
15
16
17
- 1
2
Plaatjes längs den zoom in de lengte gespleten Schyzophyllum.
Plaatjes n ie t längs den zoom in de lengte gespleten IS
Plaatjes enkelvoudig of vertakt, aan de achter-
zijde door aderen verbonden Lenzites.
Niet aldus 17
Plaatjes m e t scherpen, getänden oi ingescheurden
zoom Lentinus.
Plaatjes m e t gaven zoom, lederachtig, taai, va st Panus.
Rhodosporeeen o f Rosesporigen.
Steel onder h e t midden 2
Steel excentrisch of ontbrekend, op h out groeiende
soorten Claudopus.
Zwammen van een volva voorzien, doch zonder ring Volvaria.
Zwammen zonder volva 3
Plaatjes vrij, hoed en steel verschillend van
samenstelling Pluteus.
Plaatjes aangegroeid of afloopend, hoed en steel
samenvloeiend 4
Steel vleezig of vezelig 5
Steel kraakbeenachtig 6
Plaatjes bochtig aangehe cht Entoloma.
P laatjes afloopend Clitopilus.
Plaatjes afloopend Eccilia.
Plaatjes eerst aangehecht of aangegroeid, doch
^ spoedig vri) 7
Hoed m e t aanvankelijk na a r binnen omgeslagen
rand Leptonia.
Hoed met rechten, aanvankelijk tegen den steel
aangedrukten rand Nolanea.
Ochrosporeeen o f Bruinsporigen.
Steel excentrisch of ontbrekend Crepidotus.
Steel onder h e t midden 2
Steel van een vliezigen ring voorzien Pholiota.
Steel v an een draderig, spinnewebachtig over-
biyfsel van h e t velum partiale voorzien ; verkleu-
rende, door de sporen bru in bepoederde plaatjes Cortinarius.
Steel zonder of voorzien van een meer of minder
vergankelÿken, spinnewebachtigen rin g 3
Steel vleezig of vleezig-vezelig 4
Steel meer of minder kraakbeenachtig 7
Plaatjes bochtig bij den steel en aangegroeid 5
Plaatjes afloopend of breed aangegroeid, maar
n ie t bochtig bij den steel 6
Plaatjes ten la a tste vochtig en door de sporen
okerkleurig-roserood bepoederd Bolbitius.
Hoed droog, vezelig of zijdeachtig Inocybe.
Hoed onbehaard, kleverig of byna Hebcloma.
Plaatjes v e rtak t of door plooien m e t e lkander verbonden,
gemakkelijk van den hoed te scheiden Paxillus.
5 !
Plaatjes n ie t aldus gevormd
Plaatjes afloopend, bijna driehoekig
Plaatjes n ie t aldus gevormd
Hoed duu m e t aanvankelijk na a r binnen omgebogen
rand
Hoed m e t aanvankelijk rechten tegen den steel
aangedrukten rand
Melanosporeeen o f Zwartsporigen.
Sporen hruin of purperbruin
Sporen zwart
Steel m e t vliezigen ring
Steel m e t vergankelijken, spinnewebachtigen ring
en overblijfsels van h e t velum partiale aan den
hoedrand
Steel zonder ring
Hoed en steel gemakkelijk te scheiden, plaatjes vrij
Hoed n ie t gemakkelijk van den steel te scheiden,
plaatjes aangehecht
Steel taai, hoedrand n aar binnen omgebogen met
afioopende plaatjes
Steel taai, hoedrand na a r hinnen omgebogen, n ie t
afioopende plaatjes
Steel breekbaar, teer, hoedrand recht, aanvankelijk
tegen den steel aangedrukt
Sporen spoelvormig
Sporen van anderen vorm
Plaatjes to t een inktachtige vloeistof vervloeiend
Plaatjes n ie t vervloeiend
Hoed vliezig, gestreept, n ie t de plaatjes over-
sohrijdend
Hoed dunvleezig, ongestreept, aanvankelijk de
plaatjes overschrijdend, plaatjes gevlekt
Idem maar m e t ring aan den Steel
Polyporaceeën o f Buiszicammen.
Geen eigenlijk vruehtlichaam maar eene vereeniging
van dicht opeen staande, kleine, onder
elkander vrije buisjes
Vleezige, kurk-, hout- of lederachtige zwammen
De buisjes zijn tegen elkander aangedrukt
De buisjes zÿn vrij van elkander
Flammula.
Tubaria.
Naucoria.
Galera.
Hypholoma.
Psalliota.
Stropharia.
Deconica.
Psilocybe.
Psathyra.
Gomphidius.
Coprinus.
Psathyrella.
Panaeolus.
Anellaria.
Solenia.