v. Afdefl
rx x x ü
H o o f d stuk.
A a n m e rkingen
dienaangaande.
z y n ; w e lk e z y , zo wel als de Jaarlykfe ver-
huiding o f a fwerping van de geheele S c h a a l,
gemeen hebben met de Krabben.
V erfche ide G e le e rd en , de Reden te baatnee-
m en d e , hebben ge o o rd e e ld , dat d it Stuk alleen-
ly k een denkbeeld wa re van ’t Gemeen. D e
weder - aangroeijing o f uitfcbieting van onge-
werktuigde Lighaamsdeelen, van de Haairen des
H o o fd s , de Nagelen van Menfchen Handen en
Klaauwen van Beeste - P o o ten , b y vo o rb e e ld ;
konden -zy w e l toe fta an ; doch die van Deelen,
met Geledingen en Spieren to tb ew e e g in g v o o r d
ien , werdt van hun niet erkend. Ook heeft
men , by naauwkeurig onderzoek, bevo n d en , dat
die h e r te llin g z o algemeen niet i s , als men z ig
w e l verbeeldde. In de Schaaren en Schaarpoo*
ten o f Arm en , die meest aan ’t breeken bloot
g e t e ld z y n , h e e ft z y meest p la ats, en v o o rd e
afgebrokene komt d ikwilsmaar een k le in , zee r
onvolkomen Schaartje. D e Pooten en Spi.e*
t e n , afgebroken z y n d e , groeijen ook w e l , doch
zeer langzaam wede r aan. Z ie hier eenige aanmerkingen
dienaangaande, van den H eer Reau-
mur ontleend.
„ Daar i s , tot de hervoortbrenging van de
„ afgebrokene Pooten , geen beftemde ty d :
z y g r o e ije n , g e ly k e rw y s de Planten ,
s , fchie lyke r o f minder fch ie lyk aan , naar
, , dat het Saizoen meer o f minder gunflig
„ is : de h e e t t e Dag en bevorderen d e ze lv e a ller*
„ lermeest. O o k w o rd t deeze h e r y o o r t b r e n - ^ ^
ging door andere omftandigheden begunitigd. lxxxu.
o f vertraagd. Een der w e e z e n t ly k te n is de
p la a t s , daar de P o o t o f Arm is afgebroken-
” , Om dit te verdaan , moet men z ig erinne-
” r e n , dat de Pooten der Kre e ften verfcheide
, , Geledingen o f G ew rich ten hebben , waar
, , door z y z i g , g e ly k on ze V in g e r e n , kunnen
„ buigen: om dat die G ew r ich ten met eene
„ V lie sa g tig dunne H u id , en niet met een har-
„ d e 'S c h a a l, overtoogen z y n . Ieder Schaar*
„ poot heeft v y f dergelyke G ew r ic h te n , e n ,
„ z o w y , daar v a n , het gene digtst aan ’t end
„ i s , dat is daar de Schaar aan den Arm z ig
, b ew e e g t , vo o r het e e r t e n e em en , dan is
” bet vierde G ew r ich t de plaats , alwaar de
, , Arm moet afgebroken z y n , om het vaar-
„ digfte weder aan te groeijen. E n , ’ £ gene
„ byzonderlyk opmerking v e rd ien t, i s , dat die
„ juist de plaats i s , alwaar de Armen natuur-
„ ly k breeken. O ok ge fchied t zu lk s niet in t
„ G ew r ic h t , maar in de Schaal tusfeben het
„ derde en vierde L id , die uit ve rfche ide S tuk*
„ ken famengedeld i s , g e lyk de Naaden aan-
9, to o n en , alwaar die Stukken flegts tegen el*
, , kander aangehecht z y n , zonder aanmerkely-
„ ke intandingen. B y een van dee ze N a ad en ,
, , n u , en vooral b y de middelde , breekt ge-
„ meenlyk de Schaarpoot a f , wanneer meneen
„ K r e e ft o f Krab aan d e z e lv e g e v a t h e e f t :
, , z o men dien Arm ergens anders a f fn y d t ,
I f i