V. - agtig Haair bezet z y n , gelyk, behalve de ge-
Afdeel. melde daar de voornaame Zetel' is van dit On-
H oofd- gediert, (waarom z y ook Pediculi Ingmnale*
stuk» heeten;) onder de O xelen, ifi de Baard en Wen c-
braauwen, ja fomtyds in de N ek , onthouden.
D e Engelfchen noemenze, wegens de gedaante
Crabloufe, en de Italiaanen, om dezelfde re-
den, Pianolas o f Piattones, dat met onze benaa-
ming meer overeenkomst heeft.
Geöaite. Met weinig naauwkeurigheid fchynen deeze
?L. xcix. haatelyke Infekten, tot nog to e , waargenomen
F'S' 6’ te zyn- Men vindt, wél is waar ,een afbeelding,
onder dien naam, by Redi , en de figuur
N. 1 14 , in ’t Werk van Bonannc ( * ) ,
waarvan ik de verklaaring niet had kunnen vinden
, ontdek ik thans dit Ongediert, by fterke
vergrooting, te willen affchetzen; doch de ee-
ne, zo wel als de andere, zeer onvolkomen.
Onze afbeelding, in Fig. 6 , naar levendige
Voorwerpen, die ik niet dan met veel moeite
bekomen heb, gemaakt, vertoont, zo veel
mooglyk, de waare Geftalte van dit Infekt;
het welk rondagtig is en plat, van agteren zig
als uitgerand vertoonende, wegens de twee
groote Tepels , die egter niet altoos even
zigtbaar zyn. De groote Platluizen hebben ’er
wederzyds v y f : die allengs naar agteren toe
vergrooten, en met langs hoe meer Haairtjes,
aan
(*) Mïcrographia curiofa genaamd, agtex zyne Obferva*
tionu circa Viventie.
aan ’t end, bezet zyn. De voorfte Pooten zyn El>
dunst en zo wel met fterke Klaauwen voorzien LXXVI-
alsde vier agterften, die de Leedjes knobbe-Hoofd*
lig dik hebben, en dat gene, ’ t welk digstaan
’tL y f is, merkelyk dunner dan de anderen. Op
de zyden is het Lyfeenigermaate geribd en by-
na geheel doorfchyjiende, ja byna Zilveragtig,
(gelyk Ray van de Haairtjes z e g t , ) die voor
>t overige zeer klein en dunnetjes verfprei
zyn op dit Infekt, het welk een keurlyk Voorwerp,
ten dienfte van ’t Mikroskoop en tot nader
onderzoekingen uitlevert. Het fclaynt geen
Borstfluk te hebben; de Kop is taamelyk groot
en de Sprieten z yn , gel-yk L innajus z e g t , v y f-
ledig.
| Uit deeze. omftandige befchryving b ly k t ,
waarom deeze Diertjes Platluizen, in Sweeden
Flatluui, genoemd worden; als ook wat de reden
is, dat z y zo vast aan de Huid zitten,dat
menze ’er niet dan met moeite afkan rukken.
Sommigen verzekeren zelfs , dat dit fomtyds
niet gefchiedt, dan met verlies van den K o p ,
die dikwils in de Huid zitten b ly f t , volgens
MouFFETUS. Deeze Autheur z e g t , dat z y
met den Kop op dergelyke manier in de Huid
kruipen, als dit de tTekken o f Hondsluizen
doen. H e tL y f i s , naby den K o p , gelyker-
wys het end der Pooten, eenigermaate gedag- _;
tig bruin.
O f deeze affchuwlyke Infekten door enkele Mièleie»
onzAndelykheid geboren worden, dan dat men- ’«