V. Afdeel.
LX1 VI.
H oofdstuk.
* Intejiina
tceca
t % fff
Varicofa
dDuiefl eSre.xe
door een aanmerkelyke vernaauwing, byna ge-
lyk in de Viervoetige Dieren, van de Maag
afgefcheiden wordt. De dikke Darmen zyn
van de dunne niet zo duidelyk onderfcheiden
als in de Menfchen; maar de Luis heeft vier
aanmerklyke Blinde Darmen *, gelykerwys alle
IST ZUieK ’jt bXl,
393-
Dftoe kEkiejner,-
andere Infekten, zegt Swammerdam : ten
minfte zekere Vaatjes, die hy dus wegens de
plaatzing noemde, hoewel hy haar enden niet
hadt kunnen vinden. In de Zyde-Wormen heeft
Malpighius aan dezelven den naam van Ader-
fpattige Vaten f gegeven.
De zonderlingfte Waarneeming is die, welke
de deeleu der Voortteeling betreft. Onze
naauwkeurige onderzoeker der Natuur hadt voorheen
wel gezien, dat het eene Luisje het apde-
re beklom'1, doch met de Ontleeding bezig zyn-
de heeft hy in alle de veertig Luizen, die vdn,
hem ontleed werden, een Eijerftok gevonden.
Hier door was hy tot het denkbeeld gebragt >
o f niet deeze Infekten, zö wel als de Slakken,
van beide Sexen in één Lighaam, en dus Her-
maphrodieten konden zyn. De Iterke vermenigvuldiging
van dit Ongediert, zo men maar
één Luis aan ’t L y f heeft, fchynt dit denkbeeld
eenigermaate te begunftigen, en ik verwonder
my dat zulks, daar het met minder om-
flag fchynt te kunnen gefchieden dan met de
, Plantluizen 4-, tot heden toe nog niet nader is
• onderzogt.
In alle Luizen zyn de Eijerltokken dubbeld,
en
en ieder is gefmaldeeld in v y f Eijerleidingen,
die. wederzyds in een gemeen Uitwerpbuisje o tLXXVi.
Kanaal eindigen, ’t welkeen byzonderen uit:-H oofd-
gang heeft, onderfcheiden van dieiï van het
Darm-Kanaal. Men vindt er zo wel volmaakte
Eytjes in , als kleinere o f onvolmaakte en
de eerfte beginzelen van Eytjes , hebbende
Sw am m erd am ’er veertig kleinere en tien gi 00-
te Eijeren in geteld. Doch dit getal is in by-
zondere Eijerltokken zeer verfchillende. Zo
digt fluiten de Eijerleiders om de Eijeren, dat
zy z ig , daarin, als Kraaltjes, o f Paaiden, die
aan een Draad gereegen zyn , vertoonen; doch
niet gemakkelyk voor ’t gezigt bloot te maaken
z y n , doordien zy in een menigte van Vet als
begravén leggen.
Deeze Eijeren zyn het gene men Neeten Neeten.-
noemt , die eigentlyk gefproken niet dan het
omkleedzel zyn van de jonge L u is , welke ,
zo dra de overtollige vogtigheid maar wegge-
waafemd is , daaruit in volmaakte Geftalte te
voorfchyn komt t weshalve ’er Swammerdam,
in zyne Rangen van Verandering der Infekten,
als de ecnvoudigfle zynde,: de eerfte plaats
aan g af, onder den naain van Dier-Nimf * , en * jsrympha
daartoe -behoorea de meefte ongevleugelde
fekten, als gezegd is f . Gedagte vaardigheid stuk , bl.
bevordert de Voortteeling der Luizen onge- ^ gia(jz
meen, en maakt dat een Luis, gelyk men g e -hier V0M*
meenlyk ze g t, in een Etmaal Grootmoeder
kan worden. Doch tot het uitkomen der Nee-
X. Deel, Xlll Stuk, ten