V. twee fcherpe Tanden, vooraan den Bek, (die
LXXx T raeo eigenlyk als een Nyptang, waarmede z y
H oofd- haar Prooy vatten en dooden , moet aanrner-
stük. ken,) vanbinnen hol.zynde, dienen om dezel*
ve uit te zuigen , gelykerwys de Mierenleeuw
( * ) . De opening van deeze Tanden
wordt immers te duidelyk, door de genen, die
dezelve in veele Spinnekoppen opgezogt hebben,
om den zogenaamden uitgang van ’t Venyn te
vinden; ontkend, dan dat men die voor algemeen
zou kunnen houden. Ook is het zek e r ,
dat veele van deeze Infekcen hunne Prooy niet
alleen uitzuigen, maar grootendeels verflinden.
W.y zullen dan met Frisch veeleer gelooven,
dat de -Spinnekoppen weezentlyk een Bek hebben
, tusfchen de Nypers; hoewel de T o n g ,
die hy in deeze Bek waargenomen hadt, veeleer
de Zuiger fchynt te z y n , daar Mead van
fpreekt, gelyk hy z e lf ook daar aan een opening
hadt waargenomen, en zig verbeeld, dat
dit Werktuig dienen k o n , om iets in te zuigen
( f ) . De Heer Clerck vertoont zeer dui-
dëlyk de opening in P la a t, die men den Bek
q f Keel kan noemen , en die het Vogt, zegt hy ,
ontvangt, dat door de Kaaken uit de Prooy gedrukt
wordt (!■ ).
Ik
(*) Leur Pinces, qui font creufos ei\ dedans , leur tien-
nent lieu de Machoire & de Bouche, lb>A. p, 63Ó.
(f) Frisch. Inf. Vil. Theill. pag. 8,
fj) CLERCK ik Arantis Smicis. Pl, 6. T, 4. Fig. 2.
Ik fchroom dan niet, vast te ftellen, dat een
Spinnekop, behalve de Keel, als de doorgang l x x X.
naar de Maag aangemerkt, ook een Bek heeft, Hoofd -
o f opening van de Keel, die meteen foortva n 0^.
Lippen is geflooten en waar buiten die Haaks- Armen*
wy ze Nypers zyn , welke men ook Tanden
kan noemen. Men kan niet zeggen, dat hunne
Bek uit deeze Nypers beftaat; even zo min
als wy zeggen kunnen , dat onze Mond beftaat
uit onze Tanden ( *> Buitendien heeft
de Spinnekop , aan den Bek, o f van vooren,
nog twee Deelen, die zodanig naar Pooten ge-
lyken, dat fommigen ’er tien Poocen aan toe-
fchryven; doch het zyn veeleer een foort van
Armen , die zy als Handen o f Voelers gebruiken,
om hunne Prooy aan te vatten, naar den
Bek o f tusfchen de Tanden te brengen, on op
allerley manieren te draaijen en te wenden. Z y
beftaan, ten minde, uit drie Leedjes, en worden
, onder ’t loopen, door het Infekt geduu-
rig bewoogen, even als de Sprieten o f Hoo*
Tentjes der Torren, enz Dat hier de 1 eel*
deelen in de Mannetjes aan zitten, wordt thans
in ’t algemeen geloofd ( f ) -
«*) La Bouchs de 1’Araignée confifle dans deux fortes te-
nallles, &c. Wft des lnf. env. Paris Tom. i l p. 63«. De
Spinnekoppen hebben, behtlven die Klamwen, volgens BA-
KER, nog twee ryën van Tandjes aan het Kasje , waar in de
Klaauw als een Knipmes fluit.
( t ) Frisch meent een Penis & Scrotum onder aan den
Snik der Tuinlpinnen waargenomen te hebben, het welk dan
X DKKL. XIII. STOK* N 4