V. is door R edi , Swammeroam , Leeuwen-
LXXXr. hoek , Maupertuis en anderen bevestigd»
H o o fd - Hier door vervalt dan ook de zonderlinge
s t u k . uitvinding van Kircherus, om Jongen voort
te teelen uit doode Scorpioenen, die geftampt,
en befproeid werden met W a ter, daar Bladen
van Bafilicum in afgetrokken waren,
sterke ver- De fterke vermenigvuldiging van het Onge-
d!gmfUl d ie rt, heeft aanleiding gegeven tot zulke on-
gerymde gisfingen. De Ouden ftelden het getal
der Jongen van een Scorpioen, t ’eener
dragt, e lf te zyn , maar Redi bevondtze veel
vrugtbaarder, merkende aan, dat zy van zesentwintig
tot veertig Jongen draagen, Dit is
nog weinig , te vergelyken by de genen, die
de Heer Maupertuis , by het openen zyner
Scorpioenen, in derzelver Lighaam vondt; naa-
melyk tot vyfenzestig toe.
stzyn De manier van Voortteeling der Scorpioenen
penfe^tn- is dus veel eenvoudiger dan die van de meeste
lekten, andere Infekten. Z y leggen geen Eijeren ge-
lyk de Spinnekoppen, de Luizen en anderen:
haar Jongen vertoonen zig niet eerst onder de
gedaante van een Worm, gelyk die der T o r ren
, om in die Geftalte aan te groeijen en dan
vervolgens te veranderen in den volmaakten
Staat: maar haare Voortteeling heeft de meeste
overeenkomst met die der Viervoetige Dieren
, en dus behooren z y weezentlyk , zo wel
* Vivipa- als de Pisfebedden, tot de Jongwerpenck * Infek-
ten. Dit blykt nog te meer uit de plaatzing,
in
in welke Redi dit gebroedfel in het Lighaam
vondt van de M oe r , als ieder aan een Wavei- LXXXI>
ftrengetje zittende binnen een Soort van Vlies, Hoofd-
daar zy elk door een fyne Webbe als van elkander
afgefcheiden waren : doch Swammer-
dam houdt die Draadjes voor Eijerleiders en
betrekt dus de Scorpioenen tot zyne eerfte
Klasfe van Natuurlyke Verandering , in welke
het Dier in de volmaakte gedaante voortkomt
uit het Ey t s zig verbeeldende dat de Eijeren *Zie’tix.
der Scorpioenen in het Lighaam worden uitge-
broed. Hoe ’t z y , ’t is zeker, dat z y , geworpen
zynde , allengs aangroeijen , en, om
tot volwasfenheid te komen, geen meer Verandering
behoeven te ondergaan, dan doafwer
ping van de Huid.
De Geftalte van een Scorpioen, genoegzaam Geftalt*.
blykbaar uit de nevensgaande Afbeeldingen ,
kan eigentlyk niet by die van een Kreeft ver-
geleeken worden, dan in zo verre de Samen-
ftelling van het Lighaam aangaat, in t welke
men geen zo duidelyke onderfcheiding vindc
van Borstftuk en Agterlyf, als in de Spmne-
koppen , maar waar van het voorfte gedeelte
vry wel naar een Kop gelykt. Het Lyfisplat-
agtig Eyrond , en aan ’t agter - end met een
dunne Staart voorzien , die uit verfcheide Leedjes
beftaat en aan ’t end een fcherpen krommen
Angel heeft. Doch ik zal pp de byzon-
dere Lighaamsdeelen nog een weinig ftaan
blyven.
I . DE E L , XIII. STUK* SwAM