
141
trechtervormig, bleek rosekleurig, zonder gordels, rand met
körte hären bezet, 5 cM. ongeveer breed.
De Steel is kort, onderaan smaller, gevuld, later hol,
eerst vleeschkleurig dan Avit, 3 cM. lang.
De p la a tje s s ta a n Auij dicht op elkaar, zijn smal en
bleek A'leeschkleurig.
De melk is AAut en zeer sclierp. Zij is reukeloos en
scherp van smaak.
Deze ZAvam is van Juli to t October op beschaduAvde
plekken in bosschen Auij aigemeen te vinden.
12. L. blennius (Fe .) afgeleid A’an ßAs»6g of slijniig, n. a.
van de slijmigheid A’an den hoed.
De hoecl is Adeezig, dun, hijna halfrond, dan vlak en
ingedrukt, de rand is eerst omgerold, het midden een
Aveinig bultig, kleverig en slijmerig Avanneer het vochtig is,
grauAA’achtig groen, geelachtig olijfgroen, rand bleeker en
jong zijnde donsachtig, weldra naakt, het midden neemt
ouder zijnde een bruinachtige tin t a a n ; bijna gegordeld
of beter gezegd met donkere Adekjes geteekend die in
kringen om he t middenpunt loopen, 5 a 11 cM. breed.
De Steel is gcA’uld, dan hol, kleA’erig, eenkleurig met
den hoed, maar lichter, gekromd, smaller en pimtig aan
den A’oet, 2 a 3 cM. lang en ongeA’eer 1 cM. dik.
De plaatjes zijn talrijk, dun, smal, scherp aan beide
uiteinden, aangegroeid, Avit of bleek, zij worden grijs geA’lekt
Avaar zij gekneusd zijn.
Het vleesch is AA’it, bruin of grijs olijfkleurig onder den
opperhuid, de melk is Avit,- scherp en grijsachtig Avanneer
zij gedroogd is.
Deze zwam die als verdacht te boek staat, komt gedurende
zomer en herfst in beuken en naaldbosschen
overal A’eeh’uldig A'oor.
13. L. insulsus (Fe .) afgeleid van insulsus of smakeloos.
Syn. : Ag. flexuosus-Secr.
De hoed is Adeezig, ineengedrongen, genaveld, dan
trechtervormig, giad, kleA’erig, geelachtig of geel oranjeächtig,
meestal met geel bruine gordels geteekend die
aan clen rand het duiclelijkst zijn, naakten rand die lang
omgebogen blijft, 6 à 11 cM. breed.
De steel is stevig, gevuld, dan hol, gewoonlijk onbehaard,
giad, witachtig aan den top, veelal groefvormig geA’lekt,
recht of gebogen, 2 à 3 cM. lang en ongeveer 2 cM. dik.
De plaatjes zijn talrijk, dun, witachtig of bleek, dan
okerkleurig, bochtig, altijd aan den steel geA’orkt.
H et A’leesch is geelachtig, niet vast, aangenaam riekend
naar meloen, doch smakeloos.
De witte melk is scherp, bij oude exemplaren opge-
droogd. Volgens Quélet is zij giftig.
Van Augustus to t het najaar in weiden en bosschen
aigemeen voorkomend.
14. L. zonarius (Fe .) afgeleid A’an zona of gordel, n. a.
van de gordels op den hoed.
Syn. : Ag. flexuosus-Pers., Ag. zonarius-Bull.
De hoed is vleezig, ineengedrongen, bol, dan A’lak en
later genaveld, trechtervormig, kleverig, giad, onbehaard,
bleek geel, rossig of oranjeachtig, versierd met talrijke
okerkleurige gordels, de naakte rand blijft langen tijd
omgebogen, 6 à 15 cM. breed.
De Steel is gevuld, stevig, kort, onderaan smaller, buigzaam,
giad, bovenaan AA’it, onderaan geelachtig, onheAdekt,
3 à 4 cM. lang.
De plaatjes zijn talrijk, vertakt, dun, smal, Avit, vuihvit,
afgerond, een Aveinig bochtig afloopend.
Het vleesch is stevig, AA’it, reukeloos ; de melk eveneens
AA’it, zeer scherp en brandend.
Deze zAvam is zeer giftig. In het zuiden van Frankrijk,
gebruikt men haar om AA’ratten AA’eg te branden.
In het najaar längs AA’egen, op beschaduAA’de plekken
in duinen, eenzaam en niet aigemeen.
15. L. trivialis (Fr.) afgeleid A’an trivialis of gemeen.
De hoed is A’leezig, bol, dan Adak, eindelijk ingedrukt,
grijs loodkleurig in haar jeugd, vervolgens grijs roodachtig,