
ì , à f
1 1 ’
t! J; i
l i :
P r i r
■;
*' li"
iw f
1;
' Ï, '.
:
: ■ '!
■ . ; ; H
■ f l ' 1 , 1
• r i i l v
■:>
■ f f i '
Ï
a
L I B E R A T O R E T U L T O R .
D E F E S L O S S E R E N WRE E K ER .
W ie ira door deezen vogcl betekend w o rd t , gee ft het opfchrift van den voorgrond tc ken-
nen:
C A R O L u s I I I , H I S P A N ia r um R E X , B R IT A N n o r dm B A TA -
V O R U M Q .U E c l a s s e , L U S I T a n iam P R O F IC IS -
C e n s M D C C I I .
K A R E L DE I I I , KONING F A N S P ANJ E , F E RT R E K K E N D E , MET
D E BRI T S CHE E N HO L L A N D SCHE F LOOT , NA A R
P O R T U G A A L 1705.
I li Dc voorzyde van den laatftcn , die mede gecne verbeelding heeft, vocrt dit op-
fchrift :
C A R O L U S T E R T IÜ S A U S T R IA C U S ,
IN R E G E M H IS P A N IÆ
X I I S E P T e m b r i s M D C C I I I P R O C L A M A T U S ,
A V I T A R E G N A F E L I C I S S IM E IN G R E D I A T U R ,
O C C U P E T , T E N E A T .
D A T K A R E L D E D E R D E F A N O O S T E N R Y K ,
D E N I I F A N H E R F S TMA A N D 1705 ,
t o t k o n i n g f a n s p a n j e U Y T G E R O E P E N ,
G E LU K K IG L T K I N Z Y N E F O O R O U D E R L Y K E R Y K E N
A A N L A N D E ,
D I E IN B E Z I T N E EM E E N HOUDE.
En dewyl men eenen penning , ccn fchip (*) verbeeldende , over drie jaarcn gemaakc
(•) JF.D«! heeft, ft gene volgens het recht en den loop des Hemels zeekoos, zoo wordt dac als eene voorfpei-
fol.L^u ling deezer overzecfche ryze alhier aangemerkt: want de tegenzyde vocrc bovcn een diergelyk
fchip deeze fpreuk:
F E L IX E X IT U S .
G E LU K K IG E UJTSLAG.
In ft midden dier ongemeene bczighe^
den, welken door het in zec brengen deezer
vloote onvcrmydelyk veroorzaakc
waaren, hadden de Vereenigde Staaten nog
andere huyslyken, weL □ hen de ont-
ftaanc verdeeldheden zoo in Gelderland
als Zeeland verfchaften. Met, ja z c lf
voor den aanvang der Stadhouderlyke re-
{*)iu.9tti gccrtnge waaren (*} in ft jaar zestieuhon-
/«^•7S‘ derdtwecëuzeveiitig niet allccn vecle Magiftraatsperfoonen,
wclkcn de voorige Sraat-
Ichc regcering uyc al hun vermoogen hadden
gehandhaafd, door dc misnocgde cn opgc-
ilaane inwooners onwaardiglyk uyt huune
Staatsamptcn gcfchopc, maar de Priusvan
Oranjc, tot de Stadhouderlyke waardigheyd
zynde gevorderd, had iedere meeft alle
dc Vroedfchappen der fteden veranderd, alle
ftaatsgczindcu daar uyt gezet cn aau geenen
federt eenige ainptcn toegelcgd, dau die
de Stadhouderlyke regeering, ren minfte
uyterlyk,begunftigden eu al hun vermoogen
inlpanden om die te handhaaven. Zoolaug
dces Iccfdc zagcn zich dcnicuwaange-
ftelden door her ruggcfteunfclcn ft vcrmoogen
van den Scadhoudcr gefterkt, eu niemand
ftour genoeg om hen hec vrecdig bc-
zic der opgcdraagciic ftaacsamprcn re bc-
cwiftcn. Doch naauwclyks had dc Koning
met her Jccvcu tegelyk het Stadhoudcrlyk
vervcrmoogen
afgelegd o f men zag in vcelc fte-
dender VereenigdeGeweften ecueu zecrge-
vaarlykeu twift, over het bezic der ampten
opryitcu: dcwyl veeleu zich in dc afgcno-
meue bedieuingen , als daarvan voorheeu
ten onrechc ontzec , toen poogdcu te her-
ftellen: eu anderen integendeel zich in
ft bezit der ampten, welken z y ftaande hec
voorige ftaatsbeftier bekomen haddeu, by
ft tegenwoordige te handhaaven. Dit
bragt, naar maate het voordecl, ft gene
’er by beoogd vvierdc,grooc was,ookgroo-
tcre afguuftighedeu, veelvuldige voor- cu
tegcufchrifceu, midsgaders zeer gevaarlyke
kuypcryeu, ja eyndelyk vcele daadlykhc-
dcn, voornaamelyk te Middelburg in Zee.
