Fig. 7. De Gewoone Dui-r - ...
zendbeen- il. 510
— 8. Onze Inlandfcht
Millioenpoot,, bl, 526
De Afbeeldingen van deeze laatfte Plaat zyn aanmerke-
lyk grooter dan Natuurlyk, doch niet zo fterk vergroot,
als die der twee eerfte Plaaten van dit S tu k .
B E R I G T voor den B O E K B I N D E R .
De Plaaten moeten dus ingevoegd worden.
P l a a t X C IX . tegenover Bladz. 17
------— C . ------------ ! ------- 93
B E S CHRY V ING
D E R
D I E R E N i
(5SfSS©SSSS SSS S8S8S SSS SS® S8®S SO
V T F D E A F D E E L I N G .
D e I N S E K T E N .
L X X I I . H O O F D S T U K .
De Eigenfchappen der Ongevleugelde Infek-
ten in ’£ algemeem
^ A A 'S ? e Ongevleugelde , tot wier be-
♦ ([ -p\ ])♦ fchry vinge wy thans gevorderd zyn,
•*£ maaken den Zevenden Rang uit onder
de Infekien. D ppzp verfchillén
van de anderen meer in fchyn, dan inderdaad.
Het zyn de zodanigen, aan welken de Natuur
geen Vleugelen vergund heeft zelfs in haar
volmaakte Staat: ï z y dat de Schepper, dus,
dezelv en heeft willen bepaalen aan het Aard-
ryk en de Wateren; *t z y , derzèlver befcha-
digend Vermogen intoomeh. Hoe naar zag het
’er voor de Menfchen u i t , indien dat Onge-
diert, ’t welk als tot kwelling van ons fchynt
gefchapen te zyn , de Vlooi jen naamelyk en
eigentlyke Luizen, met Wieken was voor-
1. dèel. xiii, stuk. &■ zien,