
1 {
Trametes.
Polyporus.
Fistulina.
' A’leezige, kussenvormige vruchtlichamen, m e t den
Steel in h e t midden en gemakkelyk van het
lioedA’leesch af te scheiden buisjeslaag. Op de
aarde groeiende soorten Boletus.
De buisjes zÿn n ie t van h e t hoedvleesch te scheiden.
Op de aarde of hout groeiende soorten
Hout of kurkachtige, hoefvormige, oiigesteelde
vruchtlichamen. De buisjes zpn onder elkander
, alsook met den hoed vergroeid, zÿ vormen geen
in zelfstandigheid daarvan versehillende laag.
i Alleen op h out groeiende soorten
Afieezige, kurk-, hout- of lederachtige vruchtlicha-
I men waarbij de zelfstandigheid van den hoed
verschilt m e t die van de buisjeslaag. Gesteeld
of ongesteeld. Op de aarde of op ho u t groeiende
soorten
Het hymenium bedekt de binnenzijde van vrÿ
van elkander staande buisjes. Op vleesch gelijkende
vruchtlichamen
H e t hymenium bedekt de binnenzijde van holten
of doolhofachtige gangen
Houtige, gelialveerde, hoedvormige vruchtlichamen.
De buisjes vormen geene in zelfstandigheid
van h e t hoedvleesch versehillende laag.
Zij zijn bochtig, kroukelend en vormen doolhofachtige
gangen. Op h out groeiende soorten Daedalea.
H e t hymenium is zacht als was, geplooid, dikwijls
m e t druppels bedekt. H e t vruehtlichaam gelijkt
op een vormlooze korst. Achteroverliggend, uiet
hout- of kurkachtig. Aan planken en houtwerk
in vochtige huizen Merulius.
Hydnaceeen o f Stekelzwammen.
H e t hymenium ligt over priemvormige stekels
verspreid. Vleezige, kurk- of lederachtige zwammen
die hoed-, korst-, knotsvormig, gesteeld en
achteroverliggend voorkomen en op de aarde
en h out groeien Hydnum.
H e t hymenium bedekt pla tte op plaatjes gelijkende
tanden
H e t hymenium bedekt, buiten, korrels en w ra tten
A’leezige zwammen m e t vrije, bochtige, onregelmatig
geplaatste plaatjes die gemakkelijk van
den hoed af te scheiden zijn. Soorten welke
alleen op de aarde groeien SIsittrema.
2-,
S
Lederachtige zwammen m e t spitse, taaie stekels die
straalvormig of netachtig g eplaatst zijn en onderaan
door plaatvormige plooien verbonden zÿri Irpex.
H e t hymenium is wasachtig u
H e t vruehtlichaam is uitgespreid achteroverliggend,
De spitsen der w ra tten zÿn van franje voorzien.
Op rottend h out groeiende soorten Odontia.
' Het hymenium bedekt onregelmatige, stompe,
ongelijk gevormde, wasachtige, uiteen staande
knobbeltjes. Uitgespreide achteroverliggende, op
h out en schors groeiende zwammen Radulum.
I Het hymenium bedekt kammen, plooien of aderen,
Uitgespreide, achteroverliggende vruchtlichamen
die naar gelang van de weersgesteldheid, gelei-
of kraakbeenachtig zijn Phlebia.
Het hymenium bedekt half-of kogelronde,' stompe,
regelmatig gevormde, bÿeen staande korreltjes.
Uitgespreide, zachte, korstvormige, achterover
liggende op rottend h out groeiende zwammen Grandinia.
Thelephoraceeen o f Korstzwammen.
Kleine, vliezige, bekervormige zwammen die z ittend,
gesteeld en hangend, op mos en zieke
plantendeelen w-orden gevonden Cypbella.
Yleezig-vliezige trechter-, trompet- en tolvormige
zwammen m e t glad of gerimpeld hymenium.
Alle soorten groeien op de aarde Craterellus.
Niet beker, trechter- of tolvormige zwammen
Vlokkige of vleezig-vlokkige, ineen vallende v ru ch tlichamen
met v iltig ,’ korrelig hymenium. Op
rotten d hout groeiende soorten Hypoibnus.
Anders gevormde zwammen
H e t hymenium is geplooid, gerimpeld of giad.
Taai vleezige zwammen die hoef-, knots- en
korstvormig voorkomen. Gesteeld of z ittend op
de aarde groeiende soorten Tbelepbora.
Het hymenium is, teiiminste in drogen tÿd, glad
Achteroverliggende, korstvormige, hout-, kurk- of
lederachtige, dikwÿls m e t banden geteekende
vruchtlichamen. Alle soorten leven op ho u t Stereum.
H e t hymenium is vleezig, wasachtig, in vochtigen
tijd zacht, bij droogte gebarsten. Alle soorten
leven op h out Corticium.