A f d e e l . P o o t e n > en dan hadt het D ie r tje , onder de
Lxxxa. * S ta a r t, nog drie Paar B a s te rd -P o o ten , Borfte-
HopFD- lig aan ’t end. D e Sta'artbeftondt uit twe e d e r -
Zse-rioo. g e iyk e doch kortere P o o te n , insgelyks aan ’ t
end gefpleeten doch vlakker zynd e , en aan
welken de K la auw , naar de R u g toe , korter
was.
D e e z e b e fch ry v in g fch y n t eenigermaate over»
een te komen met de Kenmerken, welken L in-
nacus t e vooren van de Cancer Locusta op g eg e ven
hadt ( * ) , en daar de Z e e -V lo o van K lein
to e betrokken word t door den H e e r Grono-
v iu s , die g e tu ig t , dat d e ze lv e de W a lvisfchen
d o o rb y ten plaagt ( f ) : zo dat deeze V lo o ijen
d an , wel v in n ig , moeten kunnen b y t e n , e n z ig
ook in de Noorder Oceaan , alwaar de W a lv is fchen
z y n , onthouden. D i t , n u , daar laaten-
d e , merk ik a an , hoe het zonderling i s , dat d e z
e lv e in V ra n k ry k , omltreeks Parys , z o menig
vu ld ig voorkomt in de B e e k je s , dat z y
daar van den naam k ry g t van Crevette des Ruis-
feaux, wordende onder dien naam aldus be -
fchre ev en ( 4 ) .
Rivier- , , D it In fe k t , de langte van ruim een h a lf
vioo‘ „ D u im , en de breedte van een zesde Duims
h eb b en d e , is van e e n g e e leR o e s tk le u r , met
„ de
( * ) Cancer macrourus articularis, Manibus adaftylis, Cau-
da attenuata , S pi nis bifidis. C'ncer Locufta S-yjl, Nat, X.
( f ) Squilla Catida fubulata integra &c, Zooph. N. p j i .
Habitat in Mart- Septenttionali. lialanas vexans uiordeiido (4) Hifi, des ln f . envir. P a p s . Tom. II, p, 66 7.
de Oonen zw a r t : de Sprieten f y n , en taame- V.
3, ly k la n g , byna zo lang als tw e e derden v a n LXX)Cil_ T
, , het L y f . H e t heeft v y f Pooten aan ieder Hoofd-
„ z y d e en ve rfche ide byhangzels aan d eS ta ar t. Rivier*
, , H e t geheele L y f , buiten den K o p , b e fta a t^ » -
„ uit tw a a lf R in g en , w a a rv an v ie r h e tB o r s t-
„ ftuk o f Rugfchild maaken, dat in de K r e e f-
, ten van n iet meer is dan één enkel Stuk. H e t
, , is op de zyd en p la t , en het Infekt le g t ook
„ altoos op z y d e ; ’ t z y het z ig b ew e e g e o fo p
, , z y n plaats b ly v e . Voortgaande d oet het
„ K o p en S ta a r t , met v lu g g e beweegingen ,
s, aan elkander naderen. D ikw ils verfchuilen
„ de kleinere z ig onder den B u ik en tu s fch en d e
„ Pooten van de genen die grooter z y n In
5, de R iv ie r des Gobelins komen z y in gro o te
„ menigte v o o r ” .
D ieG o th lan d fch e vanLiNN/Eus w aren blaauw.
R oesel merkt aan, dat onder zyn e zogenaamde
R iv ie r-G a rn a a len eenigen groenagtig vooi>
kw am en , anderen O k e r g e e l, doch allen d eu i-
te r fle tippen der Schubben o f Schildjes van het
L y f , naar de Staart t o e , rood hebbende. Haar
g ro o tfte langte is , wanneer menze re g t uit-
f l r e k t , z e g t h y , nooit meer dan een Du im,
D e rg e ly k e Saffraankleurige V la k je s , op z y d e ,
hee ft Doótor Scopoli ook waargenomen in z y ne
Riv ie r - Springertjes ( * ) , altoos in Z o e t W a t
e r ,
(*) Cancer - Pulex. Entomol. Carnhl. p. 412.
I, DïEL. XIIK STUK. E e 5