks hec Jyk geopend, het hart en dc ingewanden
in eene loode kift gelegd, en te
Weftmnnfter gebragt zynde, in de Koninglyke
grafkclder van Hendrik den VII. al-
daar begraavcn. Hec ly k zelf gcbalzemd
zynde bragc men den negenden van Louwmaand,’
smorgens ten drie uuren,in eene
rosbaar, mec purper laken overdekt, van
(1 ) Keniingcon,daar de Vorftiuoverleeden
was, naar Withal; om vervolgens, toc dat
alles ter begraavenifle verzorgd was, voor
de nieuwsgierige gemeente op een heerlyk
praalbedde reo toon gelegd re worden.
Zulks ieder de vryheyd had om her gebal-
zemde lyk dagelyks van ’s middags toc ’s a-
vond s tenvy f uuren tc können bezigtigen:
zyndc alles alhier zeer pragtig toege-
fteld, de hofverrrekkenindiepen rouwbc.
hangen, doch door een groot geral ontftoo-
kene kaarfen ,die alom op zilvere kroonen,
haugblakers, en kandelaaren gefteld waaren
, overvlocdig verlieht. Den vyfcn-
twintigften (z) van Lentcmaand gefchiedde
dc begraavenis mec zoo grootc ftaatfi, als
nog ooic in Engeland gezien was. Het gckifte
lyk was gefteld op eencn open rou-
wagen door acht paarden voorrgctrokken,
van welken ieder met dehand geleyd wierdr.
Op de kift zelve lagen de Koninglyke fchepters,
de ryksappel en kroon. Van twee
in diepen rouw gekleede vrouwen van der
Koninginne bedkamer, zat de eene aan ’c
hoofd-en de andere aan’t voetencynde van
de kift, welke mct een goudlake kleed
van eenen purperen(3)grond, cubeboord
mec goude fraujen , gedekt was. Ongemeen
grooc was ook de ftoet van die genen,
welke de wapenfchilden, ftandaarden
, en andere eertekenen droegen, cn
voorcs nog gevolgd wierden door allede
leden van ’t Hoog-en Lagerhuys, midsgaders
alle de eerfte en minderebedienden van
’s Konings hof. T e rw y l de Biflchop van
Kanterbury de lykrede deed, wierdt hec in
dc kerk gebragte lyk tuftchcn vier zuylen,
die eenen overprachtigen hemel corftcn,op
een (4) praalgevaarce aan ’c oofteynde van
’ c Koor, voor dat het in de grafkclder van
Hendrik den V II wierdc b ygezet, geplaatft.
Hoc nu die praalgevaartegeweeft zy,kan uyc
den volgenden penning worden afgemeeten.
(3) Europ,
Merk.
I. ftuk,
1695-
*7Sr ,
Europ,
I .f tu k ,
1695. pag;
17Ö,
Wiens voorftuk mct het borftbeeld der ovcrlccde Koninginne, omringd door deezen tytel,
beftempeld is:
M A R IA I I . D e i G r a t i a M A G næ B R I T a n n iæ ,
F R A N c iæ , H IB e r n iæ R E G IN A .
MA.
M A R I A DE I I , DOOR GODS G E N A D E K O N IN G IN V AN
G ROO T B R I T T ANJ E , V R A N K R T K
E N l E R L A N D .
Het lueeeftiik bevat het praalgcvaarte, loo als het in ’t Itoor van de Wcflmnnfterkerlc wa)
o p g e r e c h t , midsgaders op dc wederaydfche opgcftriktc gotdyncn,dit byfchnft:
D E P O S it io i n C H O R O A B B A T iæ W E S T M O N A S T E R i e Nsis
L O N D IN I .
d e T E R N E D E R S T E L L IN G i n ’T KOOR D E R WESTMUN-
S TERS CHE A B TDT E TE LONDEN.
Op de lyft van het gehemclcc zclf leeft men nog dit opfchrift :
M A R IA R E G IN A O B I I T V I I J A N u a r i i M D C L X X X X V .
K O N IN G IN M A R I A O V E R L E E D T D E N 7 V A N L O UWM
A A N D idpf.
