Afdeel.
exxxu.
Hoofdstuk.
Jfoexwenfaot*
„ z ig heen flaan , z o fchieten z y ongemeen g e -
„ zw in d , dan her- dan derwaards, e n , na dat
„ z y een z e e r korten tyd weder uitgerust heb-
„ b e n , herhaalen z y de vo or ig e flagen. N e em t
„ men z e uit het W a t e r , zo wentelen z y z ig ,
„ door het flaan met de S ta a r t, g e ly k de V is -
„ fchen v o o r t : dikwils rollen z y z ig te fam en :
„ haar K ieuw en worden van de R ugfchilden als-
, , dan h a lf b e d e k t, en| leggen op den Buik o v er
, , elkander. Buiten het W a te r le e v e n z y zeer
„ b e zw a a r lyk . Z y beweegen w e l haare^ieu-
„ w e n , z o lang ’er nog eenige Vogtigheid aan
, , en omtrent d e z e lv en i s , maar , als die vol*
, , komen droog w o rd en , z o houdt a lle bewee-
g in g °P-
„ H e t is zeer g e lo o fb a a r , dat dit In fek tv an
„ R o o f en van de kleinfte Infekten .le e f t , die
, , in het W a te r ge tee ld worden. D e W y f je s
„ kunnen haare Eijeren lig t van z ig la a ten , die,
z o dra z y in het W a te r k om en , daar in op
den Grond vallen. D e Koude kunnen z y
, niet v e e l verdraagen. W a n t toen ik , tegen
„ het begin van O k to b e r , na dat het ’s mor-
, , gen's maar fterk ge ryp t h a d t , en het K w ik -
z ilv e r op den T h e rm om e te r van Fahrenheit
n o g den twaalfden Graad boven het Punt van
„ V o r s t te k en d e , naar d eze lv en k e e k , waren
„ z y , ter plaatfe daar z y z ig onthielden, in
„ ééne N a g t altemaal om g ek om en , offchoon
, , ik z e , tw e e Dag en te vooren , aldaar nog
„ ze e r fris ch had zien zwemmen.
„ Lang
- j , L an g heb ik g e tw y fe ld , welken naam ik V.
, , geeven zou aan dit D ie r t je , d a t , tot dus v e r - L
„ r e , van niemand nog befchreeven is. Zyn Hoofd-
„ in malkander rollen wan het L y f , de uit S ch il- ^uwin-
, , den famengeftelde R u g , de op een Steeltje/*"’'-
, , ftaande O o g e n , de Borftelag tig e Sprieten en
, , Riemgelykende K ieuw en p o o ten , deeden my
j , o v e rh e llen , om h e t to th e tG e f la g td e rK r e e f*
, , t e n , en wel inzonderheid to t de W a te r -V lo o i-
„ jen o f Kreeftag tige W a t e r -W o rm e n te be-
, , trekken. D e S ch u it sw y z e uitholling van den
, , Buik e ch te r , de gefteldheid der R iem sw y z e
„ Kieuwen e n d e r z e lv e rG o lfa g t ig e b ew e e g in g ,
, , g e lyk ook niet minder het zwemmen op de
3, R u g , raadde m y a an , om z e t ’huis te bren-
, , gen b y de Een- Oogen van L in n .ehs. D o c h
, , die naam behaagde my niet , om dat ieder
, , S oort van dat G e fla g t meer dan één O o g
, , h e e ft , uitgenomen de T a k k ig eW a t e r -V lo o
3, alleen. D e onze hebben w e rk e lyk twe e lang-
3, w e rp ig famengeftelde en één enkeldin ’tm id .
„ den. Derhalv e kwam my de naam van F r is ch
„ beter v o o r , die de E e n -O o g van l.iNunsus
„ A- u noemt o f , g e ly k ik het met de zaak over*
, , eenkomftiger en beter gemeend heb te v e r -
3, taaien, Kieuwen-Poot. ”
3, Ik heb reeds ve rhaald, dat d e e z ed u s fch y *
„ nende Pooten niet zo wel waare P o o ten
, , z y n , dan ve elee r Riemen o f K ieuw en ; a lzo
„ het Diertje L u g t daar mede f c h e p t , doch
, , d eze lv en zo weinig g ebru ik t tot gaan o f loo*
I. Deel lm , stuk. F f 3 , , p e a