
Dit geslacht onderscheidt zieh van het vorige door den
A’orm van het receptaculum dat aan een traliewerk doet
denken.
C la th ru s c a n c e lla tu s .
Cl. cancellatus (Scop.)
Het vruchthchaam is kogelrond, ter
grootte van een appel, het peridium
is wit of geel- en lederachtig.
Het receptaculum bestaat uit ronde
of plat gedrukte staafjes van een
vleezige substantie die ruitvormig verbonden
en scharlakenrood gekleurd zijn.
Tusschen het receptaculum en de
heurs bevindt zieh het groen gekleurde
naar een cadaver riekend sporenslijm.
De zwam is van 5 to t 10 cM. hoog.
Deze prächtig uitziende zwam is slechts een paar malen
in ons land gevonden en komt gedurende zomer en herfst
in bosschen voor.
NIDULARIACEEEN of NESTZWAMMEN.
Deze familie ontving haar naam naar aanleiding van
haar vorm, die aan een nestje of nidulus doet denken.
Het zijn zwammen met een meestal lederachtig, zelden
vliezig peridium en gelijkende op kommen, bekers of nestjes.
Zij zijn gevuld met lensvormige lichaampjes, die peri-
diola of glebakamertjes genaamd zijn en waarvan de
binnenwand met het hymenium bekleed is. Deze peridiola
zijn vrij of met een streng, die in de wetenschap funiculus
heet, aan den binnenwand van het peridium gehecht.
Eerst wanneer die bin.nenwand vergaan is, komen de
sporen vrij.
Bij de geslachten Cyathus en Crucibulum opent zieh het
peridium door het bersten van een vliesje, epiphragma
geheeten.
Het zijn zeer kleine zwammen die op den grond als ook
op rottend hout leven.
SPHAEROBOLUS.
De naam is afgeleid van de Grieksche woorden crÇxïpx
of bal en ßäAAu of werpen en wel naar den vorm van
het peridiolum en aan de eigenaardigheid om dit weg te
werpen.
Het peridium bevat een peridiolum en bestaat u it twee
omhulsels ; scheurt wanneer het peridiolum rijp is ster-
vormig open en werpt het naar buiten.
Sp. stellatus (Tode.) afgeleid van stella of ster, n. a.
van de vorm van het peridum na de uitbarsting.
Syn. : Lycoperdon carpoholus-L.
Het vruchthchaam is kogelrond, te r grootte van een
mosterdzaadje, oranjegeel, verbleekend, scheurt op het
laatst met vijf of acht punten stervormig open.
Het buitenste omhulsel is vleezig, het binnenste dun,
witachtig, doorschijnend, op het laatst verheft het zieh
blaasvormig en werpt het glimmende bruine peridiolum
naar buiten.
De sporen zijn langwerpig en wit.
In zomer en herfst gezellig bijeen op vermolmd hout,
plantenstengels, zaagsel enz., niet zeldzaam.
THELEBOLUS.
De naam is afgeleid van ôyp-;; of tepel en ßx'AAou of werpen.
Dit geslacht onderscheidt zieh van het zooeven behandelde
door de enkelvoudigheid van he t peridium en de
stijve beharing daarvan.
Th. stercoreus (Tode) afgeleid van stercus of mest, omdat
de zwam op koemest leeft.
Het vruchthchaam is even groot als het boven behandelde,
doch iets minder rond, glad, safïraangeel en met
stervormig uitgespreide vlokjes vastzittend. He t peridio-
26