Veelcn hadden gemeend dat de dood der zondt zyne pakkaadje naat G cn t, lict zyn
. • _____ 1 Êocr vÊrlchanicn,Koninginne van Engcland geene kl eyhneet vkcarn- on op de tocahdering
in dat r y k , en ondet de geza-
mCntlyke Bondgenooten zoude hebben te
wege gebragt. Maar dc Koniug met bey-
d e n de Huyzen cens zynde, had, naa z y ner
Gemaalinnc dood, geen minder ver-
moo<?ea : zeer groote onderftandgclden
door°de toeftemminge des Parlements ont-
faiigeii, en ( i ) zeven Ryksvoogden benoemd
, om ftaande zyn afweezen dc be-
1695. pag. fticringvan Grootbrittanje en lerland waar
tc neemen. Den vierentwintigften ( i ) vau
Merkur!^’ Bloeimaand kwam de Koning in Holland,
i f tu k , ÇQ vandaar eerlang in ’c verbonde leger,
1^95- p*ß- fterker dan ooit voorheen , voor
^ , ’c grootfte gedeelte te Deynfe was gelegerd,
cn van zinsfchccn, omde befchanfingen,
welken de Françoizen in dien oord hadden
opgeworpen, re bevechten. Hierdooren
(3')Europ. dat de Hertog van Wirtembergfs) Knokke
“ S “ - aantafttc , wierden de meefte Franfche
lö s t . pag. benden derwaart gelokt, en Namen en zyu
flot, waarop niemand gedacht had, ten
fpoedigftc, op laft van Koning Willem,berend.
Dit kon echter niet zoo vaardig ge-
fchiedcn o f de Maarfchalk van Bouflers
Mnto'’’ " ' ‘"'P 2'cS nog “ Ot zcven (4) regementen
I. lu k , ' daarin, zulks de bezetting dier ftad op om-
1695. pig . „gm veertienduyzend man gefchat wierdt.
leger verfchanfen, her kanon op
gangen voeren, doch des nachts alles weer
tot den aftogt vcrvaardigen, die hy mer zoo
veel beleyds.in’tgezigtvan’tvyaudlyk leger
Des onaangczien bcfloot Koning Willem
het beleg tc volvoeren, en Het fiechts der •
tigduyzcnd man ondcr den Prins van Vau-
dcmont, om, op de Franfche beweegingen
achtgeevende, Vlaandre te dekken. Dit
was niet zoodra by den vyand verftaan, o f
die befloot deeze volken, welke tc Woutcr-
gem gelegerd waarcn, tegelyk van voore (y)
(ti^Euiop. l y f „ vallen. Maar
II.ftuk. de Prins van Vaudemont zieh gelaatcndc
1% .pia. y ju de Françoizen tc willen afwachten,)
, toegelchooten om hem te verniclen,
deed , dat alle aanvallen vrugtloos (6) (6)Europi
waaren, en hy tor fpyt des vyands, zon-
der fchaade geleeden tc hebben, zyne ben- jô/,. pig:
den zeegepraalender wys afvoerde. De 125.
Maarfchalk van Villeroy, even zoo zynen
aanflag om N ieupoort te belegeren, door het
krygkundig beleyd van den gemclden Prins,
federt ook verydeld ziende,floeg gevolglyk
het beleg voor Dixmuyde,’t gene van eene
talrykebezetting, en alle het noodige ten
overvlocde voorzien was. Doch naauwc-
lyks waaren de loopgraaven twee dagen ge-
opCLid o f de lafhatcige Stedevoogd gafzich
cn zyne bezetting, onaaugezien ’er nog
geene walbreuk gemaakt was, den achteu-
twintinften van Hooimaand tot krysgevan-
gen ( j ) over, onder beding nogthans, dat
z y volgens den voet in ’t begin van den n.ftuki
oorlog beraamd, zondc moogen vrygekogt iftps-pus-
en maar in die fteden verzonden worden,
welke federt het jaar tweeenzeventig door
Vrankryk gewonnen waaren. De Françoizen
dus meeftcr van Dixmuyde zynde,
rukten ten beleg van Deynze, Wiens Stedevoogd
even lafhartig als de voorgaande,
des zieh ook op dc zelve (8) voorwaar-
den tot krygsgevangen aan den vyand over-
gaf. Welke her gemaakte verdrag verachtende,
de bedonge vrykooping wygcrde,ja
als daar mede de gekfteckende, de gevangen
bekome manfchap z c lf naar Katalonje
zondt. De gedachtenis van her winnen
dcezer twee fteden vind ik op deezen
penning bewaard.
(8) Europ.
Merkur.
II. Iluk.
1695. pag.-
147.
'II'
l . i í