Y v haam, wegens fcherpe Tandjes, aan de bin-
lxxxvL* nenzyde , ruuw vind; doch de Klaauwen van
Hoofd, deeze agterfle Pooten fchynen my volmaakt
STut. mec die der andere Pooten overeen te komen,
en ik vind by de Autheuren gemeld, dat de
Beet van-deeze Dieren, zo wel in Oost- als
Westindie, gevaarlyk z y ( * ) : waar toe de-
zelven met ontzaglyke Nypers, aan den Kop,
zyn gewapend. Van de Venynige Steek der
Scorpioenen, die in ’t algemeen erkend wordt
door den Angel van de Staart te gefchieden >
hadt zyn Ed. niet gefproken.
In Gehalte komen deezeUitheemfche, nagenoeg
, met onze Europifche overeen. Het getal
der Leedjes van de Sprieten bevind ik , by-
na, even groot als dat der Pooten. L innjeus
z e g t, dat zy wederzyds vier en dus in ’t geheel
agt Oogen hebben ; waar in zy dan met
de gpinnekoppen zouden gelyk (laan. S e b a
hadt ’er , uit een Oostindisch Schip, dat gehoopt
werdt, levendig gekreegenmet haareEi*
jertjes, daar reeds Jongen in te zien waren. Hy
hiedltze, in Aarde, lang levendig, doch de E iertjes
kwamen niet u i t , ’t welk hy meende
•daar door veroirzaakt te z yn , dat ’er de Na«
.tuurlyke uitbroeijing aan ontbrak. Hoe ontza
g lik deeze Dieren ook voorkomen, zyn zy
doch
(*) Harum morfus laboïiofus adeo est, at in furorem pro-
pemodum ïncolas incitet. Bontius* H if i . Ind. 56. Venenura
c!c proboscide} ex Ore procedente j efifmidittir* Me ad * ds V t *.
nenis. p. 47-
doch het gewoone Voedzel der Blindflangen, V-
. A fd eew
naar men'verhaalt. lxxxv.
H oofd-
(6 } Duizendbeen , die wederzyds twee * en • stuk*
twintig Pooten beeft. Ferruginea.
O f het kleine verfchil in het getal der Pooten
een genoegzaam Kenmerk , tot eene Soortely-
ke onderfcheiding, van deeze en de voorgaand
e , maakt, zou men mogen twyfelen ; temeer
daar het getal der Leden van het L y f , behalve
den Kop, maar twintig , dat is minder- dan
in de Indifche gefield wordt. He Heer Gro-
n o v iu s vondt, aan zyn Guineefche Duizendbeen,
wel twintig Leden o f Verdeelingen van
het L y f , doch flegts agttien paar Pooten. Zyn
Ed. haalt de onderfcheiding daar uit , dat de
bovenfle Leedjes der agterfle o f Staart-Poo
ten, in deeze, niet gedoomd zyn. De Pooten
worden door L ïn n jEüs geel gezegd te zyn
en de woonplaats in Afrika gefield, Het L y f
was ros o f Roestkleurig.
f7 ) Duizendbeen, die wederzyds honderd agt
en veertig Pooten beeft. Ewnfche*
Zonderling is de menigte van depaaren Pooten
(6J Scoloptndra Pedibus utrinque viginti duobas. Syfl. Nat.
(7) Scolopendra redibus- utrinque centrum quadrasmta ft8*i
Syfl. Nat. XII.
ï. DEEL. XIIL STUK, K k 2