V . „ die in de langte uitg eftrekt z y n , en beurtlings
Afdeel. een dubbelde en enkelde r y Tanden v o e r e n ,
hoofd- }) tdsfchen welken vier holligheden endwaards
STl,K* loopen, dat aan deeze K re e ft een zeer fraa y
, , aartzien g e e ft . Op de R u g - Schaal v e r to o -
, 3 nen z ig zw a rta g tig e merktekens ( * ) , die
,3 eenigermaate naar de Oude L e tte ren der M on*
3, niken g e ly k e n , w ed e rzyd s z e s ; waar van de
,3 eerste 3 als men van *t S ta a r t 'e n d a f te lt ,
3, een T , de twe ed e en derde een E , de vier-
3, de en v y fd e een L en de zesde een I , om-
5, trent op d erge lyke w y z e uitdrukken , als
, , menze in de oude Kloosterboeken ge fchre e-
3, ven vindt. D e e z e zou ik die agten te z y n ,
3, w e lk e van R o n d e l e t iu s de kleine K re e ft ge -
3, ty te ld w o r d t , indien niet de Pooten daar in
„ ongefchaard Werden ge zegd te z y n : want
3, de on ze h e e ft de vier v o o rd e Pooten met
„ N yp e r s v o o r z ie n , even als de g roo te Zee*
„ K r e e f t ” .
I k heb hier de b e fch ry v in g van de N o o r fch e
L e t t e r • K re e ft willen p la a tz en , om dat de Heer
G ronovius dergelyken naam g e e ft aan de z y -
n e , die zyn E d . van den Heer Baster ge fchon-
ken was. He t f c h y n t , e v en w e l, de z e lfd e niet
te kunnen z y n ; z o om dat van dergelyke te k
e ns)
Op myne Kreeft, zegt Pontoppidans , is dit een ver-
hooging van de Schaal zelve en geen verfcheidenheid v welke overal eene Stroo-Kleur an Kleur, (Couleur de P uille) is , met
eenig Rood hier en daar vermengd. Naturk Hift.von Nor wegen.
II. THEILL. bladz, 331. %
kening op de Schaal geen gew a g gemaakt wo rd t, V . '
als om dat de tw e e eerste paaren P o o te n , in £xxxnL*
de laatstgeme lde, uitdrukkelyk g e z e g d worden Hoofd-
niet met N y p e r t je s , maar met K laauwen vo o r - STUK*
zien te z y n . D e Kleur , n ie ttemin , van de
S ch a a l, was g lanzig b ru in , met hoog roode
Streepen fra a y gemengeld. Pontoppidans
merkt aan, dat deeze L e tte ren niet altoos even
volkomen uitgedrukt z y n , op het Rugfchild en
de Staart van z y n e Buchjlaben - Hummer, d ieh y
v o o r een jonge Z e e -K r e e f t zoude gehouden
h eb b en , indien de Geftalte niet z o z e e r ve r-
fchillend g ew e e s t ware. W a t de Pooten en
S tek e lig e S n u it, als ook de hoekige Schaaren
a an g a a t, fch yn t d e z e lv e met deeze R u uwe
K r e e f t taamelyk o v e re en k om ftig , welk e L in -
NjEüs aldus b e fch ry ft.
3, D e Snuit is zeven tandig en z e e r fc h e r p :
„ het Rug fch ild E yron da g tig , van vooren over*
„ dwars ge vo ord met Haairige Streepen , die
„ voorwaards zien. E en b o o g sw y s ’ gekroipde
3, Naad onderfcheidt het vo orfte deel des Rug*
, , fchilds. D e Armen zyn aan de binnenzyde ge-
„ doornd: de Schaaren 1 angwerpig, aan den rand
„ g ed o om d : de bovenkant van vooren Geuts*
, , w y z e gevoord met eene Haairige ruuwheid.
„ Verder heeft z y drie P ooten w ed e rz yd s : zyn -
„ de het vierde Paar k le in , aan de puntftomp
3, en ruighaairig
( ? o )
(*) Syfl. Nat. Xll. p, Io ji, 1053. Dit Iaatfte komt iu»
zNoOnderheid volmaakt met de afbeelding, van den Heet Gro* vujs in A H . Helvet, gegeven, overeen.
I, Deel, xui, stuk, D d 3