V.
Afdeel.
L X X X .
Hoofds
t u k .
Zakdraai
er-
*Zie bladz.ias
Jaars 1762, onder andere Zaaken de Natü'urly-
ke Hiftoriebetreffende, het gene volgt. „W é é t
,, UWEd. ook ergens gelezen te hebben de
„ Huishouding van die zonderlinge Spinnekop-
„ pen, welke ïn het Syflma Natiïfcb van den
, , Heer L tn'njeus onder den naam van Sa’cci-
, , fera o f Zakdraager voorkomen,en "welke haa-
„ re E y t j e s in een zeer Konltige Zak, Uit eene
, , wonderlyke Stoffe gemaakt, en óp den gee-
„ ftige wyze onder aan dén Buik gehécht, met
zig omdraagt. Hoe d a t, üaamelyk, deeze
, , Eytjes gekipt Zyndé , het jóngé Bfóédzèl,
,, béftaande in een groóte menigte van kleine
„ Spinnetjes , teïftond plaats néémt rondom
„ bet Lighaafn van de Moer, met dé Koppen
„ aan désZcifs Vel o f Tepeltj es gèhefcht, ’t welk
„ alsdan een gfooten rui'gen Ból vertoont, die
„ gefchakeerd is met witte Stippen: Wörden-
,, de dit Broedzel, dus, door de tedere Moë-
, , der vlug beromgedragen, endoor haar Bloéd
,, o f andere Sappen, zo het fchyn't, tbtéen ze-
„ keren trap opgevöed, zelfs met vérlies van
„ haar eigen Leven ?”
Lister, die dit als een algèmeene eigenfchap
van zyne Wolffpinnen heeft aangetekend, verbeeldt
z ig , dat de Jongênvan deeze Zakdtaa-
gende Spin de genen zyn die de Herfstdraa-
den maaken , waar van voorheen gefproken
is * en met dezelven in de Lugt vliegen ( * ) .
Die
(*) Ex his Pullij tcmpoie AutumnaK >, aat lutïo «ut fahcro
Dit zyn die'. Vliegende Spinnékqpjes, waar van V.
hy aan R a y gefchreeven hadt; doch men houdt ^ x x ’*
thans dicDraadén afkomftig te zynvanSpinnende aaoso/
Myten., De Webbe , merkt h y aan , wordt za\araa-
van deeze Zakdraagende Spinnen Klokswyze ~er'
gemaakt op de Hèijen en Velden, en dient haar
llegts tot een. Nest om in ,te kruipen met het
Eijerzakje, dat van’het W y fjé niet op de Rug
maar aan den Buik gedragen wordt, en tweemaal
zo groot is als een Peperkorrel, vliezig,
wit van Kleur, blyvende fly f en rond, zelfs
na dat ’er de Jongen uitgekröopen zyn , ter-
wyl het Agterlyf, door de Eijerlegging ontle-
digd en verflap.t, dit Beursjebedekt en daarop
als zyne rusting heeft, volgens Frisch , die
aanmerkt, datde SpinnekopditZakjemetDraa.
den vast aan ’t L y f h e ch t, en het zelve naloopt,
wanneer men’t ’er afgerukt heeft; hechtende
het dan wederom aan haaren Buik, ge-
lyk Swammerdam ook heeft waargenomen.
Door Doktor Scopüli wordt deeze Zakdraager
de Spinnékop Ljomet- geheten, ■
Van dergelyke Wolffpinnen, die wegens het \r0irfp;n.
Roofzugtig vervolgen van haare Prooy dusnen-
genoemd , en altemanl langs de Aarde , zeldzaam'óp
Boomgewas', gevonden worden, heeft
L is t e r yièr. 'Soorten in . Engeland waargeno- .
mén,
croceo colore , interdum etiam flammeo , ad latera illuftran-
tur: hi vero, fub idem tempus , imprimis volucres funt & in-
gentium filorum Aëreorum aiölioias. . ,
R 2