'Afdeel,
L t x x i i ,
H oofdstuk.
LX.
*Tubularis,
Buisagrige,
XLI,
Caput mor
tuum,
Doodshoofd*
doch z y v a lt niet z o groo t. D e Schaaren zyn
e g a a l, ru uw , en hebben wederzyds tw e e an*
dere P ooten uittteekende buiten het Z e e g e was.
(60) K r e e ft - K rab , die Rdrmdagtig is , de
Schaal met uitgeholde Stippen.
In de opgekluwende Wormhu isjes van de
Middellandfche Z e e , onthoudt z ig d e e z eS o o r t,
die de g ro o tte en gedaante hee ft van een D u i *
zendbeen. D e Schaal is k o r t , o v a a la g t ig , met
uit geholde Stippen , van vooren wed e rzyd s
ftomp. Van de vier Pooten z y n , w e d e r z y d s ,
de vo orden g e fch a a rd ; die van bet v y fd e Paar
ongenageld en van de overigen vertoonen z ig
maar de blyken. H e t D ie r tje hee ft een lange>
w e e k e , Staart.
( d i ) K r e e f t -K r a b , die ruig is , bedekt met een
halfronde Kurkagtige "Muts.
T e .Algiers i s , door den Heer B rander , dit
zonderlinge S c h e p z e l, a ffch u w ly k in ’t aanzien,
en naar een lang begraven g ew e e s t Menfchen
Dood sho ofd g e lyk en d e , gevonden. Het L y f ,
dat de g ro o tte van een K arfteng heeft, is g raauw
en
(60) Cancer macrourus T>arufiticus ' fubcylindricus , Tefli
rü'nótis excavatis. Sy'ft. Nat. XII
■ 61) Cancer bracbyurus tornentofus, obteflus pileo hemi-
fpaxtico SubeiGio. Syfl. Nat, XII.