V , Steurkrabben met de Garnaalen overeenkom ft ig
ix x x ir * m a a k t , z o w e l als in het getal en de plaatzing
H oofd- der B la ad je s, aan ’ t end van de Staart.
Tteurkrab. Schoon de Steurkrabben geen z o groote en
c e schaar- dikke Schaaren hebben als de K re e ften , z y n z y
pooten. (^o c ]-1 met een f001-c van Schaarpooten vo orzien.
D e Heer Baster fie lt dat z y ’er maar tw e e heb’
b en , en w e l alleenlyk het voorjie paar, zeg g en de
dat het tweede paar Pooten langer dan de
drie anderen i s ; waar uit men zoude denken ,
d a t dit Infekt maar agt eig en tlyke Pooten had; * ) .
D e H e er Gronovhjs, ondertusfchen, te lt tien
paar Pooten aan de Steurkrabben, waar van de
w e e eerste Paar en , z e g t zyn E d . , Schaardraa-
gende zyn (-1-)- D i t maakt v y f Paaren buiten de
Zw em pooten . L innalus fc h r y f t aan het d e r-
de paar Pooten Schaaren toe ( 4- ). H o e kan
’ er zu lk een tegenftrydigheid van zo groote N a tuurkenners
z y n , o v e r z o zig tba a reL igh a am s -
deelen van een z o lig t te b ek omen , In lan dsch,
D ie r tje ?
In de S teurkrabbetje s, die ik thans v o o r m y
h e b , g ed ag ted e elen na auwk eu rig waarneemende,
alleen Is het Voorfte Paar Pooten met Nypertjes voorb
en ; het tweede Paar is langer als de drie anderen. Baster ,
fjatuurk' Uitfpar.n. II. Df.ei. , bladz. 33- Tab. III. Fig. V.
alwaar de Nypertjes ongclyk en in Hg» VI. N. s , gdyk ge*
gevingerd zyn: welk ondertusfchen een voornaam Kenmerk
tot derzelver onderfcheiding van de Garnaalen uitmaakt.
(-f) Z e o p h y l. Grm. Fase. II. p.
( 1) Zeggende: Manus, qus tertioPedum pariinfident, Di-
gitis fvmt SE<juaJibiis. Faun. Suec. Ed. II. p. 49<S.
d e , bevind ik dat 'er tw e e - en • tw in tig van on- A
deren z y n , welken degemeeneman P ooten z o u lxxju.
noemen: dat is e l f P a a ren ; wa ar van dan h e t « w
derde Paar de voornaamfte Schaarpooten z y n . Sterkrok,
N o em en d e , wederom , met den Heer Baster,
het alle rvoorfte P a a r , A rm e n ; z o z yn ’er tien
Paaren van P ooten. Onder dee ze munt het
tw e ed e Paar v e r boven de anderen, in langte
niet a lle en , maar ook in dikte aan de enden u it ,
alwaar de Schaaren z y n , die de Punten ev en lang
hebben. D e e z e Schaartjes g e lyk en b yzon d e r
paar d ie , welken ’er in de K r e e ften z y n aan de
tw e e P aa ren , die op de Armen o f groo te S ch a a r pooten
volgen. M a a r , beha lve d e e z e , hebben
d ie tw e e P ootjes ( van g e ly k e langte byna z y n -
de als de drie agte rfte P a a ren , welken men tus-
fchen de Armen en gedagte Schaarpooten v in d t,)
elk a a n ’ t en d , d a t ru ig is , o o ke en klein Schaart
j e ; komende daar in met de G ro o te W e s tin -
d ifch e R iv ie r -G a r n a a l , hier v o o r g em e ld * g ^ d z .
volkomen overeen. D e He er Gronovius kon
dan met re g t z e g g e n , dat de tw e e ee rfte P a a ren
P o o te n , in de Steurkrabben , Schaardiaa-
gende z y n , en dat de drie vo lg en d e de langte
hebben van het eerste Paar , waar v a n , z o ik
g e lo o f , de Heer B aster de a fb e e ld in g , o p N .
y , ve rg ro o t ge g e v en h e e f t ; aangezien de g r o o te
Schaarpooten naar het end dikker lo o p en , zo,
ru ig niet z y n , en ook langer punten hebben.
Z y k omen , ten m in fte , met d ied erS cha a rp oo-
I. DESE. XIII. STUK. te a