gezien, midsgaders zeer zwaarc rcchcsgc-
dingcn voor het gemelde H of vau Gelder- -
land tegcuhcm nice allecn aanvangen,maar
z c lf ey ndely kden vyfdcn van Wintermaand
des zclveu jaars op ceneo Landdag ce Zuc-
fen in der Gemagtigden kamer, zoo.door
deuKaad van Geldcrland z c lf als ecnigeu
hem toegevoegde ledcn dcs Gcwefts,daaren-
boven nog ecu naadruklyk vonnis zoo tegen
hem als nog zes andere burgers en in-
woouders der ftad Nieumcegc vellcn. Gely
k decze beurceliugfchc af-cn aanfteliiu-
geu van den Hecr Romswinkcl en verlcheydene
audcre magiftraatsperioonen
zoo te Nieumeege als in andere Gclder-
Iche fteden zoouu zoodan gedaan uiet
land; AmcrsfoortjRheuccnWageninge in’c 'buyten reedc zeer gevaarlyke beweegingen
ftichc Uytrcchc; midsgaders te Aruhera, j te wcgc bragten, waardoor uiet alleen dat
Nieumeege cn andere fteden van Gelderland
tc wege, en in welke magiftraats bevvecgin-
geu,die in dc laatftgemclde ftadvoorvieleu,
de Burgemeeftcr Frans Romswinkel ondcr
anderen ook geen kleyn deel gehad heefc.
Dees Hcer, welke den vyftienden van
Herfftmaand des jaars zesticuhouderddrie-
envyftig gebooren w a s , wicrdc federt iu
deu jaare zescicnhonderdvyfenzeventig
Raadsvriend , dat is zoo veel als Vroed-
ichap, te Nieumeege; twee jaarea laater
Waltgraaf o f Baljuuw van hcc Nederryks
Walt en in het jaarzesticuhondcrdtwceëa-
tachtig, naa hy die twee voorige bcdieniu-
gen had afgeftaan, om zyne ongemeene
bcquaamhcden z c lf Raadshccr in het hooge
Gerechtshof van Geldcrland. Doch op
den uegencntwintigften van Zomermaand
des voorgaanden jaars doordcGemeensluy-
den en gilden van Nieumeege wederom
Raadsvriend aidaar zynde verkoozen, is
hy door den nieuwen Raad, wclkc ’s daags
daarnaa wierdt aangefteld zelf tot Burge-
meefter verheven, en den achtften van de
daaraanvolgcndc Hooimaand daarenbovcn-
nog in die hoedaanighcyd benocmd om als
gewoonlyke Gcmagcigdc des quartiers van
Nieumeege in de Hooge Staatsvergadering
van Geldcrland re vcrlchyncn. Niet lang
nogthans bczat hy dccze aan hem opgedraage
waardighcdcn, mids den vierden
Geweft in ’t byzonder,maar den Vcreeuig-
dcn Vryenftaac in ’t algcraeeu , temcer mids
die op de naaftgelege grenzen rhaus in ccnen
van Oogftmaand des zelven jaars door het
hooge Gcrechrshof dcs Gewefts decs nieu
we Raad zyndc af- cn dc oude weder aangcfteld
, hy bygevolgc zich ook van die
voorheen opgcdraagcne bedieuingen, even
gclyk ook vecle andere nieuwe aangeftelde
ledcn van verfcheydene andere ampten
cn waardighcdcn hcefc beroofd cn ontzet
zeer zwaarcn oorlog gewikkeld was,
zich met zeer vcrrc uy tzicnde gevolgen gc-
dreygd zag, zoo vonden eyndelyk hunne
Hoogmoogendheden goed de Heercn V/il-
lem Baron ( i ) van Lier, Godert Willem {i)Europ.
van Welvelde als haare Gemagtigden tot i703.^p»g.
hec byleggen der dagelyks nog al toence-
mende magiftraacsgefchillen naar Geldcrland
te zenden. En zekerlyk deeze derwaart
gezondene Heeren bragten door, hunne
wy ze bemiddeling ondcr andere zaakcn,
ook die vaudcnvoorgenoemden Burgemec-
fter Romswinkcl zoo vcr, dat men den
drieentwintigften van Lentemaand desjaars
zevenhonderddric te Nicumeege een plakaat
van de Luive hocrde afkondigen, ^
waarby het bovengemelde vonnis van ’c H o f
van Gelderland, tegen dien Heer en nog
zes anderen egrtyds geveld, in ’c geheel
wierdt vernicrigd, cn dus dc Hcer Romswinkcl
in zync voorige bedieuingen bcveff
tigd,van wclkcn hy den negenden dag dcs
zelven jaars, mids dc nieuwe Raad immiddels
ook weer op het kuifc geraakc was ,
reeds bezit genomcn had. Welkc veran-
deringen Icderc nog zynvoorgevallcnisons
oogmerk niec tc melden, als my vernoegd
houdende van alhier flechrs aan te rekenen
dac de gemelde Burgemeeftcr die herkrcegc
waardigheyd toc zyne dood toe heeft blyvcn
behouden , mids die nog den vyfdcn
van Wintermaand des zelven jaars voorviel,
als uyc dcezen gedenkpenning is a f
re mecrcn , wclke op z yn affterven gcmaakt
is.
' u
ii
iïS-: