V. (2 1 ) Spinnekop , die bet Agterlyf zwart
A fd e e l . èeteffi, met twee witte Stippelt en by 't
H oofd Borstjluk een wit Maantje.
STUK.
xxi. De laatfle mogt zo wel de Gemerkte ge-
Nagt-spLs. noemd worden als de eerfte van deeze drie Europifche.
Spinnekoppen, waar van de middelde
meest voorkomt op de Brandenetelen. Z y
wordt Nagt - Spin genoemd , om dat z y over
Dag zig ftil houdt 5 in de Bosfchen, en by Nagt
loopt. De grootte is middelmaatig.
xxii. (22) Spinnekop , die bet Agterlyf langwervhewk
fiS en S^nagtig verzilverd beeft, met
te, de Booten overlangs uitgejlrekt.
Een zonderlinge eigenfchap van deeze Bofch-
Spinnen, die digt tegen de Takken aan zitten
met het L y f , houdende de vier voorlle Poo-
ten voorwaards, de vier agterften agterwaards
regt uitgellrekt. Dit is insgelyks door G eo f-
f r o y , in een dergelyke Spinnekop, omftreeks
Parys waargenomen. Z y zyn ook in ons Land
welbekend, zo wegens de groenagtigeZilverkleur
, als wegens de langte en dunte der Poo-
ten. Z y ipinnen onregelmaatige Webben paan
Slooten o f Beekjes, en ook wel in de Bosfchen,
volgens Lister , die eene Waarneeming omtrent
(21) Aranca Abdomine nigfo punftis duobus albis, bafique lunula alba. Faun, Suec, 10 10 .
(22) Aranea Abdomine iongo , Argenteo - Vuefcente, Pe-
dibus longimdinaliter ex ten fis. Faun. Suec. 2011. GeoffRv
Feris. 64". N. 3. Ra j , Inf. 19. N. 3- L ist. Aran. lig. 3.
trent de Paaring van deeze Spinnekoppen by- Af]^'eu
brengt, welke de zeldzaame befchouwing van l x x x /
L y o n n e t fchynt te bevestigen. Ho°*Q'
„ Op 't end van M e y , (zegt h y ,) dat is STUK"
omtrent den vyfentwintigften van die Maand,
wilde het geval, dat ik , tegen Zonne on-'
dergang , verfcheide van deeze Spinnekop-
, , pen zagpaaren: ’tw e lk z y , aan haare Draa-
„ den zig aflaatende, en onder de Webben in
de Lugt hangende, Buik tegen Buik deeden-
„ Het L y f van ’t Mannetje was onder dat van
„ ’c W y fje en regtuit geftrekt, en dat van ’t
„ W y fje daar over omgekromd, rankende het
, , Aarsgat van ’t z e lv e , aan ’t bovenlte des
„ Agterlyfs van ’t Mannetje : waar aan ik
„ evenwel geen ander Teeldeel onderfcheiden
,, kon, dan een der Hoorntjes , ’t welk ge-
„ knobbeld was, en dat hy geduurig aan het
„ bovenfte des Agterlyfs van ’t W y fje , en
„ zulks beurtlings , fcheen te brengen. On-
„ dertusfchen zyn de Pooten en Webben,
„ van beiden , wonderlyk ondereen geftren-
„ geld” .
(23) Spinnekop, die bet Agterlyf langwerpig xxin.
zwart beeft, met een witte Streep we-
derzyds en de Pooten bruin♦ ^e*
Deeze Soort wordt gezegd langs de oppervlak
(23) Aranea Abdomine oblongo nigro , lineft atrimque Ia-
terali alba; Pedibus fttfcis, Fam SaK*aoia, CLERCK, Arm»
106. T. 5. f. 9.
I. Deel. x ii i* Stuk*