V.
A fdeel. LXXX. H oofdstuk.
v.
OlfopUKB
a la . Agtftippi'
ge
Deeze bleekgeele Spinnetjes, met een rond
Agterlyf, zyn in onze Tuinen ook gemeen.
Doktor Scoponr befchryft, onder den naam
van Spinnekop van Kleyn, een dergelyke , die
een Zwerver is , en bygevolg geen Web maakt,
hebbende de zelfde eigenfchap, naamelyk van
in de Kelk der Bloemen, na . dat de Bloem a fgevallen
VI.
JUpwiBa'
ia . Tpwi'geee.ftip-
i s , te gaan zitten, om de Byën o f
Vliegen , die dan nog daar uit Honig willen
verzamelen, te vangen, ’ t Is bekend, dat ’er
dus dikwils. Spinnetjes te voorfchyn komen uit
afgevallen Bloemen.
OO Spinnckop, die bet Agterlyf rondagtig geel
. beeft, met vier zwarte Stippen wederzyds ;
van agteren ros.
In Sweeden maakt deeze nieuwe Soort een
Horifontaale W eb b e , op eene Meetkonftige
manier. De Kleur is bleek , uitgenomen die
v a n ’ t Agterlyf.
(6 ) Spinnekop, die bet Agterlyf Klootrond
zwart heeft, met twee uitgebolde Stippen.
Deeze komt fomwylenin de Venfteren voor,
maakende haare Webbe niet regelmaatig, maar
als van verftrooide Draaden.
C7)
( j) Aranea Abdomine fubrotundo flavo, ftigtnatibus utrim-
que quatuot nigris., Ano rufo. S y ji . Nat. XII.
(6) Aranea Abdomine globofij a t» , pimótüs duobllS CXC3-
ratis, Faun, fiats. 1997*
C7_) Spinnekop, die bet Agteriyf Klootrondag- V.
tig wit beeft, met hleek-lruine Vlakken.
D e e z e , die van de klelnftenis, onthoudt stuk.
zig in.de Pluimkwasten van het Riet. VI.r:
Arundina»
cea.
~(8) Spinnekop, die het Agterlyf Eyrond, enRiy ('npi"*
van vooren op de zyden fpits gehoekt heeft. A n g u ü t * .
Hoekige.
De eze, die op de Boomen in Gothlandovervloedig
gevonden we rdt, hadü fomtyds de
grootte wel van een Lid des Duims. Indien
het de Eerfte was der Spinnekoppen van Clerck,
dien deeze Autbeur de Hoekige getyteld heeft,
zo als hier aangehaald w o rd t; dan z o u h e tL y f
vry rood.moeten zyn , met een graauwe en
witte Tekening op de Rug; daar doch, volgens
de befchryving der Sweedfche Dieren,
op ’t geheele L y f geen Rood voorkwam ( * ) .
Maar het Wyfjc van deeze, dat Clerck naderhand
vondt, in zyne Fig. z , afgebeeld ,
hadt het L y f niet. zo gekarteld op de zyden
als het Mannetje, geel, graauw en wit ge-
fprenkeld, zonder eenig Rood. De Pooten waren
, in beiden, graauw en geel bont. W y hebben
( 7) Aranea Abdomine fiibgloboib albo, Maculis dilute fiis-
»is. Ibid. 1998.
(8) Aranea Abdomine ovato , antice Lateribus angulato
acuto. Faun. Suec. 1999. It. Cot hi. ax 6. CLERCK. Aran,
1 2 . T. 1. f. 1.
(*) Albedo in toto Corpoie nulla. Faun. Sute, Ed. II.
pag. +87. .