V. daar toe gegeven. Het Meisje van dien naam
Afdeel. werdc. volgens de Fabel - Hiftorie, omdathet
Hoofd-* Minerva in geweven Werk de loef wilde afsluit.
fteeken, in een Spinnekop veranderd (* ). De
Spinnekop is in de Paleizen der Koningen ,
* Prov. vinden wy in Salomons Spreuken - B oek*, al*
30. v. s S . waar >c Hebreeufch woord Simmith gebruikt is;
docb elders, alwaar van de Spinnewebben ge-
8.v fproken wordt, ftaat het woord Gnakobiscb f .
s? j ) e Franfche naam Araignée i s , zo wel als de
Spaanfche Arana en de Italiaanfche Ragni, van
het Latyn a f komftig: daar de Engelfche naam
•Spider , de Hoogduitfche Spinne, en de Sweed*
fche Spindel, zeer gelyken naar den Nederduits
fchen.
Efgen- De algemeene eigenfchap der Spinnekoppen,
ft happen. wat maajjen van haare Webbe betreft, is
zo wereldkundig, dat men de Kinderen daar
van niet behoeft te fpreeken. Ook wordt dat
W e rk , by de meeste Menfchen , even zo gering
aangezien , als men een hope die in rook
verdwynt, een arbeid, die vrugteloos is en in
*t geheel niet ten nutte ftrekt, in gedagte Schrif-
tuurplaatfen, by het maakzel o f by het wee-
ven van Spinnewebben vergeleeken vindt.
In*
(*) Rupitopus Dea, & radio, quem manu tenebat,
.. ■ ---------- Frontem percusjit Arachnes.
2Jon tulit infe lix; laqueoque animofa ligavit
C uttura : pendentem P alias miferata levavit,
Jltque ita , vive quidem , pende tarnen impreiey d s x il,
Sic mutaca, antiquas txereet Arane» telas.
\
d e S p i n n e k o p p e n * 179
Inderdaad, wanneer men de krankheid van dat V.
Geweefzel by de llerkte van de Stoffen, wel l x x x !'
ken het Menfchelyk Vernuft, allengs opklim- Hoofd»
mende, van Z y d e , Katoen , W o lle , VlaschSTÜK*
o f Hennip, weet te vervaardigen: by die der
Netten, waar mede men den Zee *Visch, V o gelen
o f wilde Dieren , vangt , wil verge-
lyken; zo blykt , dat zy als een Stofje in de
Weegfchaal z y n : maar gelykerwys een A a s ,
by voorbeeld, geen uitwerking hééft op de
Schaalen van de Groote W a a g , en een honder-
fte van een Aas een fyn Balansje doet over*
flaan; zo zal het ook, by nadere befchouwing,
blyken, dat ’er in het Geweefzel der Spinnekoppen
niet minder fchranderheid en nuttigheid
tot bereiking van de oogmerken , die ’er de
Natuur mede bedoeld heeft gehad, uitblinkt,
dan in de fynfte Stoffen van onze Manufakcuuren.
Én ’t géne daar dat Geweefzel dezeiven oneindig
in te boven g a a t, is * dat het niet doof
voorgaande Proeven allengs tot volmaaktheid
gekomen, maar in ’t Paradys reeds, waarfchyn-
-fchynlyk, even zo Kondig als heden in onze
Tuinen., gefponrten en geweven zy .
Deeze Infekten, naamelyk, (h e t welk nog Hun ver-
aan de MenfchelykeKonst ontbreekt,} Spin-nuft*
nen en Wee ven te gelyk. Z y maaken Draa-
den f die van aanmerkelyke kragt z y n , van
eène Sto ffe , welke in ’ t geheel niet Draad*
o f Vezelagtig i s : Draaden die z ig , zonder ee*
nig behulp van Spelden, Naalden,’ Spykers ,
I. Deel. XIII. Stuk( M 5 Na