V.
A fdeel.
LX XVI.
H oofd-
STUK.
nevens; doch het fchynt my toe dat de Luizen
der Vogelen, zo wel als die der Men-
fchen, naar den Ouderdom ongemeen in
grootte verfchillen. Deeze was eene der
grootften. Men zogtze thans in November ;
misfchien vallen zy in ’t Voorjaar, o f in de
Zomer, nog wel grooter. Ik heb ’er met te
meer pleifier gebruik van gemaakt, om dat
’er nog geen goede afbeelding van fcheen te
z y n ; ten minfte niet op deezen naam : want
die» welke hier aangehaald worden uit het
Werk van Fr -.sch , noemt deeze Autheur
Paauwen-Luizen, en verhaalt om Handig, hoe
hy een aanmerkelyk verfchil gevonden hadt
tusfchen die der Vederen van deezen Vogel
en die der Huid, welke hy de Huidluis noemt
der Paauwen. Aan den Kop heeft deeze laat-
f le , zo hy aanmerkt, tweehoekige Punten ,
die agterwaards uitfteeken, en waarvan ik geloof
dat die Vorkagtigheid in de gemelde figuur
van Redi , misfchien door verplettering
tusfchen Voorwerpglaasjes dus wanftaltig gemaakt
, herkomftig is. Ten anderen heeft
F r is c h opgemerkt, dat gedagte Huidluis der
Paauwen, ter voederzydevan het middeljte des Lig-
haams, als verheven Ribhetj es heeft, die den bree-
den zoom des Lyfs draagen. Dit zeldzaame ,
dat in de afbeelding van Redi ook aangewee-
zen fchynt te z y n , ontdekt zig duidelyk in onze
Kalkoenen-Luis, zo wel als de Haairtjes
hier en daar aan ’t L y f en de punten agter aan
den
den Kop, die egter niet fcherp en ook niet v .
tweehoekig, maar rondagtig zyn , met een lang
Haairtje daarop. Aan de kanten van het L y f , HooFn. '
als ook van agteren, liaan hier en daar korte stu k .
«en lange Haairtjes. De Sprieten, die nevens
de Oogen aan den Kop geplaatst z y n , beftaan
in onze Voorwerpen niet uit drie, maar uit vier
Leedjes. Van het overige kan men uit de ver-
groote afbeelding oordeelen.
( o o") Luis der Hoenderen. xxxii.
'Gallindt.
Het fchynt wel o f deeze Luizen ook fomtyds
*op de Hoenderen voorkomen, die ’er mooglyk
alsdan van de Kalkoenen over gekreegen zullen
hebben: want eene Luis der Hoenderen heeft,
volgens L in n a su s , den Kop en ’t Borstlluk
wederzyds gefpitst , dat ik egter, omtrent het
Borstlluk, in ons Voorwerp niet waarneem ;
hoewel zyn E d ., zo wel als G eoffrov, zulks van
de Kalkoenen-Luis verzekeren , welke deeze
laat He meent door Redi , op zyn EerllePlaat.,
voorgelleld te zyn onder den naam van Sperwer
o f Havikken- L uis; doch behalve de onnauwkeurigheid
van die afbeelding, is daar in
«niet het minlle blyk van hoekigheid des Borst-
ftuks te befpeuren.
(3 3) Luis der Kapoenen. xxxm,
Caponis,
f32) Pedicutus Phafiahi Galli. Faun. Stuc. 1959.
(33) Pedicutus Fhafiani Galli , Abdominis margine nigro.,
Faun. Succ. 1960. EttlSCH. hif. XI. Tab.. 24. RED, Exp.
Tab- 16. fig. i.
I . ©EEL» XIII. STUK.