384 B ÊSCHRÏVING VAK
V. „ ha lve agt k le in e , met tw e e g ro o te Klaart*
A fdeel ^ w e n 0f p ooten voorzien. V an P aa sfchen tot
H oofd- „ aan St. Jan is h y vo ls t en b e s t , maar ve rv o l*
STUK* j» gens neemt h y a f , en raakt zyn e Schaal
, , k w y t , 'in wie r plaats de nieuwe dunnere on-
„ middelyk v e r f c h y n t , welk e d a n , binnen agt
„ D a g en , b yn a even z o hard w o r d t , als de
, , voorgaande. M en kent het, Mannetje daar
a an , dat het van b o v e n , langs de Staart heen,
„ fmaller , e n , als ’t w a r e , ingekneepen i s ;
„ het W y f j e , daaren tegen, breeder ; ’ t w e lk
„ ook vo o r het beste gehouden wordt ( * ) .
„ D e Hummer onthoudt z ig op Zand-
„ gronden en onder het Steeng ru is, o f in de
fcheuren en reeten van K lip p en , voornaame-
„ ly k waar een foo rt van W i e r , met breede
B la d en , g r o e it , van het w e lk e h y , vermoe-
, d e ly k , ten deele z yn V o ed z e l h e e f t , dat
, , anders ook in ’t Broed der Visfchen beftaat.
, , Hie r tegen w o rd t de Hummer a llermeest van
s, den Steinbisfer o f Steehbyter v e rv o lg d , die
z y n
„ by Udvar, in de Parochie Evenvig , van de Visfchers dik-
wils een overgroeide Zee-Kreeft gezien Wordt , die zo
fchroomelyk groot is , dat het niemand waagen durft, hem
. aan te tasten, en zy zeggen, dat de wydte tusfchen
* Zyne Klaauwen byna van een Vadem is. Hier uit kan
, , de grootte van zyn Lyfopgemaakt worden, offchoon z y
„ hem niet volkomen te zien krygen, alzo hygemeenlykvan
het Zeegras bedekt wordt, waar in zig doorgaans alle Zee*
\ Kreeften onthouden.
(*) Van fbmmigen en van de Duitfchers inzonderheid.’ wy
Hollanders verkiezen de Mannetjes • Kreeften , die derhalve«
ook duurder zyn>
DE K r ë e f t é i ï .•
z y n g ro o t f le vermaak daar id v in d t , wanneer V.
„ hy zyn Tand en op iets hards kan te werk ^xxxnt”
„ Hellen ( * ) , : ' Hoofd* j
„ M en z e g t dat de H um m e r , om den aanval h« vangen
s, van dit fnel voortfchietende D ie r ce o n tk o - in Noot- •<
O , . , wegen,
, , men,, z yn e Staarpomkromt, en z ig daar me-
j , de aan ’c Zand niet alleen v a s th o u d t, maa^
z e lfs dus te rü g g a a t, met den K o p navolgen-
„ de en ’c A g t e r ly f vo o ru it. W e le e r v a tte
men ze met een H o u te nN y p ta n g o p ; doch,
, , d ew y l de K reeft het knypen niet verdraagen
, , k a n , en tw e e o f drie D ag en daarna f t e r f t ,
„ is zu lk s niet meer gebruikelyk op zodanige
, , p la a t fen , alwaar men de K reeften in de z o -
„ genaamde Hummer - B u ifen , o fK r e e f t -V a a r -
, , tuigen levendig buitenslands w il zenden. A ls
„ dan worden z y a lle en ly km e t Fuiken gevan-
, , g e n , die gemaakt zyn van H o e p e ls , me t
„ Vischn et overtoogen , hebbende aan ieder
, , end een langen fmallen Ingang , ten einde z y
„ daar niet weder uit zouden kunnen loopen.
(*) Deeze Vlsch , naast, zó ’t my toelchynt, met den
Meirvai overeenkomende, wordt Steenbyter genoemd zegt dö
zelfde Bisfchop, om dat hy met zyne Tanden de Klipfteenen
San ftukken ka.ubycen, Hy is ongevaar drie vierendeel of een
Elle lang : de Huid donker en glad, als die van een Aal ,
haar welke hy ook van Lyf zeer gelyké, uitgenomen dat hy
■ tyat breeder'isen op de Rug lange afhangende Vinnen heeft*'
Aan den Kop, die rond en dik is , ziet hy 'er affchuwlyk en
byna als een Kat uit, hebbende in de Mond twee ryën Tanden.
Zyn Vleesch is hard en vet, wordende van den gemee-
nen Man gaarn gegeten. Men vangt hem met Lynen offteekt
hem met- den EIger, als men hem op een Zandgrond ziet
fiaan. ISladz. 285«