A fdee ” Glimworm g^infterde f ; waar mede z y ,
rxxxv.L’ „ fchoon men het L y f afveegde, nog aanhielde.
H oofd- BRUERüszegt: tweemaal heb ik d e b y nagt
t zie ons, , ligt geevende Duizendbeen, in Zc^nerfche
b L ï s S . ’»i Nagten, op Mosagtige Heijen, Vuuri'g glim-
, , mende gevonden. Het geheele L y f glin^er-
„ d e , maar een weinig minder helder dan de
„ Glimworm. Henis my eenmaal, wanneer
„ ik ’s nagts, fterk bezweet zynde, te Huis
„ kwam , gebeurd, dat ik , myn Aangezigt,
, , in ’t donker, met den Zakdoek afveegende,-
, , zeer verbaasd ftondt, dien Doek, op ’t oo-
, , genblik , Vuurig en als in Vlam te zien.
M aa r , dit wonderwerk met oplettendheid
,, befchouwende, fcheen de Glans zig op éene
„ plaats te verzamelen, en wanneer, op myn
„ b e v e l, een brandende Kaars gebragt was,
3, deed ik den Doek open , en vond ’er zulk
„ een Duizendbeen in, die, door het wryven
„ aan myn Aangezigt, ik weet niet welk een
, , Vlammige Damp over den geheelen Zweet-
, , doek hadt verfpreid. M ouff.. Tbeatr. pag.
„ 1x3” .
Dit heeft, echter, niet altoos, zo het fchynt,
in deeze Duizendbeentjes plaats, waar van ik
’er een, dat meer dan twee Duimen lang is, in
* Hiyne Verzameling bezit : hoewel anderen de
langte Hellen op maar agt o f negen Lynen, ge*
ly kG EO F FRO Y zodanigen omftreeks Parys gevonden
hadt, zeggende dat zy by nagtfomwy.
len glinfteren. Aan Doktor Scopoufchyntdee-
ZJSk
ze Soort, in Karniolie, niet voor gekomen
n. LXXXV-
1 H oofd-
(9) Duizendbeen, die 'wederzyds zes- en- ze- IX>
ventig Pooten heeft. ■ rea{pb°
Glinfteren»
Kapitein E k e b e r g h e e ft, waarfchynlyk op de.
zyne Reize naar China, in de Indifche Zee ,
honderd Mylen van het Vaste Land af zynde,
op het Schip een Duizendbeen van deezen aart
gevonden , die des nagts als een Glimwoim
glinlterde, en daar van een Aftekening gemaakt.
Dezelve hadt dén Kop Eyrond, geelagtig, met
twee overlangfe en eene dwars-ftreep gevoord:
het L y f zo dik als de Schaft van een Mosfchen
Veertje, Draadagtig , langer dan een Vinger,
beftaande uit twee ■ en - zeventig Leedjes. Het
Dier was paarschagtig van Kleur,met twee even-
wydige geele Streepen. De Sprieten , die Elsvormig
en Roestkleurig waren, beftonden ieder
uit veertien Leedjes : juist, dat aanmerkelyk
is , even als in de voorgaande Soort.
T o t dus verre keur ik alles goed; doch
wanneer men onderftelt, dat deeze Duizendbeen
uit de Lugt op het Schip nedergevallen
z y , en vraagt, o f dezelve dan mooglyk ook
Wieken hebbe , gelyk de tweede Soort: als
ook, om dit kleine verfchilvan Pooten, ( te r
w y l hetzelve in onze lange, dunne, die fomtyds
(9) Scolopendra. redibus utrinque fcptua&inta fex, Syjt,
2Vat. XII.
>1. ÏÏF.EL. XIII. STUK. K k 4