I l i ' I '
r 1 " « f . ”
: 1
ff f e d " '
îf e | ,i ! i f f» " : ; : :
I n 1 : ,, ff
"'■riff^ d ' " ''
1 ' ' f e ' f e , , f e i ; : |
Ifej illj ' ' ‘ '1
' jj , ■
'¡.fl
•' I" ¡.Iff 11-
' f ' ' I'i'dfffe
■; iff
(t) Europ.
Metkur.
I. ftuk,
1706.
pag. 288.
I. ftuk,
1706. pag.
190.
kant van Montjoui, als aau dien oord de
zwakfte zynde, nog den zesentwintigften
’savonds zccr laac geopend, en die zoodaanig
voortgezet, dat doorden vyandnict-
alleen eerlang twcc walbreuken gemaakc, en
dc naderniflen ( i ) tot aan den voec des be-
dcktcn wegs voltrokken, maar alle coebe-
leydfelen, om dien tc beftormen, .vervaardigd
waarcn. Deeze hachlyke uyccr-
ften waarcn echter niet bequaam om de
dapperheyd van den beiegerden Koning te
ontwapenen, als geftadig nog hoopende
op denaan hem beloofde onderftand,’cwel-
ken hy wift op weg te weezen. En waarly
k in eenen tyd , als niets meer te hoopen
fcheen, zag men de zoolangverwach-
te hulpvloor den achtften van Bloeimaand
onder den Ridder Leake opdaagen, naa
dac de Franfche Vloot, van haarc aanna-
deringe verwittigd (z) zynde, ’sdaags te
vooren gevlugc was. Op haare aankomft
wierden aanftonds vyfduyzend man ont-
icheept,endie b y dc walbreuken geplaatft,
om den gevrccsden ftorm tc verhoeden.
De vyand nogthans gelicc zicli in den beginne
hcc beleg, te willen achtcrvolgcn,
doch op den elfden hebbende begonnen af
te trekken , zag men hem den volgenden
dag en juyft toen, als aan de zonne ecnc
ongemeene raaning gezien wierdc, met zoo
groote verbaasdheyd het ondernoomen beleg
gehcel opbreeken, dac hy honderdzes
ftukken metaai kanon, (3fevyfcncwin- (3) Eu-
cig mortieren, vyfduyzend ponden bus-
kruyc, en eene oogcloofiyke menigte van i7oö.pjg.
koegels,-- granaaten, fpaden, fchoppen,
houweeleu en allerhanden voorraad van
eetwaaren in de verlaate legerplaats ach-
terliec ,* wordende daarcnboven nog eeu
grooc getal der vlugteliogen door de inde-
wapenen gekomene huysliedcn in de
naeuwcen der op den weg gelegene gcberg-
ten aangetaft en omgebragc. T e r gedachtenis
vau welk tydig ontzet ik de
volgende gedenkpenningen gemaakc vinde.
I Het borftbeeld van Koning Karel, ’t gene in ’t harnas op de voorzyde van den eerften
veibeeld is, heeft het hoofd met laurier bekranft, even als de rand met die omfchrift beftempeld:
•
C AC
A R O L u s III, H I S P a n i a u u m , I N D i a b u m ETC: R E X ,
V IN D I C A T A A D EO S O C I IS Qu e J U S T IT I A,
E J I C I T M O N S T R A .
K A R E L DE HI, KONING V AN S P A N J E , DE I N D I E N ENZ. ,
DE GERE CHT IGHE ID DOOR GOD EN DE B O ND G EN OOT E N
GEWROK EN Z TN D E ,
D R I F T DE G E D R O G T E N UTT.
D c zelfde Koning vertreedt op de tegenzyle, in de gedaante van den Grieltfchen Jazon, onder
eenen Granaatboom eenen geweldigen draak, en Houdc in dc eene Hand een blooc zwaard
en in de andere het veroverde guide vlies. In’t verfchiet isde verlofte fwIBARCELQNAiX'a.'ix
overfterk flot, en de daarvandaan vlugtende vyand vcrbceldj onder dit byfchtift: ‘
N E C V IR E S , N E C V IR U S H A B E N T . M D C C V I .
Z T H E B B E N NO CH K R A CHT E N NO CH VERGIF. 1706.
II Dc voorzyde van den tweeden voert wederom ’s Konings geharnafte borftbeeld, met den
halsketcn vao het gulden vlies gefierd, en der zelver rand_deezen tytel:
C A R O L U S I I I , D e i G r a t i a R E X H I S P A N i a r u u ,
A R C H i d u x A U S T r i ®.
K A R E L D E I I I , DOOR GODS G E N A D E KO NING V AN
S P ANJ E , AART SHERTOG VAN
OOSTENRTK.
Op de tegenzyde ziet men dc verlofte ftad en haare haven, de te ontzetkomende vloor, dc
vlugtende belegeraars, hunne verlaate legerplaats, en daar boven eene taanende zont nevens deeze
Ipreuk:
U N IU S L I B E R A T IO A L T E R IU S O P P R E S S IO .
DE S E ENS V E R L O S S IN G I S D.ES. A N D ER S ONDER -
D RUK KING.
Deeze taaning der zonne is-dcs tc aanmerkelyker, mids de Franfche Koning dit geftarnte tot
blazocntckcn heeft, en zync benden tocn juyft, als die voorviel, fchandig het beleg van Barçc-
lona mocften opbreeken. Waarom op den voorgrond ftaat :
F U G A G A L L orum E T E C L I P S i s E O D em D IE la
M A I i 170Î.
DE V LU G T D E R F R A N C O I Z E N E N D E Z O N N E T A A N IN G OP
D E N Z E L F D E N D A G D E N 1 1 VAN
B L O E IM A AND' 1706.
Eyndelyk lecll men op de diktc of londcn rand des pennings dcezen Latynfchen (i) dicht- ÇUud.
regel : Conf. Hoo
N IM IU M D I L E C T E D E O ! T I B I M I L I T A T Æ T H E R .
O GROOTST E L I E V E L IN G GODS' . D E HEME L S T R TD T VOOR Ü.
T t t t t X III Met