A fm e i ten’ 20 liec fchy nt ’ Seen Bladen o f Vfugten,
LXXX. maaralleen Gedierten , gelyk Muggen en Vlie-
H oofd- gen , ’t welk haar gewoone Aas is ; als ook
sxua. pjsfebedden , Duizendbeencn, Rupfen , K a pellen
en zelfs Aardwormen, wanneer men haar
die flukswyze geeft. Ongemeen beminnen zy
die weeke zelfftandigheid , welke ’er in de
Schaftjes der Pluimen van het jong Gevogelt
e , voor dat dezelven uitgefpreid zyn , he-
greepen is, en dus is het ligt te begrypen, dat de
ruige Surinaamfche, die de Eijeren der Ko*
librietjes uitzuigen, ook de Jongen o f deeze
Beestjes z e lf , waar yan fommigen niet veel
grooter dan een Vlieg z y n , als zy dezelven in
*t Net kunnen krygen , niet fpaaren. Daarentegen
worden fommigen van zekere Wespen,
die men des wegens Spinnedooders noemt, ge-
* zie ’t dood en in haar Nest gefleept *. Aan veeler*
xii stuk, j Gevogelte ftrekken zy ook tot Aas.
Venynig- Dewyl ’er Voorbeelden zyn , van Menfchen,
heidi die , uit een bedorven Lust , Spinnekoppen
hebben gaan eeten; zo is het denkbeeld , als
o f dezelven, in ’t algemeen, Venynig zouden
z y n , thans geheel verworpen. Men w e e t,,
evenwel, dat fommige Vergiften , ingenomen
zynde, niet fchaaden aan den Menfch , en, in
tegendeel, door een Wonde met het Bloed gemengd,
van verderflyke uitwerking zyn. Van
myne ondervinding, ten opzigt van het oude
denkbeeld, als o f zy een byzondere a f keerig-
heid van de Padden hadden, en inftaac waren,
die ,
die met een enkele fteek o f beet, om ’t leven V.
te brengen, heb ik te vooren gewag gemaakt^ Afdeel.
en verder aangemerkt, hoe het niet onwaar-gOOFD.
fchynlyk was , dat die groote WestindifchesTOK.
misichien wel grooter Dieren zouden durven _
aandoen. Ook heeft de Heer B a k e r , in d ebladz, ï97.
Tand van een grooten Spinnekop, dien hy gedroogd
van ’t Eiland Nevis gekreegen hadt»
aan ’t end een klein Spleetje ontdekt, ’ t welk
L e e u w e n h o e k reeds in de Tanden van Spinnekoppen
hadt waargenomen ; doch de Heet
M e a d , zo ervaren in het onderzoek der Vergiften,
die opening in de Tanden van vprfchei-
de Spinnen gezogt en niet gevonden hebbende,
dagt dat L e e u w e n h o e k mis hadde , voor
dat dezelve door gedagten Heer B a k e r aan
hem vertoond werdt. Zyn Ed- befqhouwde
zulks met verwondering , en maakte ’er dit
Belluit uit o p , dat, gelykerwys onder de Slangen
alleenlyk benige Soorten Tanden hebben,
die doorboord zyn tot uitlaating van ’ t Vergift
in de Wonde , zo ook alleenlyk eenige Soorten
van Spinnekoppen een opening in hunne
Tanden hebben, en dat men deeze meer dan gemeen
Vergiftig mag onderftellen te zyn ( * ) .
Zo ingeworteld is het denkbeeld , dat Pad-
den, Haagdisfen, Spinnekoppen, en meer derge
(*) BAKER Nuttig gei
bl. 424-
I, DEEL. XIII. STUK.
ruik. van ’ t Mikreskoo-j), Aluft. 175Ó.