s D e E i g e n s c h a p p e n d e r
V. ftuk zeer blykbaar,A gelyk deT mVpn u fdeel . uc muizen, by voor-
LXXII. beeld i maar in anderen is hetzelve metdenKop
Hoofd, zodanig verward, dat men het daarvan niet
kan onderfcheiden. ‘ Deeze moet men zeggen
dat geen Hoofd, o f, (het welk miflchien minder
wanluidende i s , ) geen Borstftuk hebben;
gelyk de Spinnekoppen en verfcheide Krabben.
Ondei tuifchen zyn aan dit Heel, gelyk gewpon-
ly k , alle o f eenige Pooten aangehecht. Andere
Infekten van deezen Rang, gelyk de Pilfe-
bedden en Duizendbeenen, laaten hef Borstftuk
niet van het Agterlyf onderfcheiden. D ie ,
welke met zes, agt o f tien Pooten voorzien
zyn , hebben dezelven altemaal aan ’t Borstftuk
; doch de genen, die meer hebben dan tien
Pooten, hebben dezelven aan de Ringen ö f
Leden van ’t geheele L y f.
udyf.A§' Het ASter]y f heeft weinig byzonders; dan
* dat het grootelyks verfchillende is in die van
deezen Rang. In fommigen vindt men het
langwerpig o f Ovaal; in eenigen byna Kloot-
rond, en dit heeft zo wel plaats in de genen
daar het duidelyk van ’t Borstftuk afgezonderd
is , gelyk in de Spinnekoppen; als in die, daar
tmet het Borstftuk als een Lighaam uitmaakt,
gelyk in de Scorpioenen. D ie , waar het geheele
L y f uit egaale Ringen o f Leden beftaat,
gelyk de Duizendbeenen,hebben, gelykerwys
de Maskers der Gevleugelde Infekten, de Pooien
aan deeze Leden ingeplant. In veele Krab-
Agterlyf zo veel kleiner dan het
BorstÖNGEVLEUGELDE
INSEKTE N. p
Borstftuk, dat men het naauwlyks kan zien: V.
om dat zy hetzelve, als een Staartje , onder ’t LXXH*
L y f omflaan, en daar verbergen. Mooglyk Hooed-
hebben z y ’er een dergelykgebruik van, (h o e -STUK-
wel in minder graad,) om op de been o f aan -’t
loopen te komen, als de Aardvlooijen , die,
door middel van zulk een Staartje, zulke geweldige
Sprongen doen, en zo vlug huppelen,
dat zy zig byna onzigtbaar maaken. Sommigen
hebben byhangzels als Staartjes, aan het
end van ’t Agterlyf, wier getal twee is , o f
drie, gelyk in de Suikergast; ja in fommigen
vier o f daar boven. De Scorpioen munt onder
alle de ongevleugelde Infekten uit, dooide
aanzienlyke Staart, die haar tot een Werktuig
van kragtdaadige verweering ftrekt en ge-
vaarlyke Kwetfuuren toebrengt aan de Dieren
en,den Mensch.
Het getal der Pooten, zo overeenkomftig De roo-
in de Maskers der Kapellen , en nog meer in ten*
de volmaakte Infekten van alle de voorige Rangen,
die ’er altemaal, om zo te fpreeken, zes
hebben: is, inde Ongevleugelde, een byfter
groot verfchil onderhevig. De Luizen en
Vlooijen hebben ’er ook maar zes; doch de My-
ten eri Spinnekoppen a g t : de Krabben, Kreeften
en Scorpioenen, als men de Schaaren me-'
de rekent, tien: de Pisfebedden veertien. In
alle deezen is het getal der Pooten voor het
Geflagt bepaald: maar in dat der Duizendbee-
nen naar de Soorten verfchillende. Onder de-
z. deel xiil. Stuk. A 5 Zei