AfJêel. Deeze In rekten zyn eigentlyk de genen,
L X X X L wiei' Venynigheidin ’t algemeen erkend wordt;
Hoofd- hoewel niet zonder eenige bepaaling. Men
Gevsariy- hééft* in de eerlte plaats, reeds overlang op-
ke steek, gemerkt, dat die der heetfte Landen de Veny-
nigfte , en die der gemaarigde Lugtftreeken
dikwils onfehadelyk zyn. Ten anderen fchynt
haare kwaadaartigheid ook a f té hangen van den
tyd van t Jaar, o f liever van haare ritzigheid.
R edi, de proef neemende op leevende Scor-
pioenen, welke hy van Tunis, aan de Barba-
ryfche K u st, gékreegen hadt in de Maand November
, bevondc dat derzelver Steek voor Dui-
ven-enHoenderkuikens onfehadelyk was;maar
in ’t Voorjaar doodelyk. De eerlte en tweede
D u if, evenwel, die hy aan deeze Proef opofferde,
ftierven flegts van de Steek ; de derde
en vierde hadden ’er geen aandoening van ;
maar , na dat hy de Scorpioen een Nagt hadt
laaten rusten, was z y in ftaat geworden, om
wederom anderendenDoodfteek tegeeven. Dus
brengen o o k , volgens het berigt der Oude0
, zelfs die op ’t Eiland Maltha- voorko-
men, den Menfch door haare Steek geen nadeel
toe, daar die van E g yp te , Guinee en de
Jndiën , volgens de Waarneemingen der he-
■ dendaagfehen, gevaarlyke Wonden maaken.
Proefnee- De Heer M aupertu'Xs nam ver&heide Proe-
£ r ven °P de inland'fche Scorpioenen te Mont.
tüis. peWier, die aldaar twee Duimen lang vallen-en
bleekgeel zyn , wordende van de Landlieden
opopgèzogt,
en aan de Apotheekers te koop ge-
veild {* ) • Een Hond, aan het kaalevan den l x x XI*.
©nik hebbende doen fteeken van een getergde Hoofd.
Scorpioên, begon dezelve, een Uur daarna,testuK'
w a g g e len ,» , het Lighaam zéér gezwollen tobbende
, gaf hy alles over, wat 'er in zyne Maag
en Geiarmte wals, braakendé nog lang daarna
een ilymagtig Speekzel uit, dat, wanneer zyn
Buik wederom gefpannen was, zig op nieuws
'vertoonde. Dit duurde omtrent drie Uuren,
vervolgens kreeg hy Stuipen en Itierf vy fU u-
ren na dat hy was gefto'ken. Men hadt op de
pla'ats der Wonde wél een klein róód Stipje,
doth geenè dergelyke 'Zwelling, als van het
iteeken der Byen o f Wespen ontllaat, kunnen
befpeuren. Eenige Dagen daarna een
anderen Hond , tien o f twaalf maaien,
Op de zelfde plaats , zelfs door verfcheide
getergde Scorpioenen , hebbende laaten kwetsen
, die den Hond zo diep fhiken, dat z y
’er aan hangen blèéven, g af de Hemd alleen-
lyk eenige hebreeuwen, geduurende het ftee-
ken, zonder dat het hem eenig nadeel fcheèri
te doen. Hy at en dronk, het gene hem g e geven
we rd t, met Véél fmaak , en , dewyi
het een Hond uit de Buurt w a s , liet men
hem loopen. Het onthaal was hem, niet te-
genftaande de geleeden P y n , zo wel bevallen
(*) Mem. 'de l'Acai. Rt.yale des Seances de 'Park , tïe
1’An 1731.
1. DXEL. XIII. STUK.