A fdeel. zyn wclneemen> niet zo zeer te pas, ten op-
LXXVL ziSc van den Oijevaar van Re d i , die alleen in
dS gedagte H o f werdt opgevoed. Voeg hier
b y , dat deeze Vogels in Italië ongemeen zeldzaam
zyn (*).
In ’t Voorjaar zogt Frisch en vondt op
de Oijevaaien Luisjes niet grooter dan een
Hoofdluis der Menfchen, langwerpig en by-
na overal even brééd» met een witte Streep
langs de Rug heen, die met zes dwarsftreepe»
zo veel kruifen maakte, en dus een niet onaardig
Voorwerp,, om met het Mikroskoop te be-
fchouwen. Tusfchen die witte Streepen was
alles zw ar t, en op den Buik hadt het Diertje
ook zwarte Vlakken, die in waards gaan. Aan.
de zyden ftaken enkelde Haairtjes uit, zynde
de Sprietenof Voelhoornen wat voorwaards om-
geboogen.
Doktor Scopoli heeft op de Oijevaaren, zo
by zegt ( f ) , een Luis waargenomen , die hy
niet alleen de Reiger-Luis noemt (-1) , maar
ook by de Kraanen-Luïs van Frisch vergelykt
zeggende alleen datdeszelfs afbeelding al te dik
gehaaird i s ; gelyk men ook, by den eerflen
opflag, haast zou denken. Dit bevestigt, meer
en meer, de ondervindingen van Redt; dat op
fommig Pluimgediert verfchillende Soorten van
Li».
(*) Zie het V. Stuk deezer Natuur.lykf Historie, bl. 193.
f t ) Jn Ardea Cicpnia. Er.tow. Camiol p, 1084,
( I ) Pediculus Ardeaüs. Ibicf, N. 1046,
Luizen, niet alleen, maar ook de zelfde Soort
van dit Ongediert. wel eens, op verfchllende l x x v i .
Vogelen huisveste. stu k »
(26) Luis der Plevieren. XXVI. Charadrii.
Van de Plevier-Luizen geeft Re d i , op zy-
ne Elfde Plaat, twee afbeeldingen > die vry veel
verfchillen; alzo de-eene, op de zyden , als
gehakkeld is , en de andere een zeer hoekig
Borstftuk heeft.. Zekerlyk zyn deeze, ook ,
by Vèrgrooting afgetekend.
(2 7 ) Luis der Koeten.
xxvii,
Falie*-.
De Koeten, ook wel Waterhoentjes genaamd,
een Geflagt van Vogelen, meer in gedaante
dan in levensmanier van de Eenden verfchil-
jende ( * ) , hebben een byzondere Soort van
Luizen, zo R e d i aanmerkt, Doktor Scopol
i heeft ’er een op dezelven waargenomen,
die hy de Haairige noemt; als hebbende, aan ’t
agter-end inzonderheid, zeer lange Haairtjes,
die evenwydig Haan ( | ) .
(28) Luis van de Kluiten. xxvm.
Recurvh■
Een Vogel met lange Pooten, wiens Bek op- rojir*.
waards
(16) Pediculus Charadrü Pluvialis t- R™. ExP‘ Tab' ?«
(27) Pediculus Fulicæ atræ t- Red. Exp. Tab. 4.
Zie het V. StwK deezer Natuurlyke Historie, bL 169.
( t ) Pediculus piiofus, Ibid, N. 1044.
(2S) Pediculus Reçutviroftræ Avofettæ. h . Oei, p. 90. Pauy,
Suec. 1956.