
Zij is A'an Augustus to t September in bossclien op zandigen
bodem, in groepen tusschen rottende bladeren te
A'inden ; is niet aigemeen en giftig.
25. Tr. ionides (B u ll.) afgeleid A'an het Grieksche AA'oord
¡'ov da t A'iolet beteekent en AA'ijst op de kleur A'an den hoed.
De hoed is meestal paars of bruinrood paarsachtig, later
verbleekend, bultig, ongeveer 6 cM. breed.
De steel is buigzaam, vezelig, aan den top smaller, 6
a 8 cM. lang.
De plaatjes zijn Avit en smal, bij elkaar staand.
Van Augustus to t September in naaldbosschen A'oor-
komend, maar zeldzaam.
26. Tr. gambosum (Fr.) afgeleid A-aii gamba of hoef, naar
den hoedA'orm.
Syn. : Ag. pomonae-Lenz, Ag. cerealis-Lasch, Ag. gra-
A'eolens-Secr., Ag. primulus-Gill.
De hoed is gegolfd 4 a 9 cM. breed, stomp bultig, AA'it
naar geel loopend, glad, later ruAV, met een zachten A'lokkigen
rand.
De steel is middenstaand, zachtA'lokkig of A'ezelig, kort,
A'an onderen iets gezAvollen en A\dt gekleurd.
De plaatjes staan dicht op elkaar, zijn teer, buikig bij
den steel en AA'it.
Het A'leesch riekt naar A'ersch meel.
Men A'indt deze zwam op grazige open plekken in kringen
gedurende het A'oorjaar; zij is door haar smakelijk-
heid zeer gezocht.
Volgens andere auteurs wordt zij A'Oor een varieteit ge-
lionden A'an Tr. Georgii cA'enals Tr. albellum.
27. Tr. graveolens (P.) afgeleid A'an gravis of sterk en
oleo of ruiken, duidende op de sterke geur der ZAvam.
Syn. : Ag. mousseron-Bull, Ag. graveolens-Pers.
De hoed is Avit, soms met lichtrooden tint, later alsook
bij beschadiging okerkleurig gevlekt, kaal, dikwijls rim-
pelig, de rand omgerold, 2, 5 a 6 cM. breed.
De steel is wit, vezelig, steA'ig,
4 a 6 cM. lang en 1 a 2 cM. breed.
De plaatjes staan dicht op elkaar,
zijn smal, Avitachtig en lichtbruin
op gebroken plaatsen. De
lucht is sterk en doet aan versch
meel denken. Deze zwam komt
in April en Mei op grazige plekken
A'oor, zij is zeldzaam en eetbaar.
28. Tr. pes caprae (Fr.) afgeleid Tricholoma graveoUns.
A'an pes voet en capra geit, naar
aanleiding A'an den hoedvorm.
Syn. : Ag. multiformis-Schaefi.
Deze zwam ziet er A'olgens wijlen Prof. C. A. J. A. Oudemans
niet zeer bekoorlijk u it ; de hoed is A'uilgrijs met
bruin vermengd, glimmend als A'et, kegelvormig, uitgespreid,
bultig, oneffen, kaal met A'eelal gespleten rand.
De steel is kaal, gelijk, somwijlen onderaan dunner.
Plaatjes aanA'ankelijk wit, AVorden spoedig grijsachtig.
Zij komen, weinig uitgerand voor, somtijds geA'orkt,
nogal A'leezig, A'an elkaar afstaand en 10 à 12 mM. breed.
Deze zwam komt zeer zelden A’oor en is tusschen gras in
het najaar te A'inden.
29. Tr. patulum (Fr.) afgeleid A'an patulus of uitgespreid,
ten geA'olge A'an den hoedomvang.
De hoed is isabella ook okerkleurig met golvenden naar
boA'en omgebogen rand, 4 à 5 cM. breed.
De steel is stevig, A\'it, buigzaam, bijna gelijk, 4 à 6 cM. lang.
De plaatjes zijn isabella kleurig, A'an elkaar staand, door
takjes met elkaar A'erbonden.
Zij komt van Augustus af, op grazige plekken in bosschen,
tuinen, eenzaam of in groepen A'oor, doch is niet aigemeen.
30. Tr. arcuatum (Fr.) afgeleid A'an arcus of boog,
naar aanleiding van den boogachtigen vorm der plaatjes
bij den steel.