
il s : K l
:« ' I l
( i) Europ.
Mftrkur.
IL Ihik,
1701.
pas. .¡s.
(2) Europ-
Merkur.
II. ftuk.
Onderwyl dc Kcyzcifchcn ailes aan-
wendden om dicpcr in hcc land cc dringen,
ende Françoizen, Spanjaarden, en
Savoijaards dac poogdcu tc verhinderen,
ondcrnamcn dc aanhangeren des Keyzers
tc Napels cenen geweldigen opftand, op
hoope van dus dac ryk ondcr den Huyzc
vau Ooftenryk re brengen. Tuflchen (1)
den twce-cn drieentwintigften van Herfftmaand
vervoegdenzich dan vrer karrolTeu,
gevuld mec eenige gewapenden ter plaacic,
daar z y meenden dac dc Onderkoningom-
trenc twce uuren ftondt tekomeu,omdien
van ’c leeven tc berooven, hcc flot rc ovcr-
Tompelcnen zieh voor den Keyzer tc verklaaren
: maar die, aïs zyiidc gcwaar-
iclîouwd, daar uicc komeode, vergaderden
cchtcr omtrent zevciihoudcrd lamenge-
zwoorencu cc paard, onder den Baron Sailî-
nec te zaamen, riepen langs dc ftraaren,
lang leeve de Key z c r , lang ieeve de Aarts-
hertcg, eu maakren zieh eerft yau de
kerken van Siut Lauwrcnts en Klara
meefter, luydden gevolglyk dc noodklok,
en, voorzieude die genen, welken zieh
by hen voegden, met de noodige wapenen
uyt derzwaardveegers huyzen geligt; be-
zettedcn z y fcdcrt nog de voornaamfte
koornhuyzen, de poort van Alba en de
room van Sinre Klara Dan de Onderko-
ning liet daarom den moed niec zakken,
maar den Prins van Mouteiarchio aau (2)
’c hoofd van vccle cdclluyden en gclcyd
door twcc bcudcn ruyters en eene tc voec
door dc ftad ryden, alom uy trocpende Lang
leevc Kornng Philips. Waardoor hy z y ncn
aauhang zoodaanig in gcral zagtoegc-
noomen,dat h y , hebbende eyndelyk om-
crcDC twccduyzend man byeen gekreegen,dc
; muytciingcn van omtrenc deKoornhuyzen
I lict veidryven, cu die zelfs, gclyk ook
1 hunuh andere wykcn innecmen. Dus die
i voorneemen r’ hunneu naadeele zynde uyt-
gevallen, wcekcnde overige vveerJpauDcliu-
. gen inde Sint Lauwreuts kerk, mec vooi-
; neemen om zich alhier te handhaaven o f
'vechteode tc ftcrvcn. En waarlyk z y deeden
eene w y l lang cenen maulyken tcgen-
ftand, maar ziende het grof gclchut aan-
voereu en met her fchieten van ’c zelve een
, begin maaken , outzonkt hen de moed.
; veelen fl )opcu dierhalven laugs eene ach-
;rerdeur vveg.en wierden de ovcrigen verftrooid,
gcveld o f gevangen. Onder wclke
laatftcn Don Karel de Sangro en (3) (3)Europ.
Doo Jozef Capcco, eu anderen waaren,
wclke weynig dagen daarnaa in ’t opcnbaar noi.pag.
zyn onthoofd, hunne hoofden op de bol-
werken cn poortcn ten toon gefteld, cn
dus de ruft,door ’r dempcn van deezen opftand,
te Napels herfteld: alwaar men,
het z y wegens dit geluk, hec z y wegens
de komfte van Philips op den troon vau dac
ryk,ioditjaardcezcnpenninggemaakc vindr.
Op de voorzydc leeft men, rondom hec geharnafte borftbeeld van den op den troon gefteesen
Koning, deezen lytel; ^ ^
P H I L I P p u s V , D e i G r a t i a R E X H I S P a n i a r u m E T
N E A P o l i s .
PHI L I P S D E F , DO O R GODS G E N A D E K O N IN G F A N
S P A N J E E N N A P E L S .
befchynt op de tegenzyde de Italiaanfche werreld, ot»ringd
H I L A R I T A S U N I V E R S A 170t .
a l g e m e e n e B L E YD S CHA P Ijou
En
(i) Europ.
Metk.
Il.ftuk,
no t. pag.
150.
(i) Europ.
Merkur.
Il.ftuk,
1701. pag.
279.
(ll Europ.
Merk,
ll.ftiilc.
