V. leefde, en niets at dan de Luizen van zyn ci-
LXXVl’. gen Lighaam ( * ) . Deeze moet, inderdaad,
Hoofd- ofn zig daar mede te onderhouden, een fterken
stuk. teeic van Luizen gehad hebben, o f mooglyk,
even als de Springhaanen-Eeters aan de Roode
Z e e , op ’ t laatste z e lf van Luizen zyn opgegeten.
Mcfcfeien Het inwendig gebruik der Luizen heeft zo
tegen dit , affchuwlykheid, dat men weinigen vinden
zal die het aanraaden en [nog minder die dit
volgen willen : te meer , daar geen de min*
fte noodzaaklykheid is voor zulk een vuil Geneesmiddel.
Veeleer zullen wy agt geeven op
de middelen, die tot vernieling van dit On-
gediert aangepreezen zyn. Zie hier, woorde-
ly k , wat LiNNiEUs dien aangaande zegt” .
„ De Luizen , die o p ’t Hoofd en in de Klee-
„ deren der Menfchen huisvesten, worden g edood
door de Zaaden van Sabadiili, Staphis-
agria, Coculi, Wynruit, Seldrie, Ange-
liea; Laurierbesfen, Saffraan, Peper, wil-
_ de Rosmaryn , Lycopodium, Pinguicula ,
^ .Kw ik z ilv er; door Vorst en hitte. Door ’ t
„ Hoofd te knaagen verwekken z y in kleine
, , Kinderen, die zeer gulzig zyn ,Ruidigheid des
, , Hoofds, met harde Korflen; tot een behoed-
„ middel (trekkende voor V erkoudheid, Hoest,
„ Blindheid, Vallende Ziekte en andere Kwaa-
„ le n .
*9
J)
7*5 Efbemer. Natur. Curiejtrum. Dec, a. A«n. i6Sr.
Óbf. I7ó,
D E L U I Z « N, 6?
„ len. Als ’er Regen op handen is, daalenzy V.
„ aan de zyden van ’t Hoofd neder. Die derL^xvV.
Kleedereh zyn zo hard niet en bleeker dan H oofd-
II de Hoofdluizen. Iemand, die de Vraag STUK*
„ kan oplosfen, waarom andere T e e lten , van
„ de zelfde Soort, hardnekkig op het Hoofd
„ blyven; anderen in de Kleederen; die zou
„ gemakkelyk den aart begrypen vanverfchei-
„ de Befmettelyke Ziekten ( f ) -
(2 ) Luis der Schaamdelen. ,% & * *
Pubis.
Niettegenftaande de . Nederduitfche naam »Platluis,
van dit Infekt, op ver naa zo duidelyk niet
is , als de Latynfche Soort-benaaming, welke
L inn^eus gebruikt; is dezelve, doch, byna,
niet minder haatelyk voor een kuisch O o r , o f
onbekend. Men plagtze, weleer, de Wilde o f
wreedaartige f Lms te noemen, in tegenflel-t ferm
ling van de gemeene, waar aan men dan den
naam van Tamme o f zagtzinnige 4- gaf. Zy by- 4,manfutius
ten, naamelyk, vinnig, en houden zig aan de
Huid zeer vast. De Franfchen noemenze Morpions,
de Duitfchers FÜtz-Laus, öm dat z y zig op
plaatfen van het Lighaam, die met kort Vilt»
ag-
(f) Syjl. Na t. Ed. Xlt. p. 1016. ’t Is zeker, dat, het
Hoofd te w^sfchen met een aftrekzel van Tabak, of de Klee*
deren met brandende Zwavel te berooken, ook kragtige Middelen
zyn tof vernieling van dit Ongediert.
(a) Pediculus Pubis. Faun. Suec. Ed. II- I94°- MoUFF.
Ik/ . 200. B.AJ. Inf. 8. SCHENK. Ob/erv. 676, RED. E*p>
T, 19. f. 1. PET. G a z . T. 67. £ 9-
I. DEEL XIII. STUK, E 2