V.
A fd eel .
LX XVI.
H oofd*
STOK.
KoeTjen-
X.uts
ÏL. XCIX,
■| Ledum
4 Sidam
Msre
dik, en, zo wel als de Kop en ’t Borstftuk j
graauw.
Met de eerfle Soort fchynt allernaast dat
roodagtig Luisje overeen te komen, het welk ik
z e lf , voor twee o f drie Jaaren, van Koeijen,
die op Stal Honden, gekreegen, en tot heden
tusfchen twee Voorwerpglaasjes van myn Mi-
kroskoop bewaard heb; gelyk hetzelve, thans,
in Fig. 7 , zó by Vergrooting als Natuurlyk, is
afgetekend. In de eerfte opflag fchynt de gedaante
niet zeer veel van die der gewoone
Menfchen-Luizen te verfchillen ; doch , by
naauwkeurige befchouwing, ontdekt men wel
haast, dat de Pooten veel dikker en de Klaau-
wen ook anders gefield zyn.
Men kan deeze Koeluizen yerdryven, zegt
LiNNiEUS, met het afkookzel van wilde Ros-
maryn f , 'die in Lapland en Sweeden groeit ,
en fcherpe Donderbaard o f zogenaamde Muurpeper
4-, een Kruidje met fappige Wormswyze
Blaadjes, dat; men op oude Stads-Muuren o f
ook aan de kanten der Bouwlanden en op Hei-
jen aantreft. Het is langs de geheele Vriefche
Zeekust en ,op veel andere plaatfen binnens-
dyks, in Vriesland, overvloedig te vinden,
wordende gemeenlyk Bergknop genoemd, volgens
den Heer de Gorter ( * ) . Men zou
egter, misfchien, daar tegen, al zo gemakkelyk
(¥) DAVIDDZ GoRTF.lt, Flsra Belgica, ültraj, 1767. p.
Iyk een aftreksel van Tabak gebruiken k u n -^ Y ^
LXXVI.
n en * H oofdf
n ) Luis der Paarden. STUK.
XI.
Van deeze ftaat niets aangetekend, dan dat
men haar op de Paarden vindt.
(12) Luis der Ezelen.
D e Luis der Ezelen is door R e d i afge-
beeld (*)•
(13) Luis der Valken.
xn.
Afini.
XIII,
Tinnun.
cctuillii..
Met die der Roofvogelen begint L in n^üs te s g m -
foreeken van de Luizen van het Pluimgedierte.
De zogenaamde Steenfchmetfer o f Tooren-
Valk heeft ’er die hem eigen z y n , en zodanige
komen ook op de Sperwers o f Kuikendieven
voor. F r isch geeft een Afbeelding van eene
diehy noemt de Hmer^Geyer-Laus, verfchillen*
de vry veel van die van Redi , welke by
fterke vergrooting voorgefteld is , even axs dl
der anderen.- Z y kruipen, zegt h y , wanneer
( u ) Peiiculus Equi Caballi. Faun. Sutc. 1948.
m pediculus Equi Afini f . » f c Exp. Tab. « . fig- «.
v12' r \ u rm on Tab. 2i* ik kan met begrypen,
waarom hier deMlu.e g . te mindec daar LiN-
^ £ £ / S i t e daar agter gevoegde Kruisteken
« ö S p r- r T . m * R e d . £*/>.Tab. i 3.FitisCH,/»/-x n p .24-K* 3. Tab,14.
I. DEEL, XUI. STUK,
i
1 1 i
j