\r.
A fd e e l .
L X X V I .
H oofdstu
k .
xxi.
S tem t.
XXII.
p la ta le e ..
XXIII.
x4rde&.
Reiget-
Luis.
de Wilde Eenden, in Italië Marigiana genaamd,
vondt Redi vierderley Soort van Luizen.
<21) Luis der Zee-Zwaluvoen.
De e ze , veel overeenkomst hebbende met de
Meeuwen-Luis van Redi , is in Sweeden op
de Zee Zwaluwen waargenomen. Z y heeft den
Kop driehoekig, breed en Romp; het Borstftuk
zeer fmal en kort; het Agterlyf ovaal en groot*
in ’t midden, overlangs, zwartagtig; de Poo-
ten zeer kort en dik.
(22) Luis der, Lepelaar,en.
(23) Luis der blaauvoe Reiger en.
Schoon deeze beide Vogelen ook in de Noor«
delyke deelen van Europa voorkomen , f c h y
nen derzelver Luizen , doch , in Sweeden
niet waargenomen te zyn. Redi geeft de a fbeelding
van een Reiger-Luis, op zyn Zesde,
als ook van die van den witten Reiger, op zy-
ne Zevende P la a t ; doch welke andere van
LemJLnNiL/EUs met de aanhaaling van de Vier-
,de Plaat, waarop de Koeten en Eenden Luizen
afgebeeld zyn , bedoele j is my duifter.
(24)
(a i) Pedkulus Sternx Hirundinis. Faun. Suec. 1953- Red.
Exp. Tab. 9. f. 2.
(aa) Pedkulus Platalex Leucorodiac t> D Exp. Tab. ^
(13) Pedkulus Aideac cinere* | . Red. Exp, Tab. 6.
<2,0 Luis der Kraanvogelen.
Frisch heeft de aanmerkelyke verfchillend-LXXVI.
5hedeïi, die ’er tusfchen de Luis der Kraanvo- STUK»
géien, dooir hem waargenomen, en dezelfde ^xxiy.
van R e d i , waren, in twaalfderley opzigten ,
breedvoerig, aangeweezen. Men kan op de afbeeldingen
, van den een zo wel als van den
anderen, niet al te veel betrouweii.
. At| XXV.
Luis der Oyevaaren. ckm*.
* J J .......... - Oijevaats*
| Is Waar, dat Redi op den Oijevaar gee- uuis.
ne Luizen vondt, zo min als op de Struisvogelen;
doch hy merkt z e lf aan, d a t ’er in
den H o f,waar hy zyneWaarneemingen hier omtrent
in ’ t werk Relde, maar één enkele Oijevaar
opgevoed w e rd t, en daarentegen wel
twaalf Struisvogelen , fommigen eerst versch
uit Numidie aangebragt, zig aldaar bevonden
( * j . Mooglyk, zegt F r is c h , heeft hy in
de Herfst naar dit Ongediert laaten zoeken,
als wanneer deeze Vogelen lyviger zyn , ge-
broed hebben, en dus de Luizen aan de Jongen
overgezet; zo dat men ’e r , alsdan, naauw-
lykséén kan vinden. Dit,kwam echter, met
zyn
(24) Pedkulus Ar des Gruis. Faun. Suec 1954. Red. Ëxpt
tab. 3. Frisch. Inf. V. p 15. Tab. 4. ,
(25) Pedkulus Arde» Ciconi». Faun. Suec. 1953- Frisch.
tuf. VUL p. 9. Tab. <5. , . . > , ............. ,!
(* ) RED. Exper, circa gener. Inf. Amfteld. IÉ71, in Duoa.
& 323- ' / , n' f'D —
t. Déél. XIII. Stu£. c