1701.pag.
i49-
En hoewel door dccze eu andere toc-
vallcn de Franfche Koning de handcn
vry vol werks kreeg, cn hem dierhalven
hec onderhouden der vriendfchap mct alle
Moogendheden ten hoogfte noodvvcndig
was, zoo ontzag hy zich uicc in dit jaar
de verontwaardigingdcs Britfchen volksop
zich tc haalen. De gevlugte Koning Jakob
had zich toc nogtoe te Sincgermain in
Vrankryk opgehouden, was aidaar op eene
Koninglyke wys van alles toc zyne Hofhouding
noodig door Koning Lodewyk
verzorgd, doch in Lentemaand door eene
zoo ( i ) zwaare berocrteaangetaft da th y ,
wac hulpmiddclen’er ookgcbruykc wierden,
den zesciendeu van Herfftmaand deezes
jaars in den ouderdom van ruym zevenen-
zestig jaaren overleed,naahy openlyk verklaard
had aau zyu Schoonzoou , zync
Dochter cn deu Keyzer alleste vergeeven,
’c gene z y tegens hem mogten misdaan
hebben. En hoewel niemand reden had vau
zich te verwonderen,dacde gevlugte Prins
van Walles, door den Pauslyken Afgezant
aanftonds hierop voor wettigen Koniug van
Grootbriccaoje erkend wierdt, en zyne
aanhaugeren iu Schotland (2) de ftoutheyd
hadden,vau hem by eeu aangeplakt gefchrifc
te Edenburg als zoodaanigen uyc te roe-
pen, zoo moeft men echter over hec gedrag
vau Koning Lodewyk verfteld ftaan,
mids die, nice tegenftaande h y Koniug
Willem by den Ryswykfchen vreede toc
wettigen Vorft dier ryken erkend had, vier
dagen naa het overlyden van Koning Jakob
hem ging bezoeken, enden Koninglyken (3)
tytel toc geene kleyne argernis des Engel-
I'chen volks gaf, mids men in dac ryk nu
werklyk bezig was oin de erfvolging tot
279
veftiging van den ingcvoerdcn Godsdienft
te regelen. Want dewyl Koniug Willem
gcene kinderen had, cn dc Hcrtog van
Glo^efter, ccuige Zoon van dc PrinlcsAn-
na vau Deenemarke, in ’c voorgaande (4)
jaar overleeden was, invoegen naa ’c affterven
dier PriufeiTc, als zynde buyten
hoop van kiudcren re zullcn krygen, by
’c overlyden van Koning Willem, dccrvc-
nisder ßritl'che ryken, zoo men den Prins
vanWallcs alsonechtuytfloot,opdcGcmaalinne
van den Hcrtog van Savoije als dc
naafte mocft vervallen , mids z y cen Doch-
ter was van Philips Hertog van Orleans
en Hendryne Stuard,Dochter (5-) van Karel
den I , Koning van Engeland. Maar
dewyl daardoor de in Engeland ingevocrdc
Godsdienft,mids die PrinfcsRoomfchwas,
in geen minder gevaar, dan onder Koniug
Jakob deu 11 ftond te raaken , befloot
men daarin, door ’c maaken van ecnc iia-
d errykswet, te voorzien, alle Roomfche
Vorften toc de kroon vau Engcland anders
recht hebbende voor eeuwig daarvan uyc
te fluyten en de aanftaande ervenis, naa
’c overlyden van Koning Willem en zyne
Schoonzuftcr de Prinfes Anna, in ’c huys
van den Keurvorft van Hanover te vefti-
gcn. Mids zyne Moeder Sophia, zynde
van de Luyterfche gcloofsbelydenis eene
Dochter van Jakob (6) den I Koning van
Grootbrictanje was, Dierhalven wierdc
z y , en naa haar overlyden haare Erfgenaamcn
van den Onroomfchen Godsdienft
z yn d e , by die rykswct tot de ervenis der
Britfche ryken (7) geroepen, dac bcfluyc
door de Koninglyke roeftcraming bekrag-
i rigd en de gedachccnis daar van op deezen
penning bewaard.
(4ff Europ.
M o k .
I l. llu k ,
•r-d. pag.
( 5) Huhn;
Gellachik.
Uf. 55.
(ß) Huhn,
gefiathtk.
taf. 79.
(7) Larrcy
H lltd 'A n .
glet. tom.
IV .jo l
846.
Opd J eene zyJe ziet men dc beeldenis van Magteld, Dochter van Hciidrilc dcii II Kon!n<>'
van Engcland,'Vrouvv van Hendrik en (8) Moeder vanWülem, bygenairmd den Langz'imard,
otamvadtr van dan huyze van Lunenburg. Het gene die randfchrift ook bevelUgi ;
M A T I L D A , F I L I A H e n r i c i I I
R e g i s A N G L i æ ,
A a a a 2 UXo