V.
AFpEEL*,
LX XX.
H oofdstuk.
230 B J5 S C H B. Y v I t* 6 V A N
omtrek en opwaards uitpuilende heeft, in 't
midden Qverdwars uitgebold. ,
Men h e e ft , in de Indiën, een Soort van
Spinnen, die wegens haare grootte niet alleen
maar ook wegens haare ruigte afiehuwlykzyn.
Op de Westindifche Eilanden y.oy men’er kunnen
vinden van wel een Vuist groot, zegt L a--
b a t , die egter , gelyk door veele Prpefnee-
mingen gebleeken is , geenszins Vefiyrjig zyn,
en men wagt zig wel van ze te dsoden, dewyl
z y veel dienst doen door het vernieten der Kakkerlakken,
die in haare Webben' zig verwarren.
Dit moet dan een ander (lag van Spinna-
koppen zyn. Anderp fpreeken van zödunigpn,
op die Eilanden voorkomende , wier L y f de
grootte van de Palm der Hand heeft, ep ver-
gelyken derzelver Agterlyf by een Duiven-Ey.
D e twee Haaken o f Nypers, die zy aan den
Bek hebben, worden, zegt men, te Goud gezet
, gn dan gebruikt tot Tandeftookers, die,
ver van Venynig, dien (lig zouden zyn , om de
Tanden voor ’t bederf tg bewaaren, Pater du
T prtre , in tegendeel, z e g t, d&t fommigen
die Spinnekoppen voor zeer Venynig houden
( * ) , en hy vergelykt haar Agterlyf by
een
3*0. WORM. MVf T. 244- CLUS. Pofib. 47. SEB. Muf.
1 T, 0s. M 2 » 3f OLE AR. Muf T. 17. f. 3. MERiAIf.
S«r. T. 18 ROES. A d i. T. 11.
( f ) Hoe dit «vereen te hengen is leert orp de Heer Grq*
Nqeen
Hoender-Ey. Door Piso w o rd t, onder
de Dieren van Brafil, van een Spinnekop gewag l x XX.*
gemaakt, die zig in de Spleeten der Rotfen ab Hoofd-
daar onthoudt, zynde meer dan zeven DuimenSTUK*
lang.
S e b a , die zekerlyk een weergaalooze V e r zameling
gehad heeft van Zeldzaamheden der
Natuur, verzekert ons , dat de Oostindifche
Spinnekoppen nog grooter vallen dan de West-
indifche. Hy heeft ze beiden op ééne Plaat
doen afbeelden; zo wel die groote ruige Su-
rinaamfche, waar van ik thans fpreek, als twee
Ceylonfche, die door de (ierlyke Tekening
op ’t Borstftuk uitmunten. Volgens zyne A fbeelding
, evenwel, fchynt de grootfte derzel-
ven niet grooter te zyn geweest, dan die West*
indifche, naar welke onze A f bedding, in Fig,
3. Pl . C I I ., flraks te befchry ven, gemaakt is.
Het Stuk, niettemin, was zo ongemeen , dat
hy# hetzelve, tot het maaken van de Afb e e lding
, van den Heer t e n K a t e hadt moeten
leenen , en hy hadt nooit grooter Spinnekop
gezien. Van de andere Soort , insgelyks uit
Ceylon , doch veel kleiner , welke hy ooks
wegens de Tekening van het Borstftuk, de Schiid-
draager noemt-, hadt hy ’er veele , zo groot
als
NO vips , wanneer hy zegt. Avibus & hötninibus infefta
morfu venenato , homïnïbus attamen rion lethalls* Zoopfiyl.
Grenov. Fafe. II. p. 017. LiNNASüS zegt: morfu diro Ser-
penei no. minatur. Syjl. Nat, XII. Pat niet minder drifter
is.
I, Deel, XIII, Stuk» P 4